1 en 2 april 2011
Duiven – Raalte – Duiven
140 km
Het is nog vroeg in het seizoen maar toch maak ik een tocht naar Raalte. Bij vertrek heb ik regen. Het maakt mij niet zoveel uit. Het voornemen is in de omgeving van Raalte te overnachten. De tocht gaat via Velp, Rozendaal naar de brandtoren en dan door de Loenermark. In de Loenermark passeer ik een groep met rijtuigen die een tourtocht maken. Als ik een van de aanspanningen passeer zegt een man;”Jij bent toch Nijland van de Power Horse in Duiven?” Zowaar ik wordt nog midden in de bossen herkent. Via Loenen kom ik in Klarenbeek en haal bij de Golf supermarkt mijn boodschappen. Ik zoek nu een nieuwe route via Twello, maar dan gaat het mis en rijd ik verkeerd richting Posterholt. Omdat de weg de geheel verkeerde kant op gaat, draai ik maar om. Bij Twello gebruik ik de TomTom om de weg naar Deventer te vinden. Vanaf Deventer is het eenvoudig want ik ken de weg en 15.45 uur ben ik in Raalte. Ik heb van 07.15 uur tot 10.45 uur 70 km gefietst.
Ik bezoek mijn moeder die viste heeft van haar vriend Jan Roos. Jan is 97 jaar en nog goed van geest. Ik blijf een goed uur bij mijn moeder en vanuit haar woning bel ik met de mini-camping of ik daar al kan overnachten. Het is nog vroeg in het seizoen en nog niet alle campings zijn open. Ik ben welkom. Tegen 18.00 uur kom ik op de camping met de naam “De zwerver”. Op zich een naam de wel bij mij past. Ik had verwacht alleen op de camping te zijn maar niets is minder waar. In de kantine is een feest van iemand die 50 jaar wordt en ca 50 personen heeft uitgenodigd. De gasten komen tegen 19.30 uur. Vooraf heb ik een gesprek met de jarige. Hij heeft altijd bij Hevea in Raalte gewerkt en woont in Elshof bij Wijhe. Ik krijg nog een uitnodiging om ’s avonds op bezoek te komen, maar daar begin ik maar niet aan. Rond 21.00 uur lig ik op mijn slaapmatje. Het zal wel koud worden en uit voorzorg leg ik de aluminium deken over mij heen. Dat houd een hoop kou van boven tegen. Het vriest die nacht en ’s morgens is alles wit. Ik moest diep in de slaapzak blijven.
De volgende morgen begin ik aan de terugtocht naar Duiven. Van deze tocht heb ik geen aantekeningen gemaakt, wel een paar foto’s op de brug bij Doesburg en de wolkenluchten in het Duivensebroek.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………
7 – 9 april-2011
( Vervolg van Rondje Nederland)
Haarlem – Europoort – Vlissingen
afstand 190 km
Ik heb er de hele winter naar uitgekeken, de vrouwen: mijn vrouw, dochter, schoonzus en haar dochter, gaan een weekeinde naar een hotel in Bolsward. Ik hoef geen hotel en wil mijn fietstocht rondje Nederland graag afmaken. Ik besluit op donderdag naar Haarlem te vertrekken. Om 17.00 uur stap ik in Duiven op de fiets naar het station in Arnhem. Met de fiets mag je pas om 18 uur met de trein en de eerste trein gaat precies om 18.00 uur maar Amsterdam. Daar moet ik overstappen op de trein naar Haarlem. Er staan nog meer mensen met fietsen te wachten. Een NS-beambte komt nog even vragen of ik wel weet dat je pas om 18.00 uur nog vertrekken. “Ja, ik weet het”en dit is blijkbaar de aanzet voor een praatje, want hij wil weten waar de reis heen gaat . Het gesprek is echter gaat niet lang, de trein komt er aan en ik moet instappen. In de trein zoek ik via internet op de telefoon het reisschema. In Amsterdam heb ik 7 minuten om over te stappen van perron 8a naar perron 2b. Na aankomst in Amsterdam zoek ik de lift en kom in de centrale hal. Daar is echter geen lift naar perron 2b te vinden. Bij de informatie zegt de dame, dat links de hal, achterin, de lift is te vinden. Nu wordt het spannend of ik de trein nog wel kan halen. Ik moet wel 100 m door de hal en aan het einde is geen lift te vinden. Wel zie ik een korte trap naar perron 2. Ik beur de fiets met tassen en al op en begin de trappen te beklimmen. Ik beur toch gauw 40 kg op de schouder en loop de trap op. Op het perron zie ik de trein aan het einde van het perron staan. Steppend op de trappers, ga ik over het perron. Als ik de trein instap gaan vrijwel direct de deuren dicht. Tegenover mij zit een jonge dame en eet een koude maaltijdschotel. De snelle maatschappij vraagt een snelle maaltijd. Of het gezond is weet ik niet. Ze heeft de dopjes van de iPod in de oren en is geheel in zich zelf gekeerd. Ik weet nog dat ik de oordopjes voor het eerst zag. Dat heette toen een “walkmen’ en dan had je ook hoordopjes in de oren. Dat was nieuw en je viel op, want alleen als je ‘doofstom’ was had je dopjes in de oren. Nu hebben ze allemaal dopjes in de oren en zijn doof en stom, voor alles wat in de directe omging gebeurt.
Om 19:27 uur kom ik op het station van Haarlem aan. Het is een voor mij bekende omgeving. Het is nog zijn ouderwets station met overkapping en wachtkamers eerste en tweede klas. Het zijn nog overblijfselen uit het tijdperk van de stoomtrein die dan met veel gepuf op het station tot stilstand kwam en de deuren van de coupes werden door de conducteur open gedaan. Nu gaan de deuren van een treinstel open en de reizigers haasten zich naar huis. Zelf begin ik met het zoeken van de lift. De lift brengt mij een verdieping lager in de tunnel onder de perrons. Ik check uit met mijn daluren voordeelkaart en kan aan de ca 15 km naar Vogelenzang beginnen. Helaas heb ik geen goede kaart maar ik weet dat ik langs de spoorlijn naar het zuiden moet. In de hoop dat ik de route weer zal oppikken fiets ik verder. De TomTom kon ik ook niet aan de gang krijgen, dus fiets ik op het gevoel. Toch probeer ik het opnieuw en zowaar krijg ik aan. Nu wordt het eenvoudig, de dames stem in deTomTom geeft de route aan. Even pruttelt ze tegen als ik in Haarlem zuid van de route af ga om de sint Bavo kathedraal te bekijken. Ik kende wel de naam, maar had de kerk nog nooit gezien. Van verre herkende ik de kathedraal Basiliek_Sint_Bavo.
Het is een gebouw met uitstraling in jugendstil. Helaas is de kerk dicht, ik had wel eens binnen willen kijken. Na de Bavo kerk kom ik langs de Leidsevaart. Ik fiets aan de westkant en op diverse plaatsen zijn pompstations van de Amsterdamse Waterleiding Duinen te zien. Hier wordt water in de duinen geïnfiltreerd en daarna als drinkwater weer opgepompt. Aan de oostkant van de vaart ligt Heemstede, er staan huizen met de tuinen aan de vaart. Blijkbaar zijn het geliefde plaatsen, want de tuinen zijn rijk ingericht met zwembaden, buitenkeukens en natuurlijk een boot. Hoe groter de boot, hoe meer statis. Of ze er ook mee varen? Ik weet het niet. Mogelijk liggen ze er om te pronken. Bij Bennebroek moet ik van de weg af. Wegens werkzaamheden is de doorgang onderbroken. Met de fiets vind ik nog een paadje en bereik de weg waar ik rechtsaf naar Vogelenzang moet, richting duinen. De camping ligt tegen de duinen aan. Hoe dichter je bij de duinen komt hoe groter de woningen. In de weilanden tegen de duinen bij Vogelenzang ligt een prachtig landhuis. Een paar kilometer verder kom ik op camping Vogelenzang. Het is stil en uitgestorven. Ik heb gisteren mijn komst per telefoon aangekondigd en de dame zei dat ik maar moest bellen. Ik vind de bel en na enige tijd komt de eigenaar en begint met een uitgebreide inschrijving. Ik geef nog aan dat ik geen rekening hoef en morgen al weer vroeg vertrokken ben. De eigenaar gaat onverschrokken door en zegt dat de kosten 16.05 euro zijn. Direct vraag ik of de korting er af is en hij antwoordt dat ik dan een week moet blijven. Later vraagt hij toch wat ik gedacht had dat de prijs moest zijn. Nou, tussen de vijf en tien euro vind ik voor een klein tentje voor die paar uur veel. Als ik bereken dat ik van 21.00 tot 07.00 uur, dus 10 uur blijf, vind ik het meer een tarief voor een parkeergarage met 1,60 euro per uur.
De nacht begint helder, in de loop van de nacht zakt het volledig dicht met zeemist. ’s Morgens is mijn tent klets nat.
Om acht uur zit ik op de fiets. Ik heb gisteren op de heenweg een paar leuke huizen gezien en daarom fiets ik een stukje terug om ze nog eens te bekijken. Het is helder weer en de huizen en het plaatsje Vogelenzang zien er leuk uit. Bij Hillegom kom ik bij de bollenvelden. Het zijn de kleuren blauw en geel die nog overheersen. Langs de weg staan kraampjes waar men tulpen kan kopen. Ze kosten 5 euro per 50 stuks. Hoe verder ik van de bollenvelden af kom hoe meer de prijs oploopt tot zeven euro voor 50 tulpen. In Schevenigen kosten ze al 7.50 euro per 50 stuks. Bij Noordwijkerhout maak ik een ochtendstop voor het ontbijt. Er staat een picknicktafel en daar zit ik rustig, tot tegen 9.30 uur een snack- en patatwagen op de locatie komt staan. De tafels behoren bij een verkooppunt. Gelukkig heb ik mijn ontbijt op en kan zonder te storen verder. De tocht gaat langs de duinen, het is onbewolkte, maar het veranderd in mist. De zeemist is het land in gedreven en de plaatsten Noordwijk en Katwijk moet ik in de mist fietsen.
Na Katwijk kom ik in de Kennermerduinen. Nu klaart het weer op. In de duinen ligt aan het fietspad een klein paviljoen. Het heeft een leuke inrichting met oude potten en ketels. Het ligt eenzaam stil in de duinen, toch komen er mensen om wat te drinken. Je moet wel zelf binnen je drankje halen. Achter de toonbank staat een jonge man, de muziek en hij zelf passen niet bij de inrichting. Buiten staat een afgedankte oude kassa met aan de zijkant een slinger. De koffie komt uit een koffiezetmachine, de zon schijnt en op het terras nuttig ik mijn kopje koffie. In de verte is Den Haag te zien.
Ik fiets over de boulevard van Scheveningen en in de vissersplaats zelf ken ik een Jumbo supermarkt, waar ik de bootschappen wil halen. Het is even zoeken, maar toch vind ik de supermarkt. De fiets plaats ik weer vlak voor de ingang, waar een buitenlander de daklozenkrant staat te verkopen. Ik heb nu alle etenswaren voor vanavond bij mij. Ik heb nog geen vast omlijnd plan waar ik zou willen overnachten. De tocht van Den Haag gaat naar Kijkduin. Daar kan ik de duinen weer in, over het fietspad naar Hoek van Holland. De weg is wat moeilijk te vinden. Ik kom bij het eindpunt van de Haagse tram en moet erg oppassen dat ik niet met de banden in de tramrails kom. Bij de eindhalte is het fietspad richting Monster. De tocht door de duinen verloopt voorspoedig en ik geniet van het uitzicht op de kassen van het Westland. Kas na kas staat langs het fietspad en bij Monster is de dijk een groot bloemenveld met narcissen. Ik heb onderweg heel vaak zomaar narcissen in het wild zien staan. Blijkbaar kunnen narcissen het jaren uithouden.
Bij ’s-Gravenzande zie ik bij een camping een golfkarretje in de sloot liggen. Tegen de dijk zit een kletsnatte man. Ik stop en er komen nog wat mensen bij. Hij was met het karretje naar de slootkant gereden en daar met werkzaamheden begonnen. Tijdens het werk begon het karretje het talud af te rijden. Wij wilde nog in het wagentje springen om het te stoppen, maar dat lukte niet meer. Drijfnat zit hij nu bij te komen. Alle kleding is nat en in de hand heeft hij een mobieltje. Of de telefoon ook onderwater is geweest weet ik niet. Even later komt een andere man van de camping en begint te lachen. Hij kan de lol er wel van in zien. De natte man neemt zijn fiets over en gaat zich eerst verkleden.
Er is verder niets gebeurt en mijn reis kan weer verder richting Hoek van Holland waar ik rond 16 uur aan kom. Er komt net een containerschip de Nieuwe Waterweg in varen. Volgens de kaart kan ik bij Schiedam over varen. Als ik echter door de haven van Hoek van Holland fiets zie ik een snelboot naar de haven varen. Fietsers komen van de boot en als ik goed kijk zie ik RET op de boot staan. Dat moet een veerboot zijn. Ik draai om en rij aan boord zonder te weten waar de boot heengaat. Direct aan bord vaart de boot al weer weg en gaat richting Maasvlakte. Dan gaat mijn reis nu ook richting Maasvlakte. Ik vraag de kapitein of ik even boven nog kijken en we maken een praatje. Super snel varen we over de Nieuwe Waterweg en leggen aan bij een ponton. Ik bedank de kapitein en de dame van de kaartjes. De boot vaart direct weer weg. Boven staan twee mannen, ze komen uit Berkel en een van de mannen heeft een elektrische fiets, zijn gezondheid wordt minder, de mannen zijn begin zeventig en moeten alles van mijn fietstochten weten. We praten zolang dat de snelboot al weer terug is van de overtocht. Ik roep naar de kapitein, die buiten staat, dat ik nog niet ben opgeschoten. Waarom zou ik ook, ik hoef nergens heen.
De Maasvlakte is niet de leukste plek om te fietsen. Grote opslagterreinen voor stenen met een hek er omheen en toch een bordje verboden toegang. Ik zou niet weten wat je hier moet weg halen. Groot staat de elektriciteitscentrale midden op de vlakte.
Het waait op de open vlakte. Dan vind ik het fietspad van de Maasvlakte naar Voorne. Het loopt over de dam die het Oostvoornsemeer afsluit. Ik vind aan het meer een prachtige plek bij een steiger, waar je achter een houtenwand naar de watervogels kunt kijken. Langs het meer loopt een graspad en het lijkt mij een prima plek voor een overnachting. In het meer ligt een bootje met een paar vissers, in het water staat bij een stenen strekdam een visser met een waadbroek in het water te vissen. Zo heeft iedereen zijn eigen hobby. Ik richt mijn slaapplek in, om 21.00 uur is het donker en lig ik in mijn tentje. Ik luister nog wat muziek en om 22.00 uur ga ik slapen. Toch blijkt het niet een erg rustige plek. De chemische fabrieken en de elektriciteitscentrale maken lawaai. Sta je in een natuurgebied en dan is er ’s nachts nog lawaai!
……………………………………………………………………………………………………………..
8 april 2010
Voorne – Oostkapelle
Tegen zeven uur stap ik weer op de fiets. Eigenlijk weet ik niet goed waar ik ben. Als in de dam af fiets, kom ik op het eiland Voorne. Daar vind ik een richtingaanwijzer en een bordje met de Noordzeeroute van Den Helder naar Sluis in Zeeuws Vlaanderen. Het is de FL1 fietsroute. Ik besluit deze route te volgen. Het gebied achter de duinen van Voorne is een prachtig bosgebied met huisjes en kleine weilanden. Het is prachtig rustig fietsen, genieten van de bloesem van de Japensekers en bloeiende fruitbomen. De eerste plaats die ik aan doe is Rockanje. Ik weet dat het een toeristenplaats is, maar ik ben er nooit geweest dus wil ik die ervaring opdoen. En ja hoor, het is een echte toeristenplaats veel Duitse auto’s en volop terrasjes met niets doende mensen, die alleen naar andere toeristen kijken. Ik fiets het dorp een keer op en neer en heb het wel gezien. Bij de plaatselijk Jumbo supermarkt haal ik mijn eten voor vandaag en zorg ook dat ik voor morgen krentenbollen en kaas heb. Op zondag kun je niets krijgen, maar met krentenbollen red ik het wel een tijdje. Van Rockanje ga ik over de Haringvlietdam. Na de dam maak ik een stop in het plaatsje Oostdijk op Goerree – Overflakkee een typisch plaatsje aan de kust, het ligt achter de duinen in het open land. De enige beschutting tegen de wind hebben de huizen aan elkaar. Een haventje is de centrale plaats. Hier komen de mannen bij elkaar en wordt over het laatste nieuws besproken. Na de stop ga ik verder over de LF1 en kom in Goedereede. Wat een leuke plaats met een stompe toren en een haventje in het centrum. Wegens het mooie weer zitten de mensen op het terrasje van café restaurant de Gouden Leeuw.
Mijn verblijf duurt niet lang en via leuke kleine straatjes fiets ik het dorp uit. via Ouddorp gaat het naar de Brouwersdam. Onderweg op het fietspad in de duinen ontmoet ik Maarten de Nijs uit Den Haag. Maarten is op een oude fiets aan het rondtrekken. Hij is zelfstandig loodgieter in Den Haag en heeft een paar dagen vrij om rond te fietsen. Ons contact ‘klikt” en al pratende fietsen we verder. Maarten is ook een ‘vrije vogel’ en ondanks dat we samen fietsen gaan onze wegen soms uit elkaar. In de duinen wil Maarten een vuurtoren bekijken en we nemen afscheid.
Via de Rampweg kom ik in Renesse. Ik wilde het plaatsje graag zien, maar ik vind het met al die toeristen al ‘een ramp”. In de plaatselijke supermarkt doe ik mijn boodschappen en daarna ga ik snel verder. Ik ben geen fan van toeristenplaatsen. In Burg-Haamstede tref ik Maarten, hij fietst in tegengestelde richting.
Op weg naar Burg-Haamstede passeerde ik een tweespan met Belgische trekpaarden. Later zal ik dat tweespan in het plaatsje Burg-Haamstede weer zien. Dan passer ik een woning van een dierenarts. Ik denk zou hier Kenth Buth de dierenarts van de Power Horse wonen. Ik ken Kenth al jaren, maar weet eigenlijk weinig over zijn privé. In gedachten fiets ik onder de bomen in ‘centrum’ van Burg-Haamstede in. Links van de weg zie ik ineens een bekende. Ik roep haar aan: ” Dag Marga” van verbazing valt ze bijna van de fiets. “Hoe kom jij hier”? Mijn standaard antwoord;”Op de fiets!” Ik moet haar uitleggen dat ik met mijn rondje Nederland bezig ben. Marga zegt dat ze vanmiddag van de menvereniging onderlinge wedstrijden hebben en ze zou het leuk vinden als ik daar even kwam kijken. “Er zijn een hele boel bekenden van de Power Horse” en haar man Joop is er ook. Ze legt uit hoe ik het terreintje in de duinen kan vinden. Dan bedenk ik dat de leukste dingen ontstaan door toeval en ik besluit om te keren en de wedstrijden te gaan kijken. Ik kom weer langs het huis van de dierenarts, waarvan ik inmiddels weet dat het van Ken Buth is. Na het huis, aan de buitenkant van het dorp moet ik links een paadje de duinen in. Op het kleine weitje in de duinen tref ik veel bekenden. Henk van de Berg met zijn vrouw, de dierenarts Ken Buth met zijn partner en nog meer bekenden van de Power Horse. Vele malen moet ik uitleggen hoe ik zomaar bij de onderlinge wedstrijden van hun menvereniging kom. Na een half uur neem ik afscheid. Ken Buth gaat ook weg en vraagt of ik bij hem thuis nog op de koffie kom. Waarom niet? Ik heb tijd genoeg en in de tuin drinken we gezamenlijk de koffie. Toch komt de onrust weer over mij, ik wil verder en heb als einddoel een overnachting bij Andrie de Buck in Oostkapelle.
Het is vreemd maar onderweg tref ik Maarten weer en fietsen we samen over de Oosterscheldekering. In Breezand wil Maarten op een boerencamping overnachten. Hij vraagt of ik daar ook wil overnachten. Ik moet hem teleurstellen, mijn tocht gaat naar Oostkapelle. Ik wil de familie de Buck niet belasten en voor Oostkapelle maak ik aan een picknick tafel mijn beroemde spaghetti. Er staat een harde koude wind en het kost nogal wat moeite om de brander aan te houden. Toch lukt het en dan fiets is ik op de TomTom naar de Hogeduvekotseweg. De ontvangst is als vanouds hartelijk. Ik wil vannacht in mijn tentje slapen maar krijg een slaapplaats binnen aangeboden. Ik mag in het laboratorium van het paarden KI-station slapen. We praten nog enige tijd maar de bijna 90 kilometer van vandaag doen zijn werk. Ik krijg slaap en besluit de slaapplaats in het laboratorium op te zoeken. Mijn slaapmat ligt op de grond, rechts staat een microscoop, aan aan de muur hangt een spermavanger. Ik slaap in het laboratorium van het paarden KI station. De aanvang van de nacht is onrustig. Het laboratorium ligt naast een paardenstal en paarden zijn ook ’s nachts actief. Ik gebruik de oordoppen maar weer.
…………………………………………………………………………….
9 april 2010
Oostkapelle – Vlissingen
Om 7.30 uur fiets ik weg. Mijn besluit is om vandaag naar Vlissingen te fietsen. Ik heb nog wel meer tijd, maar als ik verder ga in Zeeuws-Vlaanderen moet ik meer dan 100 km fietsen voor ik in Bergen op Zoom met de trein naar huis kan. Dat wordt te ver. Ik fiets in de vroege uren op Walcheren. Bij Westkapelle vind ik het fietspad langs de duinen. Dit fietspad heb ik eerder in tegenovergestelde richting gereden, op weg naar Domburg. Al om 9.00 uur kom ik in Vlissingen. In alle rust fiets ik over de bijna verlaten boulevard en kan om 9.50 uur met de trein mee. Het wordt wel een vreemde reis. Wegens werkzaamheden aan het spoor kan ik niet via Den Bosch, maar moet via Rotterdam en Utrecht naar Arnhem. De hele ochtend ben ik met de treinreis bezig en vanaf Arnhem neem ik de fiets om het laatste stuk naar Duiven te fietsen.
…………………………………………………………………………….
30 april 2010,
Duiven – Oene
Het wordt tijd om mijn moeder weer eens te bezoeken. Ze verblijft in een verpleegtehuis in Boskamp bij Olst. Het is een leuke dagtocht en ik bedenk welke route ik zal rijden. Omdat ik vannacht in Oene wil overnachten gaat de volledige uitrusting mee. Ik besluit om via de Imbos en Loenermark te rijden.
Het is heerlijk weer, ik ben vanmorgen mijn verplichting als wethouder nagekomen en stond om 10 uur met het college op het bordes voor het gemeentehuis, om de muziekaubade van de schutterijen en de muziekkorpsen in ontvangst te nemen. Het is goed gebruik dat het college van burgemeester en wethouders op Koninginnendag op het bordes staan. Na het spelen van het volkslied houdt de burgemeester een toespraak en krijgen we van de schutterij een vendelhulde. Een mooie traditie waar ik nu weer aan moet meedoen, nu ik sinds december weer wethouder ben. Na de vendelhulde lopen we over de rommelmarkt en brengen een kort bezoek aan het dorp Groessen. Om 13.00 uur kan het pak uit en de fietskleding aan.
De tocht naar de brandtoren op de Rozendaalseheide duurt een uur. Ik moet via Velp en Rozendaal naar ca 100 m hoogte klimmen. Het klimmen gaat in een rustig tempo met een stijging van 5 tot 8 %. De brandtoren ligt op het hoogste te punt van de Veluwe, op 110 m . Ik heb de route al zo vaak gereden, dat ik elke bocht wel ken. Na de brandtoren begint de afdaling en houdt onderaan bij het fietspad op. De fietsroute gaat daar over een zandpad naar het boerderijtje in de Loenermark. Door de droogte is het zandpad erg rul. Ik kan in het rulle zand niet op de fiets blijven zitten en moet soms, noodgedwongen afstappen. Bij het boerderijtje van van der Anker loopt de hond, zoals gebruikelijk, aan de andere kant van te gaas te blaffen. De hond loopt zo ver mogelijk mee. Verderop kom ik weer op de asfaltweg naar Loenen. Net als ik de asfalt wegwil oprijden kunt de schaapskudde ook op de weg lopen. Ik vraag de herder of hij de weg gaat volgen, het antwoord is ja, dus probeer ik aan de kant van de weg langs de kudde te fietsen, wat goed lukt. Bij de kudde lopen ook enkele jonge koeien.
In Loenen volg ik de N 789 richting Klarenbeek. Bij het Apeldoorn -Dierenkanaal volg ik de route langs het kanaal tot bijna bij de A50. De route gaat dan langs de A50 en bij Apeldoorn onder de snelweg door. Vanaf de snelweg ken ik de route niet meer. Ik kom op het industrieterrein Ecofacterij van Apeldoorn. Niet echt een gebied waar je vrolijk van wordt. Ik kruis de N345 en fiets langs het landgoed ‘Het Wooldhuis’. Een prachtig bosgebied aan de rand van de stad. Er is een opleidingscentrum en enkele boerderijen. Op de wegen mogen geen auto’s komen en het is heerlijk rustig fietsen. Via een landbouwgebied kom ik in Teuge en passeer het vliegveld aan de westzijde. Een vliegtuigje met een reclamesleep komt terug vliegen en gooit de sleep boven het vliegveld af. Er staat een stevige wind en ik haal twee echtparen in en blijf achter hen uit de wind fietsen. Toch komen we aan de praat en gezellig pratende rijden we naar de N792 waar we afscheid nemen. Mijn route gaat nu over de Veluwsedijk langs het kanaal naar Oene. De route is kilometers lang en ik moet flink trappen om tegen de wind in te komen. Ik maak nog een korte stop om foto’s van een waslijn te maken. Bij een boerderij hangt de vlag buiten en voor het huis hangt de was aan de lijn. Wat een leuk Hollands plaatje.
In Oene moet ik de weg vragen. De route die ik wilde rijden is wegens wegwerkzaamheden opgebroken. Een meisje geeft mij aan hoe ik moet rijden en zonder probleem vind ik de camping ‘De grote Bremen.
Op de camping zoek ik een plekje voor de tent. Ik ken de camping want ik was er eerder in 2010 op een van mijn tochten naar Raalte. Boer Bert zit te eten en zegt dat hij straks wel even langs komt.
Dicht bij mijn tentje staat een overkapping met een bank en tafel. Deze overkapping is de rustplaats van “Rust nu” aan de fietsroute. Er is elektra en er staat een koffiezetapparaat. Wat een luxe, waar ik dankbaar gebruik van maak. Ik kook mijn spaghetti en geniet van een kopje koffie. Boer Ben en partner Fieke komen op bezoek. Ze hebben ook veel gefietst en gezellig praten we over de tochten. Een paar dagen later kreeg ik deze pakkende mail.
Hoi Henk,
Bedankt voor je mail, wij vinden het altijd leuk om gasten te ontmoeten die ook een passie voor fietsen hebben. Wat betreft het bezoek aan je moeder, ’t is goed dat je haar bezoekt, zelf weet ik ook uit ervaring dat je van zo’n bezoek niet optimistisch wordt. Toch komt voor ons allen de tijd dat we zelf net zo zitten, en als er dan niemand is die naar je omkijkt vereenzaam je snel.
Hartelijke groeten van Fieke en Bert.
Wat een mooie woorden!
Tegen 21.00 uur ga ik de tent in en een uur later slaap ik heerlijk.
…………………………………………………………………………….
1 mei 2011
One- Boskamp –Duiven
Ik kan pas tegen 8 uur vertrekken anders kom ik te vroeg bij de pont Van Welsum naar Olst. http://www.olsterveer.nl/
Het is zaterdag en dan is de eerste overtocht pas om 8 uur. Het is ca 10 km fietsen naar de pont en het is nog heerlijk rustig op de weg. In de uiterwaarden grazen de ganzen en een enkele visser zit aan de IJssel. Na het passeren van de IJssel fiets ik door het dorp Olst naar het kleine plaatsje Boskamp. Mijn moeder is blij met mijn bezoek. Samen met ander bewoners van het verpleegtehuis drinken we koffie in de grote zaal. tegen 11 uur vertrek ik weer. Om niet de hele dag weg te zijn fiets ik naar Olst waar ik de trein neem naar Arnhem.
In Deventer komen een moeder met haar zoon ook in de coupe waar de fietsen staan. We raken aan de praat en het blijkt dat ze vanaf Dieren naar Groesbeek willen fietsen, maar ze kennen de route niet precies en ik bied aan om vanaf Dieren tot Duiven mee te fietsen. Ze vinden het wel leuk en gezamenlijk fietsen we vanaf station Dieren richting Doesburg. We fietsen door de oude stad Doesburg en dan via de dijk. De zoon van ca 12 jaar is bij de zeeverkenners in Deventer en is op kamp in Giesbeek geweest. We fietsen langs de waterplassen van Rhederlaag en trots wijst hij de plek aan waar ze met de zeeverkenners kamp hadden. Gezamenlijk fietsen we naar Duiven en vlak bij ons huis nemen we afscheid en wijs ik ze de weg naar Loo waar ze via de dijk naar het pont naar Millingen kunnen komen. Mijn tocht zit er op.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………
3 juni 2011
Duiven- Gouda
127 km
Het is vrijdag na Hemelvaartsdag. In overleg met mijn vrouw kan ik er weer op uit trekken. Mijn idee was om in fort Spion bij Breukelen te overnachten, maar in de vrije dagen na Hemelevaartsdag zit de kleine camping totaal vol. Ik wijzig mijn plan. Ik wil de eerste lange oefenroute over de Rijndijk richting Schoonhoven nog eens doen. Het was 14 en 15 mei 2008 dat ik de route voor het eerste fietste (zie oefentochten 2008 ). Ik bewaar daar nog goede herinneringen aan. Ik heb geen vast omlijnt plan, maar als het lukt wil ik bij Gouda overnachten. Ik ken Gouda niet en ik wil deze oude stad eens goed bekijken.
Ik heb donderdag de fiets met tassen al klaar gezet. Het idee is om al om 05.00 uur van huis weg te fietsen. Volgens de weerberichten moet het een prachtige dag worden, wel met een windkracht 4 uit het noordoosten. Dat is niet zo erg want ik heb de wind in de rug. Klok slag kwart over vijf fiets ik bij mijn huis in de Rottumstraat 65, Duiven weg.
De temperatuur is 13 graden en er is niemand op de weg. De tocht gaat langs het spoor naar Westervoort, over de IJssel en dan de Rijnbrug in de Pleiroute. Via de wijk het Duifje fiets ik naar de oude bandijk van Malburgen. Als jongen van 16 jaar werkte ik op boerderij Groot Holthuizen aan de dijk in Huissen. Zelfs na 50 jaar zijn de twee kolken bij de boerderij nog heel herkenbaar. Wegens de langdurige droogte staan de kolken bijna droog. Volgens een informatiebord komt de naam Holthuizen van een plaats waar vroeger bos stond. De kolken zijn ontstaan bij de dijkdoorbraak van de overstoming in 1651 waarbij de Betuwe tot Culenborg onder water kwam te staan. De twee Kolken zijn de herkenbare overblijfselen van deze ramp. Maar als je verder langs de dijk fietst kom je overal deze kolken of waaijen tegen.
Van af de Malburgerdijk volg ik de dijk door Elden. Groot steekt het Gelredoom af. Het sportpaleis aan de dijk bij Elden ligt er op dit vroege uur verlaten bij. Vanaf Elden naar Driel heb je een prachtig gezicht op de heuvelrug de Duno bij Doorwerth, met kasteel Doorwerth als herinnering aan vroegere tijden. Kasteel Doorwerth is een van oorsprong 13de-eeuws kasteel in de uiterwaarden van de Rosanderpolder.
Van Driel naar Heeteren passeer ik de A50. Het verkeer dendert om 06.15 uur al weer over deze snelweg. Vanaf Heteren is het op de dijk heel rustig. Bij Randwijk veranderen de landbouwgronden in bomen kwekerijen. De streek rond Randwijk staat er bekend om. Bij Kesteren is weer zo een typische Nederlandse bezigheid. Het is kersentijd en men is de kersen aan het plukken. De spreeuwen vinden de kersen ook wel lekker en ze worden met de meest vreemde vlaggen, poppen, of glinsterende dingen uit de boomgaard geweerd.
Kersenboomgaard aan de Betuweweg
Als ik langs een boomgaard aan de Rijndijk fiets schrik ik van een enorme knal. Met een knal apparaat verjaagd men de spreeuwen en van schrik ook deze eenzame fietser. Een paar kilometer verder maak ik mijn eerste ochtend stop. Gisteravond heb ik al krentenbollen met kaas gemaakt en dat is nu mijn ontbijt. Op een zijweg naar het veer bij Elst Utrecht vind ik een bankje.
Vanaf mijn zitplaats kijk ik naar het ooievaarsnest op een huis vlak aan de dijk. Twee, al flinke jongen staan op het nest. Af en toe gaan ze staan en schijtend met een grote boog hun witte uitwerpselen over de nestrand. De jongen maken ook de eerste vliegbewegingen. De ooievaars worden de laatste tiental jaren weer talrijker. In de jaren 90 van de vorige eeuw waren ze nog zeer zeldzaam. Nu kom ik ze overal in weer tegen. De volwassen vogels foerageren in de uiterwaarden en zijn geheel niet bang voor mensen. Ze lopen met grote stappen door het pas gemaaide weiland en pikken regelmatig kleine dingen. Een uitgebreid herintroductie programma heeft succesvol gewerkt.
Ik fiets weer verder en onderweg wordt ik ingehaald door een man met een elektrische fiets. Een aantal kilometer verder staat hij wat te eten en haal ik hem weer in. Als hij mij weer opnieuw inhaalt komt hij naast mij fietsen. Hij komt uit Veenendaal en heeft sinds enige tijd een nieuwe elektrische fiets. Zijn vrouw heeft ook een nieuwe elektrische fiets, maar deze tochten maakt hij alleen. Hij gaat tot Culemborg en dan weer terug. Tot Culemborg fietsen we samen op. In het centrum nemen we afscheid, waarna ik bij Bakker Bart op de markt en kop koffie ga drinken. Het is een prachtig marktplein , waar het nu rond 10 uur al gezellig druk wordt met winkelende mensen.
Na Culemborg gaat de tocht over de dijk verder en ik passeer het Amsterdam Rijn kanaal bij Vianen en verder op staan de bunkers en forten van de Hollandse waterlinie. Bij fort xxx wordt ik door een groep motorrijder ingehaald. Ik houd ze goed in de gaten. Blijkbaar was ik daar toch te veel mee bezig, want na een aantal kilometers zie ik steeds weer dingen die ik niet herken. Bij een fietsknooppunt oriënteer ik mij en het blijkt dat ik de verkeerde kant richting Leerdam op fiets. Ik volg de dijk richting Leerdam en vanaf daar zoek ik een route naar Schoonhoven. Juist door het ‘verkeerd rijden kom ik nu over prachtige weggetjes. Bij Meerkerk wil ik het kanaal oversteken, maar de brug blijkt defect en er staan mensen al een hele tijd te wachten. Omdat ik toch al verkeerd gereden was maakt het mij niets meer uit. Ik vraag een jongen of er verderop ook een brug is. Hij beaamt het. Ik fiets langs Meerkerk en via de N204 kan ik naar Schoonhoven. In het oude vestingplaatsje Nieuwpoort komt een bruidspaar uit het oude stadhuis. Bij de plaatselijke Sparwinkel koop ik mijn avondeten , drinken en krentenbollen voor morgen. Ik weet nog niet waar ik zal overnachten, maar eten heb ik nu genoeg.
De overtocht met de pont naar Schoonhoven gaat snel. het oude stadje met veel zilversmeden trekt veel toeristen. Omdat ik al eens eerder in Schoonhoven was beperk ik mijn bezoek. Ik zoek de route langs de rivier de Vlist. Op de kaart leek dit wel een leuke route. Net buiten Schoonhoven kom ik op de route en ik moet zeggen, het is een van de mooiste stukjes Nederland. Van Schoonhoven naar Haastrecht is naar een 10 km. Toch geniet ik van elke meter. Het riviertje kronkelt door het polderlandschap van Zuid Holland.
Bonrepas is het eerste buurtschap met een watermolen aan de Vlist. Het plaasje Vlist is maar klein. Blijkbaar kan men in Haastrecht kano’s huren want overal zie ik mensen in kano’s varen tussen de bloeiende waterlelies.
In Haastrecht verlaat ik deVlist en maak bij het zwembad nog een korte stop. Op mijn mobiel begin ik op Internet maar eens te zoeken naar een camping. Sinds kort heb ik een mobiele telefoon met Internet en zowaar ik vind twee campings in de buurt van Haastrecht. Ik besluit de camping te nemen die op ca 3 km van Gouda ligt. Om 15.30 uur kom ik op de camping aan. Het is een camping met merendeels vaste staanplaatsen. Links, helemaal achter op de camping is een grasveld voor de tenten. De temperatuur is bijna 30 graden en ik heb 120 km gereden. Mijn grondzeil vouw ik uit en ga gewoon op het grondzeil liggen en slaap een uur. De kilometers doen zijn werk. Na het slaapje zet ik de tent op. Mijn buren in volledige gele fietskleding zijn ook bij hun tentje aangekomen. Na enige tijd vraagt de man of ik Engels spreek. Ze komen uit Amerika uit de staat Vermont noord van New York. Ze fietsen nu bijna drie weken door Nederland. Het is hun eerste bezoek aan Nederland en ze vinden het op de fiets prachtig om Nederland te bekijken, maar ze vinden het verkeer wel eng en daarom dragen ze gele fietskleding. Ons contact blijft beperkt tot een kort gesprek.
………………………………………………………………………..
4 juni 2010
Gouda – Amsterdam
Om 08.00 uur fiets ik via de N228 naar Gouda. Ik zoek op het oog de grote kerken in het centrum en kom bij de sint Janskerk, waar ik maar eens omheen fiets. Grote of Sint-Janskerk te Gouda. Deze naar Johannes de Doper genoemde kerk is met haar 123 meter de langste kerk van Nederland. De Sint-Janskerk is beroemd om haar Goudse Glazen , een grote collectie gebrandschilderde ramen, onder andere uit de 16e eeuw. http://www.sintjan.com/ De eerste gegevens van de kerk zijn uit de dertiende eeuw.
In het centrum is markt en het geeft weer zo een mooi Nederlands beeld. De winkelstraten van Gouda zijn om 8.45 uur nog leeg waardoor de versiering van Goudsekazen boven de straten nog beter zichtbaar is. Er zijn prachtige oude gebouwen en de grachten maken deze oude stad compleet. Ik fiets de stad uit naar Reuwijk en dan naar Bodegraven. Aan de Kerkstraat voor de kerk vind ik een bankje en kan heerlijk van mijn ontbijt genieten.
Ik heb besloten om naar Amsterdam te fietsen en onderweg de route te bepalen. Globaal weet ik dat ik bij de Amstel wil uitkomen. Na mijn ontbijt fiets ik langs de Oude Rijn naar Zwammerdam waar ik rechtsaf naar Nieuwkoop fiets. De wind is heftig en ik heb de wind pal van voren, dus het is weer ouderwets ploeteren tegen de wind in.
De fietsroute loopt achter de woningen van Nieuwkoop langs. De polder ligt meters lager dan de ringvaart achter de woningen. Van Nieuwkoop fiets ik langs de N231 naar Nieuwveen en kom bij Uithoorn bij de Amstel. Ik wil nu de Amstel volgen tot in Amsterdam. Ondanks de wind tegen wordt het een mooie tocht. Vanwege het mooie weer zijn er veel boten op de Amstel. Hoe dichter ik bij Amsterdam kom hoe kleiner ook de bootjes worden. Het is een armada van bootjes wat uit Amsterdam de Amstel op vaart.
Gezellig eet men aan boord een hapje of gebruikt een drankje. De mensen genieten en ik geniet mee met de afwisseling op het water. Al fietsende kom ik in Amsterdam langs de Magere brug. De brug moet open om een vrachtboot te laten passeren. De brugwater waarschuwt een paar toeristen die op de brug zitten, dat het contragewicht naar beneden komt. Daar hebben ze nooit aan gedacht. Als ik in het centrum de Amstel verlaat sta ik vrij snel op de Dam waar een Strandvolleybaltoernooi wordt gehouden. Ook hier is het gezellig druk. De levende standbeelden verleiden de toeristen om samen, tegen betaling op de foto te gaan. De koetsjes met Rijnlandse trekpaarden lokken toeristen voor een ritje. Mijn laatste meters gaan naar het centraal station en in anderhalf uur reis ik met de trein terug naar Duiven. Weer prachtige stukjes Nederland gezien.
…………………………………………………………………………………………
24 en 25 juni 2011
Duiven Raalte Zwolle
110 km
Ik ben al zo vaak naar Raalte gefietst dat het soms moeilijk is om weer een nieuwe route te vinden. Ik besluit via Doesburg , Drempt richting Zutphen te gaan. Het stuk van Drempt tot Toldijk gaat langs de bosrand van de bossen bij Hummelo. Ik heb deze route wel vaker gefietst maar het is steeds weer een verrassing. Van Toldijk fiets ik langs de rijksweg naar Zutphen. Daar besluit ik via Eefde naar Oenen te fietsen. In Oenen wil ik bij kennissen aan die daar een minicamping hebben. Henk en Betsie zijn thuis en ik word vriendelijk onthaald. Geruime tijd praten we bij en ik repareer ook nog even de klok van Henk. Dat had ik ook 9 maart vorig jaar gedaan en de Friese staartklok loopt nog steeds. Alleen het slagwerk staat stil. Met wat olie een beetje hulp komt het slagwerk weer op gang. Hoelang de klok zal werken weet ik niet.
De tocht gaat verder naar Bathmen en dan naar Lettele. In Lettele wordt mijn aandacht getrokken door een bordje op het hek van de begraafplaats. Op het bord staat “Betreden op eigen risico”. Wat moet dan wel het risico op de begraafplaats zijn? Er komt iemand met een kruiwagen naar de begraafplaats en ik vraag hem, waarom dit bord. Hij heeft een verhaal over jongeren die op de begraafplaats waren en het kerkbestuur vond dat het bord er moest komen. Een wat vreemd verhaal! Via Heeten fiets ik over Schoonheeten naar de boerencamping in Marienheem, waar ik mijn tentje op zet. Na het inrichten van de tent fiets ik naar Raalte. Mijn moeder zit nu in het bejaardenhuis Zwanewoerd in Raalte. Het is heerlijk weer en ik besluit met mijn moeder in de rolstoel het dorp in te rijden. Ze geniet van de gezelligheid en de bekenden die ze tegen komt. Bij een oom van mij gaan we op bezoek en drinken gezellig koffie. Daarna breng ik haar terug naar het bejaardencentrum en ga zelf naar een camping in Marienheem.
Op de camping maak ik mijn avondeten en om 21.00 uur lig ik al in mijn tentje. Ik slaap heerlijk. ’s Morgens is het bewolkt en nat. Ik heb besloten om naar Zwolle te fietsen maar dan via Raalte, De Elshof en Windesheim. Net buiten Raalte begint het licht te regenen. Uit voorzorg trek ik vroeg het regenpak aan. En het blijft de hele ochtend tot Zwolle regenen. Toch is het een leuke tocht door uitgestrekte weilanden met leuke boerderijen. In Zwolle raak ik de weg kwijt naar uiteindelijk vind ik het station wat men aan het verbouwen is. Ik kan het station zien en toch kan ik er niet bij komen. Ik vraag een paar jongens en die wijzen mij de weg. Het station wordt vernieuwd en de gehele infrastructuur staat op zijn kop. Uiteindelijk kom ik op het perron maar dan moet ik nog inchecken met de OV-chipkaart. Een paaltje om in te checken is niet te vinden. Ik vraag het aan de machinist en hij zegt dat de paal op het andere perron staat. Hij zegt dat hij op mij zal wachten. De fiets staat al in de trein, dus ik hoop dat hij woord houdt. Als ik terug ben vertrekt de trein. Heeft de trein ook eens op mij gewacht.
………………………………………………………………………………………………………..
3 juli 2011
Susteren- Maaseik-Alden Biesen
Met de trein naar Susteren en daar op de fiets verder naar de Power Horse Competition in Bielzen/Alden Biesen.Daar sta je dan op een klein station. Eerst ga ik maar eens wat boodschappen doen in de lokale supermarkt. Wat er ook gebeurt, dan heb je in ieder geval eten en kun je overal overnachten. Het dorp uit naar het Belgische Maaseik geeft nog problemen. Ook nu geeft de TomTom problemen en een echt goede kaart heb ik ook niet. Toch kom ik op de route. Net voor de brug over de maas waar je de stad in komt staat een vervallen hotel. Geen echt visitekaartje. De Maas is maar een stroompje waar bijna geen scheepvaart meer op is. In Maaseik is een prachtig marktplein. Er staat een standbeeld van Hubert en Jan van Eyck (Huybrecht van Eyck) (ca. 1366–1426) was een Vlaams schilder en oudere broer van Jan van Eyck.
……………………………………………………………………………….
25 juli – 1 aug. 2011
Bodenmeer
Maandag 25 juli 2001 start ik met iets nieuws. Ik ben voor 16 dagen fietsbegeleider van de reisorganisatie ‘EFFE WEG’. Twee keer 8 dagen zal ik groepen fietsers begeleiden. Wij gaan met de bus naar Wolffsegg op 30 km van het Bodenmeer. Dagelijks gaan we met de bus vanuit ons vaste hotel in Wolffegg, naar een plaats aan het Bodemmeer om daarna een tocht van 50 a 60 km te maken. De fietsen gaan in de aanhanger van de bus naar de startplaats, aan het einde van de fietstocht staat de bus weer op ons te wachten. De dagelijkse belevenissen zal ik op deze pagina zetten. Of dat zal lukken weet ik nog niet. Ik doe mijn best!
1e Dag Maandag 25 juli 2011
Het is om 08.00 uur een drukte van jewelste op de parkeerplaats bij juffrouw Tok in Didam.
Een twintigtal bussen komt uit het gehele land naar deze verzamelplaats, van waaruit ze verder gaan naar de bestemming. De chauffeur die de verzameltocht vanaf Assen heeft gedaan, begint met het inladen van de fietsen. Na enige tijd meldt zich Willem Roos. Willem is de chauffeur voor de gehele week. De eerste mensen die met de reis meegaan maken kennis met elkaar. Uit de regio Didam en Duiven zijn twee echtparen die elkaar kennen. Het inpakken van de fietsen kost nogal wat moeite, de chauffeur is van mening dat de sturen niet dwars hoeven te staan. Het kost het nogal wat moeite om de sturen langs elkaar in de aanhanger te krijgen. Uiteindelijk lukt het. De gasten kunnen in het restaurant nog een kopje koffie krijgen. Om 9.15 uur begint de bustocht. Willem zegt dat we flink moeten doortrekken want de tocht is ca 650 km.
Hij probeert het zo in te delen, dat we ook de verplichte stops, die hij moet maken, kunnen inpassen. Helaas moeten we aan het einde van de dag wegens een wegomlegging een flink stuk omrijden. Dit heeft tot gevolg dat we op 20 km voor Wolfegg /Alttann nog een stop van een half uur moeten maken. Dit heeft weer tot gevolg dat we om 20.30 uur aankomen en om 21.00 uur aan tafel gaan. Je merkt dat men in de bus elkaar al heeft leren kennen. Bij het eten zitten weer de zelfde mensen aan een tafel.
…………………………………………………………………………….
Uhldingen naar Lindau,
57 km.
Gisteravond heb ik met zeven mensen de huurfietsen uitgezocht. Dat gaf nogal wat problemen. Wat ze aan huurfietsen hebben zijn, laat ik maar zeggen, vijf stuks Nederlands model, dus de gewone toerfietsen en daarnaast allen citybike’s. Wat stoerdere fietsen zonder spatborden en dikke banden. Ik heb twee dames die een citybike moeten gebruiken. De fietsen rijden perfect, een dergelijke fiets zonder spatborden vindt men raar.
De bus brengt ons naar Uhldingen. Op de TomTom rijden we als groep naar de route. Men heeft vrij snel door dat de route lang het Bodemmeer goed te volgen is. Echt tijd om de plaatsen te bezichtigen of een museum te bezoeken is er niet. Het blijft bij korte rustpauzes in de dorpen en steden. Na Meerburg valt de groep uit elkaar. In Friedrichshaven tref ik weer 4 mensen van de groep en enige tijd fietsen we samen op. Bij Langenargen bekijk ik de hangbrug, het is een van de eerste hangbruggen die eind 1800 werd geopend. Ik zoek de route langs het meer weer op en zowaar herken ik het bankje aan het meer, waar ik op weg naar Rome ’s morgens een rustpauze maakte. Weer geniet ik van het mooie weer en het uitzicht over het Bodemmeer.
Bij Kresbornn fiets ik verkeerd en kom door het stadje, wat op zich geen bijzonderheden heeft. Ik zak af naar Nonnenhorn en kom weer op de route. Afspraak is dat we om 16.30 uur bij de bus zijn. Ik zit goed op schema en met een aantal anderen die ik onderweg trof, gaan we gezamenlijk naar Lindau. We hebben nog tijd voor een terrasje. In de stad is het weer toeristen topdrukte. Ik kijk even bij de haven, waar een jonge dame reuzen zeepbellen maakt. Het is spectaculair om de zien. Ik vertrek naar de parkeerplaats om Willem Roos onze chauffeur te helpen met inladen van de fietsen. Afspraak is, dat als iemand niet op tijd op de afgesproken plaats is, men mij zal bellen. Ik heb gisteren iedereen een kaartje gegeven met mijn mobiele telefoon nummer
………………………………………………………………………..
3e Dag woensdag 27 juli 2011
Sodemieters, ik dacht dat het vakantie was, maar er moet hard gewerkt worden. We fietsen bij het hotel weg. Ongeveer de helft van de gasten begint in Wangen, dus met 15 mensen fietsen we van Alttannn/Wolfegg richting Wangen. Stoer fiets ik voorop, de groep volgt als kuikentjes achter de moedereend. Ja, en dan is moeder eend wat gehaast. Waar Jan Vlaswinkel, die de reizen heeft uitgezet zegt;”bij de slagboom linksaf. ” Fiets ik gewoon naar het dorp Wolfegg. De hele meute achter mij aan en in Wolfegg vind ik bordjes van de Bodensee fietsroute. In hoera stemming dalen we, ca 1 km, de berg af. Onderaan krijg ik twijfel of wel op de Bodenseeroute ben. We draaien om en beginnen aan de klim naar boven. Ik probeer de moed er in te houden, en roep; “dit is een rondje van de zaak.” De eerste niet echte klimmers blijven achter. Ik kijk niet om, ze komen wel. In Wolfsegge ga ik richting Kisslegg en vind de juiste route. Daarna is het een fluitje van een cent. Wij rijden door het boerenland van de Allgau. Prachtig al deze dalen met wei- en bouwlanden, natuurlijk ook prachtige vergezichten, met op de achtergrond de Alpen. Al vrij snel na Wolfsegg begint het te regenen, we stoppen om de regenkleding aan te doen. Een paar kilometer verder is het weer droog, dat blijft voor de rest van de dag zo. We genieten en in Kisslegg maken we de eerste stop bij een konditorij. De konditorij/bakkerswinkel heeft aan de zijmuur een raam voor de bediening. De rest, het gebak kan men in de winkel , tussen zwermen wespen, uitzoeken. Het open raam gebruiken ze als vliegroute , om daarna in de vitrine zich te goed te doen aan de zoete taart en andere lekkere dingen.
Na de koffiepauze fietsen we verder. In de route beschrijving staat dat er nog een paar ‘kuitenbijters’ komen. Een prachtige naam voor gewoon een flinke bult van maximaal 16 %. Als het een drankje van 16 % is kun je het na verloop van tijd merken, maar nu is het direkt raakt. De vrouw die gisteren wat problemen had met de huurfiets gaat als een speer naar boven. Zonder te stoppen trekt ze in een keer door. Een flink aantal mensen moet het laatste stuk lopen, maar ik zij komen boven. We hijgen gezamenlijk even uit. Dan gaat de tocht verder. Bij Kressbron krijgen we een prachtig uitzicht op het Bodenmeer. Het weer is de hele dag prachtig gebleven en we genieten van de tocht. Op het afgesproken tijdstip komen we bij het station van Kressbron, de fietsen worden ingeladen en we beginnen aan de terugtocht naar Alttann.
……………………………………………………………………….
4e Dag donderdag 28 juli 2011
Al vroeg zitten we in de bus op weg naar Friedirchshafen waar we de veerboot naar Romanshorn nemen. Daar begint de fietstocht langs de Zwitserse kant van het Bodenmeer. We starten als groep, maar na een aantal kilometers bleven de eerste fietsers achter. Geen probleem, iedereen is vrij en men hoeft niet in groepen te fietsen. In Kreuzlingen komen we bij de grens met Konstanz. De grens van Zwitserland en Duitsland slingert tussen de beide steden, de tegen elkaar liggen. Ik gebruik de TomTom om het centrum van Konstanz te vinden. Op de Bodanplatz, een plein in Konstanz, is een gezellige drukte. we zetten de fietsen neer en ik waarschuw dat we uiterlijk 13.15 uur weer moeten vertrekken, om op tijd in Stein am Rhein te zijn. Iedereen gaat zijn eigen weg; even op een terras of de stad in. Op de afgesproken tijd gaan we terug naar de route in Zwitserland. We fietsen langs het Bodenmeer naar Stein am Rhein wat een schilderachtig stadje is. Daar krijg ik een telefoontje van een groep die net voor Stein am Rhein verkeerd is gereden. Ik fiets even terug en breng de groep op de juiste weg. Om 16.30 uur vertrekken we met de bus.
Op de terugweg, op een tweebaansweg, probeert een jonge man de bus met aanhanger in te halen. Er komt een tegenligger en de inhaler raakt de voorkant van de bus, schiet tegen de vangrail, daarna dwars over de weg een sloot in en komt weer op de weg tot stilstand. Onze bus kan net op tijd stoppen. Alle airbags van de auto zijn uit, toch stapt de jongeman ongedeerd uit de totaal vernielde auto. Hij heeft zeer veel geluk gehad. Dit had een dodelijk ongeval kunnen zijn. Door de afhandeling door de politie hebben we ander half uur vertraging en komen pas tegen 21.00 in het hotel.
………………………………………………………………………..
5e Dag vrijdag 29 juli 2011
Vandaag staan de watervallen van Schaffhausen in Zwitserland op het programma. De bustocht daar naar toe duurt zeker twee uur. Ongeveer de helft van de gasten gaat mee. De overige gasten blijven in het hotel en maken er een relax dag van. Zelf blijf ook in Alttan en ga op de fiets de omgeving en het dorp Wolfsegg verkennen. Wolfsegg heeft een prachtige barok kerk
…………………………………………………………………………..
Rondje Nederland
15 aug. 2011
Vlissingen – Philippine
Eindelijk is het zover, ik kan verder met mijn rondje Nederland. Dit voorjaar op 7 april 2011 eindigde de laatste etappe in Vlissingen. Dit voorjaar heb ik verder geen mogelijkheden gehad om meerdere dagen te fietsen. Het blijkt dat het wethouderschap toch de nodige tijd kost en meerdere dagen vrij moet ik van te voren plannen, want de agenda staat weer wekelijks van maandag tot donderdagavond vol. Maar nu gaan mijn vrouw en dochter samen op pad en kan ik ook mooi weg.
Ik heb het weekeinde mijn bepakking in de fietstassen, aan de hand van de paklijst nog eens gecontroleerd. Zondagavond heb ik de fiets met tassen al klaar gezet, want ik wil om 06.02 uur al met de trein uit Duiven naar Vlissingen. Als alles volgens plan loopt ben ik om 9.20 uur in Vlissingen. Ik moet in Arnhem, Nijmegen en Roosendaal overstappen en de tijd daar voor is soms beperkt tot zes minuten. In die tijd moet je vaak twee keer met de lift naar een ander perron. Vaak op het laatste moment haal je de trein. Maar het lukte allemaal. In juli en augustus mag je ook in de spits met de fiets in de trein en dat is te merken aan de drukte. De plaats voor de fietsen in de trein is vaak veel te klein. Met drie fietsen staat alles vol. In ’s Roosendaal staan al twee fietsen in de coupe en stappen nog twee dames met fietsen in de trein. Een conducteur ( een wat zwoel type) die ook instapte zei direct:” O, hier kan ik niet door.” Een van de dames zei direct:” Maar u kunt er toch zo overstappen.” “Nee daar begin ik niet aan. Dadelijk lig ik languit en bezeer mij. Nee, de fietsen moeten echt aan de kant” was zijn antwoord. Gelaten beginnen we de fietsen te rangschikken, maar de mevrouw blijft het onzin vinden. Als de conducteur naast de fietsen in een hokje verdwijnt zegt ze: “ Wat een type hé?”
De dames laten de fietsen staan en gaan in de coupe zitten. Als ik ook een plaats in de coupe zoek en langs de dames op loop kan ik het niet laten om te zegen; de conducteur wil de fietsen nog iets anders hebben. De dames kijken mij verschrikt en met een lach maak ik duidelijk dat het een grapje is.
Vlissingen stappen we uit en fietsen allemaal naar de snelboot naar Breskens. Op de boot kom ik met de dames aan de praat een van de vier dames is met de fiets gevallen en komt met een pijnlijke knie op de boot. Zelf het stukje van de trein naar de boot heb ik mijn helm nog opgezet. Maar wij Nederlanders vinden dat maar stom.
In Breskens zoek ik de route naar het fietspad door de duinen. Eerst neem ik de tijd om een heerlijk over de Westerschelde te kijken. Het is prachtig weer en ik heb het idee, waarom zou ik mij haasten.
Na enige tijd wordt ik aangesproken door een fietser. Het is Paul Stoop uit Knokke. Hij fietst elke dag een stuk door Zeeuws-Vlaanderen en kent de weg feilloos. Hij vraagt of we samen zullen fietsen. Dat is natuurlijk leuk en Paul weet van alles te vertellen over plaatsen, het stand, de vuurtoren, de zwarte polder en het Zwin.
Bij Het Zwin nemen we afscheid en scheiden onze wegen. De eerste plaats die ik bezoek is Retranchement. Wikipedia omschrijft Retrachement als volgt:Het omwalde dorp Retranchement is een overblijfsel van een veel groter geheel van versterkingen dat bedoeld was om de Staatse oever van het Zwin te beschermen. In 1604 werd er door Prins Maurits een bescheiden versterking aangelegd waar slechts enkele soldaten met hun gezinnen woonden. Dit geheel bestond uit het ‘Retranchement Cadsandria‘ met Fort Oranje in het noorden en Fort Nassau in het zuiden, die op 1 km afstand van elkaar waren gelegen en omstreeks 1621 werden gebouwd. Het dorpje heeft nog steeds een intieme sfeer en een karakteristieke molen.
Ik vertrek in oostelijke richting en kom door een landschap met veel wallen en bomen er op die Zeeuw-Vlaanderen zo karakteristiek maken.
Ik fiets richting Sluis wat ik dan zie is een volslagen verrassing. Het is 15 augustus en dat is Maria hemelvaart of Maria tenhemelopneming. Het is voor de Belgen een feestdag en alle Belgen hebben vrij. Massaal komen ze Sluis om te winkelen maar vooral ook om mosselen te eten en slenteren door de stad. Op Internet wordt Sluis omschreven als winkelstad die maar twee sluitingsdagen: 1e Kerstdag en Nieuwjaarsdag
Vroeger kwamen de Belgen naar de seksshops in Sluis omdat men in België geen seksbladen en artikelen mocht verkopen. Ik loop met de fiets aan de hand door de stad bekijk Het belfort van Sluis. Het is een raadhuis waarvan de bouw mogelijk in 1386 is begonnen. Het is het enige belfort in Nederland, dat volgens sommigen thuishoort op de lijst van 56 belforten in België en Frankrijk die als werelderfgoed erkend zijn door de UNESCO.
De toeristen hebben er geen oog voor, ze flaneren rijen dik door de straten, of zitten met het prachtige weer op de terrasjes om naar de flanerende soortgenoten te bekijken. Ik voel daar niets voor en mijn volgende doel is Aardenburg. Het vreemde is, dat in deze mooie historische stad geen toerist is te zien. Aardenburg was al bewoond in de Middensteentijd, maar werd pas een werkelijk grote nederzetting in de Romeinse tijd, toen na 174 een castellum werd gebouwd voor de kustbewaking van de grenzen van het Romeinse Rijk. Aardenburg lag toen nog aan een riviertje, dat een verbinding met de zee gaf. Het oudste gebouw van Aardenburg is de Sint Baafskerk waar op Maria hemelvaart een tentoonstelling is. Ik zet de fiets voor de kerk en bekijk de tentoonstelling die bestaat uit beelden van de restauratie van de kerk. Indrukwekkend is de tentoonstelling niet te noemen. De stad uit is de juiste weg even moeilijk te vinden. Ik heb eigenlijk geen einddoel voor vandaag, maar geleidelijk begin ik te denken aan Filippine . Van Aardenburg loopt de route via Sint Magrieten in België.
Direct zie je het verschil, want de woningbouw is veel vrijer als in Nederland. Vanaf Sint Magrieten is het weer zoeken naar de beste route. Eigenlijk maakt het mij niet zoveel uit; het is allemaal leuk, in deze voor mij nieuwe omgeving. Bij Veldzicht kom ik Nederland weer binnen, IJzendijke, ook een oude vestingstad, wil ik de doodschappen doen. Na twee keer vragen ik vind de lokale C1000. Ik haal boodschappen en een biertje. Op het pad naar de stellingmolen neem ik een half uurtje rust. Het is nog 13 km naar Philippine, dus nog een uurtje fietsen.
Wie Philippine zegt, zegt mosselen. Een dorp met 2200 inwoners, maar wel met zo’n 800 restaurant stoelen, verdeeld over acht restaurants. Vijf van de acht patrons zijn familie van elkaar. Ze hebben dezelfde grootvader: Arie Wiskerke. Een mosselvisser, die hier in 1949 een mosselrestaurant begon. http://www.mosselstad.nl/ De Belgische toeristen zitten vandaag met het mooie weer massaal op de terrasjes mosselen te eten. In het centrum zoek ik op mijn telefoon welke campings in de buurt zijn. Minicamping Sattva Braakmanweg 18 spreekt mij wel aan. Wat ik mij bij de naam Sattva moet voorstellen weet ik niet. Het blijkt maar een kilometer buiten het dorp te zijn. Op de TomTom fiets ik naar het adres. Als Eva in de TomTom, ‘bestemming bereikt”, roept zie ik niets wat op een mini camping lijkt. Ik vraag een passerende jonge dame of ze de minicamping weet. Ze zegt, kijk eens achter je”. Ik kijk en zie het bord minicamping op de schuur.
Achter de schuur ligt een andere wereld. Een wereld van rust, stilte en samenhang. Een grasveldje onder de bomen en omgeven door struiken, vijver en overdekte picknicktafel, maken het een totaal rustpunt. Er zijn geen andere gasten op de camping. Hier kom je niet tot rust. Hier ben je rust. Rust met de omgeving. Rust als innerlijke uitstraling. Genieten is leuk, toch moet ik koken. Ik kan het niet laten om op internet te zoeken naar de betekenis van Sattva. Sattva staat voor evenwichtigheid – sat betekent zijn . In deze toestand van bewustzijn is er geen handelen meer in de geestelijke zin van het woord, hoewel de handen toch druk kunnen zijn. Sattva betekent harmonie – in handelen, en een stille geest die in evenwicht is. Sattva is dan ook te zien als het evenwicht tussen rajas en tamas. Sattva is een Indiase denkwijze, in het algemeen spelen drie begrippen een belangrijke rol: sattva, rajas en tamas. Zij worden samen de drie guna’s genoemd. Sattva is noch doodsstil, noch voortdurend druk. In een Sattvische toestand is elk bewustzijnsniveau rein op zijn eigen manier. Dit betekent juist handelen, juist spreken, juist denken en juist voelen. Deze voor de camping gekozen naam is geheel juist.
……………………………………………………………………………………………………………….
16 aug. 2011
Philippine – Baarle Nassau
127 km.
Mijn vertrek is al redelijk vroeg en ik zie geen bekenden meer. Van Phillipinne vertrek ik richting Sluiskil.Net buiten Philippine op de Zandstraat staat een bordje fietsfoute Sluiskil. Op goed geluk neem ik het weggetje de Vergeartpolderweg en kom weer door uitgestrekte polder gebieden. Ten noorden van Sluiskil moet een brug over het kanaal zijn, maar als ik in Sluiskil bij het kanaal kom, zie ik een pont die net aanlegt. Ik kan zo op de pont fietsen. De kapitein groet en als enigste klant brengt hij mij naar de overkant. Ik hoef ook niet te betalen. Maar dan, Nu sta ik op een industrieterrein en weet niet hoe ik naar Axel kan komen. Ik fiets langs het kanaal van Terneuzen naar Gent richting N61. Ik zie een bordje fietspad naar Axel maar men is het industrieterrein aan het uitbereiden waardoor het niet erg duidelijk is. Een passerende fietser vraag ik voor de zekerheid. “U kunt daar vis dat nieuwe betonpad en dan kom je langs de autosloperij naar de weg naar Axel”. Geeft de man in duidelijke uitleg weer. Ik volg zijn aanwijzingen op en kan de autosloperij en de weg naar Axel vinden. Eigenlijk fiets ik achter het industrieterrein langs over de Koegorsstraat. In de omgeving van de spoorwegovergang staan vijf windmolens. Op de N686, via Buthdijk moet ik linksaf naar Axel en kom daarbij langs een prachtig natuurgebied de Axelsekreek, vermoedelijk een oude zeearm. Axel ligt op een wat verhoging in het stadje telde in 2009 7923 inwoners (die Axelaars worden genoemd) en was tot 2003 een zelfstandige gemeente. Nu hoort het bij de gemeente Terneuzen. De stad vervult een de functie van streekcentrum, met betrekkelijk veel winkels. Ik fiets het stadje door maar het is rond 09.00 uur nog niet druk. Bij de kleine Kreek wat een onderdeel van de Axelsekreek is, maak ik een pauze voor het ontbijt. In de kreek spuit een fontein. Een jonge fuut roept permanent zijn ouders de verder op de plas drijven. Twee vissers zitten in een bootje. Ik eet mijn krentenbollen met kaas. Dan is het tijd om verder te gaan. Ik wil een kijken of ik de boerderij van ben Ysebaerd kan vinden. Ik weet het adres en volgens de gegeven van de TomTom ligt het redelijk in de route naar Hulst. Via de Linedijk kom ik in het plaatsje Kijkuit. Het is niet meer dan vijf huizen op een dijk. Een kilometer verder kom ik op de Reigerbossestraat. Het is 10 uur als ik bij Ben aan bel. Hij is thuis en natuurlijk is zijn verbazing groot. Hij zit in de kamer met twee jonge mannen te praten. De loonwerker heeft te kennen gegeven dat hij stopt en nu moet wil hij met de buren samen een nieuwe combine kopen. Ben heeft ca 250 ha land. De mannen maken duidelijke afspraken en vertrekken. Samen met Ben drink ik koffie en wij praten over de Power Horse Competition waarvan Ben de voorzitter is en ik de secretaris penningmeester. Tegen 10.45 uur vertrek ik richting Hulst. Ondanks het uitgebreide landbouwgebied kom ik toch langs natuurgebieden.
Hulst is weer een oude vestingstad met stadwallen. In het centrum staat een bijzondere kerk. Op het plein is het gezellig druk op de terrasjes. Daar heb ik even gen zin in en zoek een plaatsje onder een boom en kan zo het hele plein bekijken. De toren van de kerk, die een basiliek blijkt te zijn, heeft een vreemde vorm. Internet geeft aan dat de toren van beton is en in 1957 is opgebouwd.
Na een half uur rust besluit ik via de N290 richting Sint Niklaas in België te gaan. Bij Kapelleburg passer ik de grens. Nu probeer ik gewoon een bordje fietspad naar Antwerpen te vinden. Dij de autoweg A11 zijn twee rotondes en zowaar vind ik een bordje fietspad Antwerpen. De afstand is ongeveer 25 km. Nadeel is dat de route langs de snelweg loopt. Toch houd ik die route maar aan omdat ik anders aan het dwalen kom. Op de gronden langs de A11 is veel fruitteelt met grote perenboomgaarden. De peren zien er verleidelijk uit en ik leen een peer de heerlijk smaakt. Nog twee maal passeer ik een boomgaard waar ik een peer leen. Het doet mij denken aan vroeger. Thuis kon je het fruit gewoon uit de kist pakken, maar ze bij de buurman uit de boomgaard halen was veel spannender. Vlak voor Antwerpen buigt de route af naar de Schelde Kennedytunnel.
De tunnel heeft een speciale tunnel voor fietsers en wandelaar. Het vreemde is dat je met de lift naar beneden moet. Het is een soort tandradbaanlift die 15 m schuin naar beneden gaat.
Dan heb je nog 690m tunnel van 4 m breed en dan kom je weer bij een tandradbaanlift. Nu volg ik de route naar het centrum en op de gezellige grote Markt neem ik een bolletje Dekoning bier. Op het terras zit ook xxx uit Amsterdam. Hij heeft een Japanse vriendin bij zich die aanzienlijk jonger is. De vriendin verstaat wel Nederlands maar spreekt het maar mondjes maat. Jan begint zelf over haar te vertellen. “Ik 69 jaar en heb in Amsterdam een café. Van oorsprong kom ik uit de Achterhoek en via Kleef waar ik een café had ben ik nu in Amsterdam gekomen. Samen met mijn vrouw runden wij het café. XXXX werkte in het Ocura hotel en ze was een vriendin van mijn vrouw. Helaas kreeg mijn vrouw kanker en ze daaraan overleden. Na het overlijden van mijn vrouw bleef xxx komen en de gezelligheid die wij aan elkaar hebben groeide. Ik haar gevraagd of ze het geen probleem vond dat ik bijna 30 jaar ouder ben. Ze heeft daar echter helemaal geen probleem mee en zo leven we nu samen en gaan soms op reis. Het houdt je jong.” Ik krijg van Jan een kaartje van zijn café in Amsterdam en de uitnodiging om op de koffie te komen. “Mensen uit de achterhoek krijgen bij mij altijd gratis koffie”, zegt hij om de binding met zijn geboortestreek te benadrukken.
Het wordt tijd om de stad te verlaten. Het is nog 50 km naar Baarle-Nassau waar ik een camping ken. Dat wordt nog stug doortrappen. Ik volg de N115 tot Rijkevorsel. Daar kom ik op een route die ik nog ken van mijn tocht naar Santiago de Compostela. Zowaar herken ik de strafinrichting bij Merksplas ooit door de Nederlanders gebouwd om landlopers en vreemd volk op te bergen. Het lijkt heel veel op de strafinrichting in Veenhuizen in Friesland. Van Merksplas ga ik door het landelijk gebied en passeer tegen 19.00 uur de grens met Nederland.
Op de camping probeer ik mij aan te melden. Er is niemand thuis. Nog een keer ga ik kijken maar ook nu niemand dus duik ik na het eten mijn tentje in en slaap heerlijk. Camping Veldrust, Veldbraak 11, Baarle-Nassau. Voor die prijs is Veldrust een toepasselijke naam.
…………………………………………………………………………………………………………………
17 aug. 2011
Baarle Nassau – Gastel
62 km.
In het ochtendgloren fiets ik weg. Het is prachtig weer. Droog en voor de tijd van het jaar een goede temperatuur. Na een paar kilometer verder kom ik in een rustig landbouwgebied op de grens met België. Een bankje nodigt uit voor het ontbijt. In het weiland grazen vredig een paar koeien met kalveren. Stilte en rust, ver van de bewoonde wereld. Na het passeren van de grens kom ik in Poppel en Belgisch dorp. Van het dorp is niets bijzonders te vertellen, of het moet het gemeentehuis midden in Poppel zijn. Het is een oud pand met aan vier zijden trapgevels en in een van de hoeken een ronde toren.
Reusel is de volgende plaats in Nederland, Ik fiets in het Branbantseland maak kilometer na kilometer bezoek dorpen als Badel en fiets naar richting Bergeijk. Bergeijk is een wat grotere plaats en het wordt tijd om de boodschappen te doen. Ik schat in dat ik in de loop van de middag in Budel kan zijn. Dat lijkt me een mooie plaats om te overnachten. Ik zie wel waar ik een camping kan vinden, Via de Benadictusdijk kom ik op de grens van Nederland en België langs de Achelse Kluis een Trappistenklooster net over de grens. Helaas weet ik te weinig van dit klooster en neem niet de tijd om het nader te bezoeken. Het klooster ligt achter de muren. Het is er wel druk met auto’s. Via de bossen bij de Achelse Kluis kom ik weer in Nederland in het centrum van Budel is een VVV. Ik ga daar meer een proberen of men een minicamping heeft. Een aller vriendelijkste jonge dame die echt geknipt is voor haar werk legt mij uit waar het is en hoe ik moet rijden, Ze is begin twintig maar je merkt aan alles dat ze op dienstverlening is ingesteld. Niets is haar te veel en ze wenst mij een goede reis.
Vanwege het mooie weer zit men nog op het terrasje op het plein van Budel. De camping is in Gastel, een klein plaatsje op ca drie kilometer van Budel. Ondanks dat het dorp maar klein is moet bik wel even zoeken. De TomTom helpt mij maar als ‘Eva” roept bestemming bereikt sta ik in een woonstraat. Toch zie ik daar een bord minicamping. Achter het huis kom ik op een prachtig ingerichte camping. De eigenaar Bert komt mij verwelkomen. Ik krijg koffie en we praten over het ontstaan van de camping. Hij is pas een paar jaar bezig. Maar heeft er wel wat leuks van gemaakt. Bijna alle plaatsen zijn bezet maar ik kan op de kopse kant staan. Met de campinggasten krijg ik bijna geen contact. Op zich niet erg. Ik kook mijn potje spaghetti,lees nog wat en dan moet ik de tent in. Nachtrust. Thuis zou ik er niet aan denken om 20 uur naar bed te gaan, maar na een dag fietsen slaap je altijd.
’s Morgens maak ik nog een rit van 15 km naar Weert. Via de TomTom kom ik bij het station van Weert en hier begint mijn terugreis, maar hier zal ik ook weer het vervolg van een rondje Nederland beginnen.
………………………………………………………………………………………………………..
10 sept. 2011
Duiven – Klarenbeek
De herfst is ingevallen. Hoewel, de zomer van 2011 was meer een aaneenschakeling van herfstdagen. Regen. Kou. We hebben het allemaal gehad. Het voorjaar was warm en droog, maar de natuur compenseert het. Nu hebben we de natste zomer sinds jaren. Ik kan nog even weg. De weersverachtingen voor het einde van de week zijn droog, zon en temperaturen rond de 25 graden. Wel is er kans op onweer in de nacht. Nauw daar laat ik mij niet door weerhouden. De kans dat het onweer in mijn tentje inslaat is zeer gering.
Zaterdagmiddag om 14.00 uur vertrek ik van huis. De fiets opgepakt met de gehele uitrusting. Het gevoel van vrijheid komt weer over mij als ik de straat thuis uit fiets. In Duiven moet ik nog menigeen groeten en buiten de bebouwde kom wordt het groeten snel minder. Ik kies voor de route langs het industrieterrein Nieuwgraaf. Nu ik weer wethouder ben kijk ik weer met andere ogen naar het industrieterrein. Het onderhoud van het openbaar groen wordt door de bezuinigingen minder.
We zouden daar meer geld aan moeten besteden. Helaas de gemeente krijgt minder geld en dan is bezuiniging op openbaar groen minder pijnlijk. Bij Ikea is men volop met de nieuwbouw bezig. Er lopen verkeersregelaars want met meer dan een miljoen bezoeker heeft Ikea meer bezoekers dan de Efteling, zoals de burgemeester altijd zegt. Volgend jaar leggen we de rotonde bij Ikea aan en dan moet alles weer vlekkeloos lopen. Ik kom bij de oprit van het fietspad van de brug over de A12. In de haarspeldbocht staan wat mensen. Een man van naar schatting 75 jaar zit in het gras. Hij kijkt wezenloos voor zich uit. Een vrouw steunt hem en de nog vier mensen staan om hen heen. De fietsen staan tegen het hek. Er is voldoende hulp dus kan ik doorfietsen.
Het is heerlijk weer en op de IJsseldijk langs het industrieterrein de Beemd in Velp heb ik de wind in de rug. Op de Lathumse voor weg kom ik over het erf van de Steenwaard. De boerderij in omgeven met meidoornhagen en in de hoek van het weiland staat de paal met het ooievaarsnacht. Het nest heeft dit jaar wel jongen gehad maar ik nu niks mee. De toegangspoort naar het erf van de boerderij wordt gevormd door een perenboom. Ben Hendriks schrijft over het veerhuis:
Veerhuis
Het veerhuis was en is ook een boerderij. De boerderij, de Steenwaard, zal vernoemd zijn naar de grote waard die zich vanaf de Lathumseveerweg naar het noorden langs de IJssel uitstrekt.
Aan het eind van de Lathumseveerweg, aan de oever van de IJssel, staat het voormalige veerhuis. Tot ongeveer 1975 was hier, aan het einde van de Lathumseveerweg, een pontje naar Lathum, een dorpje aan de overkant van de IJssel. Sinds de komst van de grote verkeersbrug in de snelweg Arnhem – Oberhausen, de A12, was het veer niet meer rendabel en werd het pontje opgeheven.
Het blijft, vooral ’s zomers wel druk op dit punt, want vele Velpenaren maken regelmatig een tochtje naar de IJssel. Maar ook ligt het veerhuis aan een route, die veel door recreatiefietsers wordt gereden, een route die voor een groot deel de IJssel volgt. Het veerhuis is tevens boerderij. Op de achtergevel is de naam van de boerderij vermeld, ze heet de Steenwaard, naar de grote waard, die ten noorden van de Lathumseveerweg ligt (of wellicht is de waard genoemd naar de boerderij). Bij de IJssel maak ik een stop. Een heerlijke plaats om even te stoppen. Het veer is er niet meer, er staan vijf bankjes en ze zijn bijna allemaal bezet.
Het fietspad loopt langs de IJssel. Een Duits jacht vaar stroom af. Om eens te weten hoe hard het jacht gaat fiets ik mee op. Het jacht haalt een snelheid van 18 km. Op het voordek zit een vrouw.
Bij Rheden koop ik bij Albert Hein boodschappen. Krentenbrood, kaas, vlees voor de spaghetti en een fles wijn. Daar haal ik morgen wel mee. Dan bedenk ik dat de benzine van mijn brander bijna op is. Mogelijk heb ik nog net genoeg, maar laat ik maar een halve liter tanken. Ik vind een pomp en tank voor 70 eurocenten. Ik kan weer vooruit. Bij AH fietste ik op met een jong stel van ca 30 jaar. Zij, met wapperende blonde haren trok de aandacht. Het zijn vooral de lange blonde haren die haar tot een mooie verschijning maken. Later zit ze op een muurtje een ijsje te eten. Weer trek ze mijn aandacht. Ze is mooi. Haar lange haar maakt het plaatje compleet. Als ik later via de Schietbergseweg naar de Posbank fiets haalt het stel mij weer in. Nu weet ik uit ervaring, niet meefietsen. Ga je eigen tempo. Ik trap in de kleinste versnelling stug door. Het laatste stukje is bijna 10 procent. Op de bank van de Posbank zit een man en ik kan zien dat hij zich uitrekt om mij te volgen. Waarschijnlijk denkt hij dat ik het niet haal. Ik heb nog kracht over en als ze naar mij kijken, gaat de adrenaline omhoog en de wil om het te halen. Ik voel de hardslag omhoog gaan. Ik kom boven. Het is druk bij het restaurant alle tafeltjes buiten zijn bezet. Ik stop niet. Het snelt wordt de hartslag weer normaal als je rustig doorfiets. Ik neem het fietspad langs het restaurant en ga op de kruising rechts. Ik ken de weg redelijk goed en na een paar honderd meter neem ik het zandpad links. Nu kon ik in de Onzalige bossen. Er is niemand. Wandelaar durven dit bos niet in omdat ze bang zijn te verdwalen. Het merendeel van de mensen vindt dit te ver van de parkeerplaats of is bang om te verdwalen. Ik heb hier in de zeventiger jaren onderzoek aan vossen gedaan en ik ken de structuur van de wegen nog. De Ringallee van de onzalige bossen heeft een half verharding met grind. Toch is het weer even zoeken waar ik links de Ringallee moet verlaten. Via zandpaden die bijna niet te fietsen zijn kom ik op de Lange Juffer het fietspad richt Imbos.
Ik volg het fietspad tot de Bloemersweg en dan de Schaapsallee. Daar ga ik link langs het naturistenterrein van de Lichtbond Gelre. Ook in de zeventiger jaren heb ik eens contact met de naturisten gehad. Het terrein is geheel afgeschermd en de meeste mensen zullen niet weten dat hier een naturistenterrein is. Via de fietspaden van de Loenermark kom in Loenen. Nu is het nog en paar kilometer naar de minicamping die ik op het oog heb. Het terrein ligt net over het Apeldoornskanaal. Het is een kleine camping op een voormalige kippen boerderij. Ik fiets het veldje op maar ik merk dat de grond zo sompig is dat ik weg zak. Die plaats is niet bruikbaar, langs de kant is een wat hogere plek daar wil ik mij installeren.
Op internet wordt de camping als volgt omschreven: Mini Camping ‘t woud is een kleine gezellige boerderijcamping met ruime plekken en goede voorzieningen. Mooi landelijk gelegen vlak langs het Apeldoornskanaal. Nabij Loenen en Klarenbeek op de Veluwe. De Camping is aangesloten bij de S.V.R. Op de camping zijn aanwezig een wasmachine, een centrifuge,warm water (voor de afwas gratis),ruime douche gelegenheid en goede sanitaire voorzieningen zoals thermostaatkranen in elke douche. Extra wasgelegenheid afsluitbaar doormiddel van douchegordijn .Extra wasbak met stopcontact en scheerspiegel. In de toiletten en douche zijn extra beugels bevestigd voor mensen die slecht ter been zijn.
De eigenaren, Anthon en Marie van de Wetering
Ik ga mij aanmelden en Anthon en Marie hebben de zoon en schoondochter uit Voorthuizen op bezoek. Die zijn met de Kawisaki moter aan het toeren en gezellig drinken we een kop koffie, Athon zegt tegen mij, “je hebt een bekend gezicht.”Nu hoor ik dat de laatste tijd wel vakere en ik zeg: ”Herman Finkes is mijn jongere broer.”Er wordt direct gelachen. Een zo gaat het even door. Als ik zeg dat ik maar een overnachting wil, omdat ik maandag weer moet werken, zegt de schoondochter: Ik denk dat je een vertegenwoordiger bent, want jij weet het wel te brengen. Ik vertel dan maar dat ik wethouder ben en de kost verdien met praten. Nu, daar kunnen ze zich ook wel iets bij voorstellen. Ik zoek mijn tentje weer op en ga eerst eens een half uurtje lezen in mijn e-reader,
Ik installeer mijn tentje. Bij elke plek staat een picknicktafel en begin met koken. Na 25 minuten is het eten klaar en het is weer lekker als vanouds. Wijntje erbij! Dan nog een uurtje lezen, maar helaas ben ik mijn lampje vergeten. Om 21.30 is het donker. De lucht is donker, dreigend. Zwarte wolken rollen binnen, in de verte boven de Veluwe, zijn boven de wolken de bliksemflitsen te zien. Gelukkig ben ik er niet bang voor. Noodgedwongen ga ik mijn tentje in. Geen lampje wil zeggen, niets meer lezen. Dus probeer ik wat te slapen. Ik overdenk deze week.
Zondag kreeg ik het bericht dat mijn moeder op 86 jarige leeftijd in haar slaap was overleden. Ze heeft een mooi en rijk leven gehad. Donderdag hebben we op een mooie manier afscheid van haar moeten nemen. Zo als ze altijd zei: “Ik ga niet dood. Ik ga verhuizen.” De grote verhuizing. Ik hoop dat ze op een mooie bestemming is.
Nu besef je dat je geen ouders meer hebt en zelf naar voren bent geschoven. Je bent nou vader en opa en de oudste van de familie. Het onweer zet niet echt door, het blijft boven de Veluwe. Er valt geen regen. Nadeel is wel als je zo vroeg naar bed gaat dat je ’s nachts rond 3.00 uur weer wakker bent. Ik ga voor een sanitaire onderbreking mijn tentje uit. Het is een heerlijk rustige nacht. Toch maar weer slapen. Ik word weer wakker van geluiden. Ik hoor plastic en iets van metaal vallen. Als ik mijn tentje open maak zie ik de boosdoener. Een dikke kat is met het plasticbakje waarin het vlees zat bezig. Een leeg blikje waarin de ananas zat is op de grond gevallen. De kat sluipt de struiken in.
Om 7 uur kan ik het niet meer houden en begin met douchen en opruimen van de tent. 8.00 uur ben ik vertrek klaar. Mijn route gaat langs het Apeldoornskanaal naar Dieren. Aan de noordzijde van het kanaal loopt een jaagpad, dit is mooi geasfalteerd en een prachtig rustige route.
Het kanaal wordt omzoomd door prachtige grote eiken. Het had van 1868 tot en met 1961 de functie van “lateraal kanaal” parallel aan de IJssel. Bij lage en hoge rivierstanden was de IJssel zeer moeilijk te bevaren wegens onvoldoende vaardiepte, respectievelijk sterke stroom. De route via het kanaal was dan, met name voor kleine schepen, ook zeer aantrekkelijk.
In 1858 startten de werkzaamheden om het kanaal door te trekken naar Dieren en het nieuwe traject geschikt te maken voor schepen met een laadvermogen tot 200 ton. Uniek was de drietrapssluis die in Dieren de aansluiting op de IJssel vormde. Dit stuk van het kanaal werd officieel geopend op 1 december 1868.
per 1 juni 1972 is ook het gedeelte van Dieren tot de Koudhoornse Sluis buiten gebruik gesteld.
Het kanaal heeft nog steeds een functie in de waterhuishouding van het gebied. Ten behoeve van de watervoorziening wordt het kanaal gevoed door Veluwse sprengen en beken, zoals de Oosterhuizerspreng en de Vrijenberger Spreng. Langs het lommerrijke kanaal zijn veel bezienswaardigheden zoals watermolens en een oude papierfabriek (De Middelste Molen). Langs het hele zuidelijke deel loopt aan de oostkant een vrijliggend fietspad. Het kanaal wordt anno 2011 op diverse plaatsen nog steeds gebruikt voor pleziervaart met kano’s en waterfietsen. Papierfabriek de Middelste Molen bij Loenen op de Veluwe in Gelderland. Op deze plek produceert men al sinds 1622 papier met behulp van waterkracht.
De papiermolen is gelegen aan de Loenense beek, en sinds 1868 ook aan het toen gegraven Apeldoorns kanaal. De beek wordt onder het kanaal door geleid. Eeuwenlang stonden er twee Middelste Molens, maar in 1886 brandden ze alle twee tot de grond toe af. Een jaar later werd de huidige fabriek gebouwd die tot 1927 eigendom bleef van de kasteelheer van het nabijgelegen kasteel Ter Horst.
Tot 1960 produceerde de Middelste Molen op traditionele wijze allerlei soorten papier, al ging dat niet allemaal meer met waterkracht. Toen de fabriek om economische reden werd stilgelegd trad al snel verval in. Papierfabrikanten uit de regio kochten het negentiende eeuw bedrijfspand echter in 1991 gezamenlijk aan om het te behouden voor het nageslacht. De fabriek werd ondergebracht in een stichting en deels gerestaureerd. In 1991 rolden de eerste vellen papier weer van de machine.
De Middelste Molen is de enige werkende papierfabriek in Nederland die nog door waterkracht wordt aangedreven. De productie van papier gebeurt er zowel machinaal als handmatig. Het productieproces is in bijna 400 jaar nauwelijks veranderd. Sinds 2001 is de fabriek officieel een werkend museum en maakt deel uit van het industrieel erfgoed. Met begeleiding van monumentenzorg is er een ambitieus plan ontwikkeld voor een
…………………………………………………………………………………………….
25 okt. 2011
Vervolg: Rondje Nederland
Weert – Samproy
4,8 km
Het is een wat vreemde reis met de trein. Ik moet eerst naar Utrecht, daar overstappen op de trein naar Eindhoven en dan naar Weert. Toch lukt het en rond 15.00 uur kom ik in Weert. Mijn eerste bezigheid is het op voorraad brengen van mijn eten. Van het station fiets ik de binnenstad van Weert in. Waaraan kun je beter de weg vragen dan aan een postbode. Een ja hoor, deze post bode weet wel waar een supermarkt is. “ Rechtdoor die straat in en dan zie je een draaideur van het winkelcentrum en daarin is de supermarkt”, vertelt de postbode. Onderweg vraag ik nog eens een dame en ook zij wijst in de zelfde richting. Dat is een truckje. Als je meerdere keren vraagt moet men steeds in de zelfde richting wijzen. Gaat het afwijken dan ben je te ver of de laatste persoon weet het niet. Dan moet je nog een keer ter controle iemand anders vragen. De gevraagde dame begint spontaan een gesprek over het fietsen, maar ook over de musical “Soldaat van oranje” die ze zo goed vindt en waar ik zeker heen moet gaan. Nu even niet, ik moet naar de supermarkt. Ik kom bij de genoemde draaideur, maar daar staat een bordje verboden voor fietsen. Net doen of ik het niet gezien heb en ik wandel de overdekte winkelpassage in. Ik vind de ingang van de supermarkt en stal de fiets duidelijk in het zicht. De fiets staat voor de ingang van de supermarkt met alle bepakking er op. Het is de enigste fiets. Geen wonder want er mogen geen fietsen in het winkelcentrum komen. Met 10 minuten ben ik weer terug met de boodschappen en de fiets staat er nog. Op de TomTom fiets ik de stad uit richting Stamproy waar een minicamping moet zijn. De camping is stil en verlaten. Toch is de camping nog open en ik betaal 4,60 euro voor de overnachting. Na het eten koken is het om 18.00 uur donker en kan ik de tent in gaan. Ik lees nog wat en zoals gebruikelijk maak ik na het eten een klein slaapje. Als ik waker wordt is het 20 uur ik lees nog wat en ga maar verder met slapen. ’s Nachts is het flink koud en ik moet dieper in de slaapzak.
…………………………………………………………………………………………………….
26 okt. 2011
Vervolg: Rondje Nederland
Stamproy – Eperheide
72 km km
De volgende morgen zit ik rond 7.45 uur op de fiets richting Maaseik in België. Het is ca 20 km naar Maaseik en ik besluit midden door de Stad te fietsen. Ik was in september ook in de stad maar een nader bezoek kan geen kwaad. In het centrum is markt. Een pracht van chrysanten geef de markt een fleurig aangezicht.
Buiten de stad herken ik zowaar de route die ik eerder fietste en ik ga op zoek naar de dijk langs de Maas. De dijk loopt tot bijna aan Maastricht. Ik heb de wind pal tegen en ondanks het mooie uitzicht is het flink trappen. Bij het Maas Mechelen moet ik de dijk verlaten en gaat de route door de stad richting Maastricht. In Maastricht is het altijd leuk om het Vrijthof te bezoeken, maar nu mis ik de juiste weg en als ik het merk ben ik al weer bij de Maas aan de zuidkant van de stad. Dan maar door naar Margraten. De stad uit is een flinke klim naar Kadier en Keer. Een lange stevige klim van 4 tot 5 procent maakt duidelijk dat ik in de Limburgse heuvels ben. Ik besluit om te proberen naar Epen te rijden. Bij Margraten ga ik rechts naar Slenaken te gaan. In Slenaken is nog een stevige klim maar Eperheide. Ik begin in een rustig tempo aan de klim. Zeker 15 tot 20 minuten ben ik met de klim bezig. Ik hoef niet af te stappen. Als ik iets later op een minicamping in Eperheide ben zegt de buurman met een caravan:”Ik zag je de berg op fietsen. Ik heb bewondering voor je dat je dat kunt”. Ik bedank hem voor het compliment en probeer het wat af te zwakken door te zeggen dat ik nog best een goede conditie heb.
…………………………………………………………………………………………………….
27 okt. 2011
Vervolg: Rondje Nederland
Eperheide – Heerlen
42 km km
Ook deze avond is het weer om 18.30 uur donker. De nacht is nog kouder en ’s morgens is alles wit van de vorst. Ik fiets de heuvel af naar Epen. De vingers vriezen mij bijna van de handen. Het is nog enkele graden onder nul. De zon komt over de heuvelrand en ik stop voor een foto. In een wit gevroren weiland lopen paarden , wat weer een mooie foto geeft. Via Klein-Kullen fiets ik omhoog naar het Bovenste Bos. Als ik het later op de kaart goed bekijk ben ik maar een paar kilometer van de camping en was er ook een kortere weg. Via het bos kom ik in België en daar loopt een flink heuvel parcours naar Gemmenich, wat bij tegen het drielandenpunt Vaals ligt. Van Gemmenich naar Vaals is een klim van bijna 10% en dan moet ik toch een stuk lopen. Via Vaals wil ik naar de Dom in Aken en ook nu gaat het weer mis, omdat de TomTom problemen geeft. Ik mis de Dom en fiets dan maar richting Heerlen. Zonder haasten bereik ik de route. Ik fiets nu weer naar het noorden. Het rondje Nederland is bijna rond. Nog een keer twee dagen en ik ben helemaal rond. In Heerlen neem ik de trein naar Arnhem.
…………………………………………………………………………………………………………………………….
25 nov 2011
Amsterdam – Westzaan – IJmuiden – Amsterdam
50 km km
Om 07.00 uur sta ik voor de deur bij mijn zoon Henk. Met hem zal ik om 07.15 uur naar Amsterdam rijden. Zijn kantoor is aan de Kabelweg in Amsterdam-West. Ik was nog niet eerder op zijn kantoor bij NXS. Het kantoor ligt in een gebied vlak bij station Sloterdijk. Om 08.30 uur komen we aan en rijden de auto de parkeergarage in. Ik krijg een rondleiding in zijn kantoor. Hij heeft kantoor op de bovenste verdieping op een etage zitten alle 40 personeelsleden en zoon Henk heeft een eigen kamer met uitzicht over stad Amsterdam. Het personeel komt langzaam binnen. “ We hebben flexibele werktijden maar men moet wel voor 10 uur binnen zijn”, legt Henk uit. NXS is een groot Internet provider en er werken voornamelijk jonge mensen.
Fietsen zonder doel
Na een kop koffie vertrek ik voor mijn fietstocht. Het is inmiddels 9.45 uur, maar eerst moet ik de fiets nog goed afstellen. Tijdens de reis heeft de fiets in de achterbak gelegen en heb ik het voorwiel er uit gehaald. Nu moet ik de rem weer goed afstellen, wat niet echt goed wil lukken. Om 10 uur fiets ik uit de parkeergarage. De wind komt uit het oosten en er staat een windkracht 5-6. Ik besluit om met de wind in de rug richting Haarlem te gaan. Ik ga op zoek naar de fietsroute naar Haarlem. Via de Haarlemmerweg. Bij station Slotermeer kom ik op een fietspad en nog maar net buiten de stad fiets ik langs de sportvelden van Slotervaart. Het weer is bewolkt en er dreigt regen. In het natuurgebied “De grote Baak”” stop ik boven op een uitkijkheuvel om de rem beter af te stellen. Ook daarna loopt het nog niet helemaal lekker. Na het natuurgebied komt het havengebied Westpoort.
Grote pakhuizen en verderop staan kilometers lang olie opslagstank. De laatste tank in de bocht heeft men met vissen en een vreemde mensachtige figuur beschilderd. Dit maakt het beeld wat leuker. Het weer wordt niet leuker, het begint te regenen. Uit voorzorg trek ik de regenbroek maar aan. Meestal wacht ik te lang, maar in de winter moet je dat niet doen. Na de olietanks komt de kolenoverslag. Grote bergen kolen liggen op voorraad. Links van de weg zijn de polders van Zwanenburg en Halfweg. Door de wolken komen grote vliegtuigen naar beneden zakken. Met het landingsgestel uit zakken ze richting Zwanenburg baan. Na de havens komt de dijk van het Noordzeekanaal in beeld. Ik zie een snelboot richting Amsterdam varen. Bij de pont over het Noordzeekanaal besluit ik mijn route te wijzigen en niet naar Haarlem te gaan. Eerst wil ik naar Zaandam.
Op de pont vraag ik een wielrenner waar de snelboot vandaan komt. Hij blijkt bij de pont in Velzen te vertrekken en vaart naar Amsterdam – centraal station. Dat brengt mij op het idee om de boot naar Amsterdam terug te nemen. Ik vraag de fietser ook waar het leuk is, om eens rond te kijken. Hij noemt Westzaan. Via de dijk en het plaatsje Nauerna kom ik bij West Zaan.
Westzaan
Het dorpje heeft als ‘hart’ een klein oud stadhuis ‘Rechthuis’ met een windwijzer met een zon en twee bijlen. http://www.westzaan.info/main.asp?id1=1&ID2=3 In het parkje voor het stadhuis staat een bankje in de vorm van een schaats. Het bankje is van de schaatsclub Lambert Melisz. Lambert Melisz redde zijn moeder door voor de Spanjaarden over het ijs naar Hoorn te vluchten. Door zijn verhaal werd hij een beroemdheid. Bij de Coop supermarkt doe ik wat boodschappen. Een mevrouw vraag ik over de betekenis van de bijlen en het schaatsbankje. Ja, het bank is een herinnering aan Lambert Melisz, een beroemde schaatser uit Westzaan. Van de bijlen heeft ze geen weet. Ze wil wel weten waar ik vandaan kom. En zowaar ze kent Duiven. Ze heeft met een familiefeest in Huissen, bij van der Valk in Duiven overnacht.
Het weer is weer helemaal opgeklaard en de zon breekt zelfs door. Ik besluit de kerk te bekijken. Er komen mensen uit de kerk en ik laat de fiets voor de deur staan en loop naar binnen. Een mevrouw aanlopen en zegt dat de kerk gesloten is maar ze wil de deuren wel even open doen. Het is een prachtige oude hervormde kerk. In 1740 werd de huidige grote kerk gebouwd. De huidige kerk heeft zeker 3 voorgangers gehad. De bekendste is de St-Joris kerk die in de Spaanse tijd in brand gestoken was. De St-Joris kerk had een enorme toren die door achterstallig onderhoud op 1 januari 1843 instortte. De kansel wordt gedragen door een pelikaan die drie jongen voedt. Voor in de kerk staan twee pilaren met daaromheen banken de wat hoger staan en waar statige Bijbels op liggen. Na een paar foto’s bedank ik de mevrouw en ik krijg nog een paar kaarten van het interieur mee. Voor de kerk gebruik ik op een bankje mijn middagmaal van de Coop. Ik fiets het dorp in en links en rechts staan prachtige houten huizen. Bij een enkel huis hangt op de voordeur een zak van Sinterklaas.
Leuk, maar ik weet niet of dat in Werstzaan gebruik is. Op de ophaalbrug heb ik een prachtige doorkijk op de stellingmolen die in de polder staat. Ter hoogte van de woning van de chirurgijn keer ik om en fiets terug naar het dorp. Onderweg kom ik de dame van de Coop weer tegen en ze vraagt of dat ik de weg soms niet weet. Ik zeg haar dat alles goed is, maar dat dit leuke dorp wat meer tijd kostte om het te bekijken.
Ik fiets het dorp uit en door de polder ga ik naar Assendelft. Een totaal ander dorp maar ook weer een lange hoofdstraat. Dan rechts het dorp uit naar de Genieweg. De weg heeft een vrij liggend fietspad, maar de weg is zo smal dat auto’s allen bij verbredingen elkaar kunnen passeren. Ik passeer de autosnelweg A? en kom op het industrieterrein van Beverwijk langs de Bazaar of zwarte markt. Ik zou er wel willen kijken maar dan moet ik de fiets buiten laten staan en dat wil ik niet. Via Beverwijk en Velzen Noord kom ik bij de pont. Ik ben hier vorig jaar tijdens mijn rondje Nederland ook over de pont gekomen. De aanlegsteiger van de snelboot ligt pal naast de aanlegsteiger van de pont. Bij de automaat koop ik een kaartje 3,10 euro enkele reis en 3 euro voor de fiets.
15.30 Uur komt de boot. Er zijn maar twee personen met fiets die mee gaan. De fiets komt op het dak te staan. En ik ga beneden voorin zitten met mooi zicht over het Noordzeekanaal. De boot trekt op en ik kijk op mijn GPS, die ik vandaag voor het eerst mee heb, naar de snelheid. Al snel zitten we op een snelheid van 70 km. Voor een boot natuurlijk super snel. Rechts kan ik de zeehaven met kolenopslag en olietanks weer zien. Binnen een half uur komen we in Amsterdam aan de achterkant van het centraalstation.
Om 16.23 uur kan ik met de trein mee naar Arnhem. Zonder overstappen reis ik in anderhalf uur naar Arnhem. Het laatste stukje van Arnhem naar Duiven pak ik de fiets weer en sluit de tocht om ca 18.30 uur af.
…………………………………………………………………………………………………………………………
27 dec. 2011,
Amsterdam – Den Haag
fietsen 6:31 uur, rust 2:13 uur gem. snelheid 11,7 km
76,3 km
Het is 06.00 uur als ik de wijk bij mijn zoon in rijd. Het begint net iets licht te worden en voor de tijd van het jaar is met 8 graden erg warm. De vogels zijn ook een beetje van slag, een merel zitten eind december op de rand van de schoorsteen en fluit of het eind maart is.
Zoon Henk is al klaar. Ik haal mijn voorwiel uit de fiets en samen leggen we de fiets en de twee tassen in de kofferbak. Met een paar minuten zijn we klaar en kunnen aan de tocht naar Amsterdam beginnen. Het is kerstvakantie en daarom minder druk op de weg. We kunnen zonder problemen doorrijden en zijn al om 07.30 uur in Amsterdam aan de Kabelweg. Het is nog donder en ik besluit eerst koffie te drinken en pas weg te gaan als het licht is. Gisteren wist ik het nog niet precies waar ik vandaag naar toe wilde fietsen. Nu komt het idee om naar Haarlem te gaan. Niet rechtstreek maar via Spaarndam en de Spaarne naar Haarlem te gaan. Om 8.30 is het licht genoeg om te vertrekken. Ik zet de GPS aan en registreer mijn trek. Het is de tweede keer dat ik de GPS gebruik maar ik mis nog wel de nodige kennis om de GPS goed in te stellen. Na een paar honderd meter kom ik bij Station Slootervaart volgens de GPS moet ik aan de andere kant van het station verder. Ik kan via een trap het spoor oversteken en een km ben ik buiten de stad, zuid van het havengebied. Dit is een recreatie en natuurgebied en ik kom alleen een hardloper tegen. Ik vind de fietsroute naar Haarlem die ineens ophoud omdat men er snelweg hoofd gebouwd. Na een ommetje kom ik weer op de route. Toch loop het voorwiel niet lekker omdat de rem aanloopt. Bij nader onderzoek vind ik het probleem. Een ring zit aan de verkeerde kant van de voorvork en die paar millimeter verschil is net voldoende om de rem te laten aanlopen. Het wiel moet er weer uit. Een passende fietser vraagt of ik hulp kan gebruiken. Ik bedank hen hartelijk en zeg dat het een klein probleem is wat ik zelf kan verhelpen. Na 10 minuten sleutelen is het klaar en loopt het voorwiel perfect. Ik kom nu in het recreatiegebied Spaarnewoude. Een groot bos met recreatieweiden. Het is tijd om de honden uit te laten, dus is het oppassen voor loslopende honden. Net buiten het recreatie gebied ga ik de dijk op van de Uiterdijken, een open weidegebied wat precies in de aanvliegroute van de Zwanenburgbaan van Schiphol ligt. Laag komen de vliegtuigen met het landingsgestel uit aan vliegen. Tussen de vliegtuigen zit hooguit drie tot vijf minuten. Als de eerste passeert kun je in de verte de volgende al weer zien. Met verbazing bekijk ik het enige tijd.
Het eerste plaatsje wat ik aan doe is Spaarnewoude bestaande uit acht huizen en restaurant en een kerk. Langs de kerk loopt een fietspad naar Spaarnedijk. De polder achter de kerk is de aanvliegroute voor de ganzen de in grote aantallen in de kleine polder fourageren. Bij Spaarndam zie ik een supermarkt van AH en ik besluit eerst maar eens boodschappen te doen, dan heb ik de rest van de dag genoeg eten. Voor de winkel kom ik in gesprek met een vrouw die alles wil weten van het doel van mijn tocht en als ik aangeef nog niet precies te weten waar ik naar toe ga kijkt ze mij wat vreemd aan. Ik vertel haar dat ik ergens vanavond op de trein zal stappen. Waar? Dat zie ik wel. Ze vindt het heel bijzonder en we praten nog wat over mijn fietstochten. Ze is in de zeventig en echt grote afstanden fietsen doet ze niet meer.
Na Spaarndam fiets ik langs Het IJ naar Haarlem. Bij de grote kerk is het tijd voor het eten van een broodje. Op het plein lopen veel toeristen. Haarlem blijkt intrek te zijn bij buitenlandse toeristen.
Na het eten van een brood je besluit ik richting Bennebroek te gaan. Op de route de stad uit gebruik ik de TomTom en fiets ik via Heemstede. Eigenlijk weet ik niet precies waar ik ben, maar ik fiets langs de N208 en aan de rand van Heemstede op de Herenweg 73 wordt mijn oog getroffen door leuke, eenvoudige van buizen gemaakte figuren. De hele tuin bij een vrijstaande woning staat er mee vol. Een figuur achter een piano, spelende kinderen en dieren figuren. Een bordje geeft aan atelier achterom. Ik ga maar eens op verkenning en bij een schuurtje tref ik een man van mijn leeftijd. Ik zeg hem dat ik getroffen werd door de figuren in de tuin. Hij vertelt mij over de pollebolle lichtarmaturen zoals hij ze noemt.
Zijn naam is van Pol en omdat hij in de Bollenstreek woont, noemden ze hem Pollebolle. Hij vertelt dat hij vroeg een goed lopende installatie bedrijf had. Na een hartinfarct moest hij het kalmer aan doen en enige tijd later heeft hij de zaak verkocht. Als hobby is hij de figuren gaan maken. Volgens zijn zeggen heeft hij in de loop daar jaren wel 60 verschillende figuren gemaakt. Ik krijg een rondleiding door de tuin met tekst en uitleg van de verschillende figuren waarin hij soms kleine grappige details heeft verwerkt. Een klein gniffelend lachje kan hij dan niet onder drukken. Trots is hij op zijn nieuwste werkstukken. Een vliegende knobbelzwaan en een Uhoe. Hij vertelt over het probleem om de juiste verhouding van de dieren op internet te vinden. Toch heeft hij de verhoudingen goed getroffen. Daarvoor ken ik deze soorten te goed.
Zijn de figuren meer stilistisch, de vogels zijn in volle omvang nabouwt en zijn gewoon flinke kunstwerken.
Na een half uur neem ik afscheid van Pierre van der Pol en vervolg mijn tocht naar Bennebroek en Vogelzang. Daar besluit ik naar Den Haag te fietsen. Er staat een stevige zuidwesten wind in de luwte van de duinen is het goed fietsen. Dit voorjaar heb ik tijdens de bloei van de bollen een deel van de route ook gedaan. Nu zijn de bollenvelden kaal. Via Noordwijk aan Zee en Katwijk kom ik om 16.30 uur op de boulevard bij de pier in Scheveningen. Ik nuttig mijn macaronischotel op een bankje op de boulevard. Vanuit een restaurant kijken een paar mensen meewarig naar mij, de zwever die geen geld heeft om in het restaurant te gaan eten. Ik bekijk hen wat meewarig, ze weten niet wat ze missen. De vrijheid om te gaan en staan zonder wat te moeten. Ik moet nog denken aan Pierre, hij zei: “Niets moet maar er kan nog veel!” Ik ben het helemaal met hem eens.
Dan ga ik op zoek naar het Centraalstation in Den Haag. Om 17.28 kan ik met de trein naar Utrecht-Arnhem – Duiven, waar ik 19.30 uur aankom.
………………………………………………………………………………..