24-11-2016
Duiven-Deventer-Dalfsen Nieuwleusen- Oudleusen,
95 km
Rozendaal, via de Beekhuizerweg naar de Emma-piramide. Ik zeul mij in een constant tempo naar boven. Nu nog over de heide, naar de brandtoren op 95 m hoogte.
Op weg daar naartoe kom ik over het fietspad over het Rozendaalseveld, op deze heide mag de hond loslopen. Vier schijnaanvallen van los lopende herders, tot teckels moet ik overleven. Ik spreek de aanstormende honden vriendelijk toe en fiets gewoon door. Met blaffende geluiden begeleiden ze mij naar boven en weet dat ze dat ook willen. Door fietsen!! Is het imponeergedrag. Ik ben totaal niet bang voor loslopende honden en spreek ze vriendelijk aan, terwijl het baasje in de verte staat te fluiten en roepen om de hond terug te halen, trap ik naar de brandtoren.
De wilde zwijnen hebben de zijkant van het betonpad om gewoeld. Ik kijk uit over de heide naar de Herikerberg en herinneringen schieten door mijn gedachten. Begin jaren 1970 deden we onderzoek, aan vossen i.v.m de verspreiding van de Hondsdolheid. De (VHO) Wereld Gezondheid Organisatie wilde weten hoe ver vossen lopen. Men had nog idee om gebieden vossen vrij te maken. De vossen lopen per nacht ongeveer 20 km en een vossen vrije vossen trekt juist weer vossen aan. We hebben in 10 jaar tijd, ongeveer 350 vossen met een zendertje uitgerust . De vossen met zender volgde ik bij nacht en ontij, in mijn Renaultje 4. Op de heide van de Herikerberg kwam ik ooit vast te zitten in een modderpad. Ik moest een uur lopen om de jachtopzichter, Gijs van Veldhuizen te vragen om mijn Renaultje met de Landrover los te trekken. Ik kan de plek nog steeds aanwijzen. Gelukkig blijf ik nu met de fiets op het betonpad, maar dat is met het blad op het pad ook opletten. In de bochten doe ik rustig aan.
Via de Loenermark in het gebied, dat het Zilven heet, kan ik het niet laten om te stoppen bij een picknicktafel waar ik vaker heb gezeten. Wat is dit? Zoek je herinneringen of zoek je houvast bij bekende plaatsen. Ik heb hier op een van mijn eerste tochten, mijn eten gekookt en genoten van de rust. Ook nu heb ik weer iets om nooit te vergeten. Op een paal met de aanduiding Loenermark hangt een bril. Blijkbaar door iemand verloren en op de paal gehangen als aandachtspunt,: van wie is deze bril? Ik kan het niet laten en ga kijken wat het voor een bril is. Het is een leesbril en ik kan er prima door zien ( bijgaande tekst is het bewijs: i ze wt jij nt zt ,dus pst de brl gd bij mij.) Met dit resultaat is de nieuwe eigenaar gevonden.
Loenen- Klarenbeek. Langs kapitale villa’s verlaat ik de Loenermark. Bij kapitale villa’s moet ik altijd denken; ‘zouden de mensen gelukkiger zijn?’. Ze zullen ook wel de dagelijkse problemen hebben en staan ook gewoon in hun blootje onder de douche, of hebben ze een groot bad en zijn ze te zuinig om het te gebruiken? Het zijn maar gedachten!
Lang sta ik er niet bij stil, want ik ben al weer met een Beukenboom bezig. Ooit een kapitale boom, net voor het spoor van Apeldoorn naar Dieren, waar nu in de zomerdag der stoomtrein voor de toeristen rijdt.
Van de boom zijn de hoofdtakken afgestorven en afgezaagd. Een paar zijtakken leven nog. De boom wil er nog bij horen. De boom probeert er alles van het leven nog uit te halen, maar je ziet dat het vitale er af is. Is dat bij mij ook zo?
Ik trap tegen de sterke Noord-Oosten wind in. Bij de Plus-supermarkt in Klarenbeek ga ik UTH melk halen. UTH is Ulta High Tempetur ( Gesteriliseerde melk) in Engeland moest ik veel moeite doen voor ik wist hoe het heette. Long Live Milk. Best een leuke naam. Voor de winkel zet ik de fiets neer en een vrouw vraagt uit belangstelling waar ik heen ga. “En. overnachten vraagt ze”? In mijn tentje, antwoord ik. Zij; Maar alle campings zijn dicht ” Ik:”maar achter een dikke boom kun je ook heel rustig slapen”. Bikkel; is haar antwoord.
Daarna bikkel ik voort. Verhalen en herinneringen van mijn tochten naar mijn moeder in Raalte komen boven op plaatsen die ik ken. Bijzonder dat je bij de beelden van jaren geleden zo weer het verhaal kent. Op de Dijk naar Deventer moet het verstand op nul. Wind tegen en ploeteren. Toch ben ik al weer met een kudde schapen onder aan de dijk bezig. De meeste schapen zijn hebben een gele kleur op de kont en zijn dus gedekt. De ram heeft een kleurblok tussen de benen en elke gedekte ooi heeft een gele kont. Nu hebben een aantal ooien ook een blauwe stip op de flank. Ik vermoed, een teken van dood of leven. Zwanger of of niet? Nu houdt mij dat weer mee bezig. Het verschil met een stip, is leven en dood.
Deventer passeer ik via een bijna Turkse wijk. Diepenheim, Middel en Elshof. Mijn eerste meisje wat ik naar huis bracht vanaf Raalte, kwam uit Elshof. Zoete en mooie herinneringen waarvan ik de details nog ken. Ik hou ze toch maar voor mij zelf. Heino, mijn geboorteplaats. Ze zeggen dat je onder de vier jaar niets weet te herinneren, maar ik herken de melkfabriek en de afslag naar Laag Zuthem waar we woonden.
Ik merk dat mijn lichaam een flinke inspanning moet leveren. Na Heino maak ik een stop en daarna doen spieren zeer, waarvan eerder geen weet had. Scheuten in mijn linker been en toch ga ik op karakter door. De pijn gaat weg en Dalfsen komt in beeld. Daar ken ik de weg en fiets naar Jumbo. Ik blijf langer binnen en drink koffie, want ik weet dat ik tenen heb, maar ik voel ze van door de kou niet meer.Als de tenen beginnen te tintelen ga ik verder naar Nieuwleusen.
Na een afstand van 90 km kom ik 5 minuten later binnen bij Effe Weg. Dat kan geen probleem zijn. Ik heb een afspraak met Emiel Maat over mijn laatste reis naar Marbella als reisbegeleider bij de vierdaagese 4dayWalking Marbella. We bepraten de ervaringen van Marbella en 16:30 uur vertrek ik uit Nieuwleusen en na 10 km ben ik bij Oudleusen. Ik heb een plek aan de Vecht op een oude vuilstort in gedachten om daar te overnachten. Ik was daar eerder en vond het toen al een bijzondere plek.
17:00 uur, het is kraak helder, de zon is weg en de duisternis valt in. Achter een bank zet ik mijn tentje op. Als ik ga koken is het bijna donker, Spaghetti, Courgette, ui en gehakt. Het doet mij aan deze zomer in de Toscane denken, maar wel met 30 graden verschil. Toch geniet ik. De heldere sterrenhemel is groots en kraak helder. Dit geeft vannacht vorst!
Het is nog geen 20:00 uur als ik in de slaapzak duik. Ik moet dat wat beter omschrijven. De boven kleding met jas en trui houd ik aan. De broek gaat uit en de lange onderbroek aan en ook de sokken.
De benen wikkel ik in aluminiumfolie. Onder mijn luchtbed ligt een isolatie mat die gebuikt wordt om de voorruit van een auto vorstvrij te houden. Het houdt heel veel kou van de grond tegen. Na een uur gaan de jas en de sokken uit. In mijn slaapzak wordt het te warm. De capuchon van de slaapzak blijft op, want ik voel de kou meer dalen. Ik slaap heerlijk.
Het opstaan is als een koude douche. De tent is stijf wit bevroren. Het gras is wit en mijn fiets en de bank naast mijn fiets zijn in de zelfde witte kleur gehuld. Ik krijg koude vingers bij het inpakken van de bevroren tent. De tent is zo stijf dat ik hem niet in de tentzak krijg en vouw de tent tot een pakje.
Ik kan op weg naar Duiven.
Van mijn overnachtingsplaats op de voormalige vuilstort De Stokte fiets ik naar de stuw bij Vilsteren. Dat is de dichtstbijzijnde plaats waar ik de Vecht kan oversteken. Het dorpje Vilsteren ken ik en ook de route naar Lemmerleveld en Raalte zijn bekende wegen. Vanaf Raalte volg ik het Overijsselskanaal naar Deventer.
Langs het kanaal is een fietsroute aangelegd. Ik staat het jaagpad hier nog aangegeven. Mijn grootvader Jan Jansen uit Raalte was beurtschipper en voor met zijn boot van Raalte naar Deventer om veevoer en andere vracht op te halen. Tot de tweede wereld oorlog voer hij met de trekschuit. Het paard wat de schuit over het jaagpad trok noemde men Bonke en de naam ging daarna over op de hele familie. Als ik in Raalte was heette ik Henkie van de Bonke.
Mijn grootvader was een markante man. Koster van de hervormde kerk in Raalte was jij voor veel mensen in Raalte een bekende. Als militair was hij hoornblazer geweest en als hij met de trekschuit uit Deventer kwam en bijna in Raalte bij Daggertsbrug was nam hij de trompet en speelde een bekend eigen deuntje. Wat men vertaalde als ‘Vrouw Jansen ik ben al daar, zet nu de koffie maar klaar. Helaas heb ik de verhalen alleen maar uit overlevering. Maar het schilderij uit de woonkamer met het trekpaard Bonke heb ik als een erfstuk van mijn moeder gekregen. Het heeft alleen emotionele waarde.
De 17 km naar Deventer ben ik herinneringen aan het ophalen, maar ik heb de koude nu lang genoeg getrotseerd en mijn voeten worden steenkoud, daarom besluit ik in Deventer met de trein verder te gaan. En zo sta ik aan het begin van de middag weer thuis op de stoep.
………………………………………………………………………………………..
2016-09-15
Duiven-Horst aan de Maas
96,7 km
Kwekers
Ik had berekend om rond 08:30 uur weg te gaan en dan rustig de ca 10 km naar het pontje over de Waal in Millingen te nemen. Het pontje gaat in deze tijd elk uur. De fietstocht loopt echter zo voorspoedig dat ik de pont van 09:00 uur bijna kan halen, echter als ik om 09:10 uur aan kom ligt de pont al weer bij Millingen. Om nu een uur te wachten is ook geen goed idee. Ik besluit naar Emmerich te gaan en daar over de brug verder te gaan. Over de dijk fiets ik naar Emmerich en morgenzon geeft een prachtig licht op de schepen op de Rijn bij Tolkamer
Vanaf Emmerich heb ik echter geen route in de GPS en dan eerst maar een route maken. Via Huisberden en Moyland kom ik in Uedem een plaats waar ik nog nooit was geweest. Onderweg zie ik heel veel kwekerijen van planten en struiken. Een veld met bloeiende heideplanten lijkt wel een tulpenveld.
Via Weeze ga ik naar Kevelaar. Op het plein bij de bij de bedevaartkerk is het heel druk. Er branden weer veel kaarsjes en het kerkje staat ook vol met kaarsen.
Herkend
Buiten op het plein nuttig ik mijn middageten want het is nog heerlijk weer met een temperatuur tot bijna 30 graden.
Terwijl ik zit te eten komt er een man op de fiets langs rijden. Hij is mij al voorbij als hij omdraait en terug komt. “Jij bent toch Henk Nijland”, vraagt hij mij. Ik bevestig het, maar vraag hem hoe hij dat weet. “Ik herken je van de foto op jouw website, waarvan ik regelmatig stukken over je tochten lees”. Met verbazing kijk ik hem aan . Het is Henk Verhorevoort uit Venray en hij fietst regelmatig in de omgeving tochten. We praten nog wat over zijn en mijn fietstochten en dan gaat hij verder. Toch bijzonder te horen hoeveel mensen op de website je volgen.
Nu moet ik zelf ook verder. De route Kevelaar uit loopt zelfs over een begraafplaats en daar vul ik mijn water voorraad aan. Na Walbeck kom ik bij de bossen van Arcen en passer daar de grens. Ik passeer de bekende kasteeltuinen van Arcen. De GPS brengt mij feilloos bij de Maas. Even dreigt het toch fout te gaan als ik veel fietser op een boot zie gaan heb ik de nijging om daar ook op te gaan, tot ineens een 100 m verder een klein pontje zie. Dat moet de pont over de Maas zijn. Ik kan zo opstappen en de de twee mannen aan boord vertellen mij dat de grote boot naar Venlo vaart. Goed dat ik nog op het juiste moment dit pontje zag. Het pontje wordt bediend door vrijwilligers. De overkant van de Maas is een gebied waar veel rozen worden gekweekt. Het is prachtig fietsen zo tussen de rozenvelden naar Horst aan de Maas.
In het centrum haal ik boodschappen voor het avondeten en ga dan op zoek naar camping de Gortmolen
Aanschuiven
De boerin schrijft mij in en ik kan dichtbij de boerderij de tent opzetten. Als ik daar mee klaar ben en voor mijn tentje zit, zie ik uit alle vijf a zes caravans op het veldje mensen met een stoel naar een caravan lopen, waar men gezellig bij elkaar gaat zitten. Dan bedenk ik dat het best leuk kan zijn om aan te sluiten, dus pak ik mijn krukje en mijn beker met wijn en loop naar de groep en zeg;Ik zie iedereen met een stoel naar deze plek lopen dus blijkbaar is dit gebruikelijk en heb ik mijn krukje maar meegebracht.” Ik word in de kring opgenomen en het blijken allemaal bekenden van elkaar te zijn, die vaker met elkaar op campings staan. Zelfs op de camping in Azewijn hebben ze gestaan. Natuurlijk willen ze weten wie ik ben en waar ik heen ga. Het wordt nog echt gezellig, maar dan is het tijd om eten te koken en tegen 21:00 uur is het al donker en kan ik de tent in.
2016-09-16
Horst aan de Maas- Bergeijk
76 km
Het is 08:00 uur als ik alles heb ingepakt en op de fiets heb gehangen. Nu kan ik van de camping vertrekken naar America. Het klinkt wat vreemd, maar zo heet het Limburgse dorp met 2100 inwoners. In de omgeving zijn veel kassen, maar ook varkenshouders en die zijn soms goed te ruiken.
Na America kom ik op de Middenpeelweg. Vroeger een beruchte betonweg. Het is maar een kort stuk, want dan sla ik rechtsaf naar Helenaveen. Eerst kom ik langs de
Mariapeel een uniek hoogveengebied van 1400 ha, tezamen met omringende veengebieden. Door vernatting wil men het afgegraven veengebied weer tot levend veen terug brengen. Helenaveen is zo’n veenkolonie.
Na Liessel kom ik op een zeer slechte zandweg en ik besluit te keren en naar Liessel terug te fietsen. Bij het uitzetten van de route op de computer, heb ik de route zelf naar deze wegen getrokken, terwijl het niet de voorkeur van de planner was. De weg naar Asten is snel gevonden en zo kom ik op de route naar Valkenswaard. Ik passeer de Strabrechtse Heide en de Strabrechtse Bossen en ga daar uitgebreid op een bankje eten.
In Valkenswaard wil ik kennissen bezoeken, maar als je dat niet aankondigt is de kans groot dat ze niet thuis zijn en zo ook in dit geval. Dan maar door naar Bergeijk waar ik mijn avondeten op voorraad breng. Ik wil naar de natuurcamping camping de kleine Witrijt in de bossen bij Witrijt.
Het is een prachtige, ruim opgezette camping met zeer ruime plaatsen. Dit heeft weer tot gevolg dat je geen contact met de buren maakt. Niet erg eens een avond genieten van de rust en stilte.
2016-09-17
Bergeijk – Klein Sinaai (België)
119 km
Het is vandaag een etappe van meer dan 100 km, omdat ik vanavond op bezoek wil bij de familie Demaarschalk in Klein Sinaai,een plaatsje dicht bij Zeeuws Vlaanderen op ca. 40 km van Antwerpen. Ik ben nog maar 1 km van de camping als ik de grens met België al passeer. Omdat mijn geplande route door Turnhout naar Antwerpen loopt en ik het kanaal Dessel-Schooten met een jaagpad passeer, besluit ik het kanaal tot Antwerpen te volgen.
Wat een zaligheid en rust langs het kanaal. En zowaar ik herken weer iets langs het kanaal, toen ik van Zuid Limburg naar Tilburg fietste. Dat ging eerst langs het Albertskanaal en later langs dit kanaal. Langs het hele kanaal ligt een jaagpad, wat alleen door fietsers, wandelaars en dienstvoertuigen gebruikt mag worden. Zaterdag zijn er echter geen dienstvoertuigen. Alleen wielrenners op het jaagpad. Langs het kanaal passer ik 10 sluizen die tot Antwerpen een hoogteverschil van 25 m moet overbruggen. In Turnhout komt het kanaal tot in de buitenwijken en heeft men appartementen aan het kanaal gebouwd. De enige keren dat ik op deze route moet opletten is als ik bij bruggen en weg moet kruizen.
In Antwerpen kom ik aan het zwerven door de wijk Stuivenberg en Scheefhoek, maar toch vind ik de Grote markt. Ik vraag iemand een foto te maken en dan zoek ik een rustig plekje tegen het stadhuis van waar ik het plein goed kan
Op ca. 10 m bij mij vandaag zit een vrouw te tekenen. Ze werkt gedreven en kijkt op en weer naar het papier. Een permanent knikkende beweging. Op enig moment zegt ze iets en ik kom wat dichter bij. Het is Anne Roos Oosterbaan-Martinus en ze komt uit Haarlem. Ze is al de hele dag met een groep in Antwerpen, maar ze heeft de andere mensen na vanmorgen niet meer gezien. We praten over haar werk en mijn fietstochten. Ze maakt prachtige tekenen, maar vindt dat ze te fanatiek is bezig geweest en zich te weinig rust gunt. Dat is blijkbaar de gedrevenheid van een kunstenaar om een prestatie neer te zetten.
Ik heb die gedrevenheid ook en wil al weer verder en kilometers maken naar Klein Sinaai. We wisselen visitekaartjes en beloven via facebook contact te houden.
Ik ga op weg naar de Scheldetunnelvoor fietsers en voetgangers. Er is een schuine lift de je naar de tunnel brengt De tunnel is ca. 500 m lang en ligt op 15 m diepte. Na de tunnel kom ik door de voorsteden Zwijndrecht en Beveren. In Sint Niklaas verlaat ik de hoofdweg en fiets langs de Molenbeek naar Stekene en dan naar Euro camping Bauduloo Klein Sinaai.
De camping is duidelijk niet meer ingericht op rondtrekkende toeristen. Teksten in Pools in het toiletgebouw geven aan dat het zaterdag Happy hour in de kantine is en het bier maar 1 euro kost. Het onderhoud van de camping is slecht en het zijn meest vaste staanplaatsen voor Poolse gastarbeiders. Ik hoef hier alleen maar te slapen.
Na het eten ga ik naar Klein Snaai en het is een hartelijk weerzien met Willy, zijn vrouw en dochter Kathleen. Willy en Kathleen leerde ik in 2008 op weg naar Santiago de Compostella kennen en wij hebben altijd contact gehouden. Natuurlijk werd er deze avond weer veel over de pelgrimstocht naar Santiago gesproken, maar om 22:00 uur is het toch tijd om naar de tent te gaan. Na 117 km fietsen komt de slaap ook tegen die tijd om de hoek kijken.
2016-09-18
Klein Sinaai (België)- Vlissingen (Nederland)
71 km
Na het vertrek van de camping kon ik als snel langs het kanaal de Moervaart Bij Wachtebeke buig ik af naar Zelzate. Net voor ik de brug over het kanaal van Terneuzen naar Gent passeer zie ik een goudkleurig beeldje staan. Met verbazing stop ik en direct heb ik de naam al bedacht ik noem, haar als tegenhanger van manneke pis in Brussel; Vouwtje Pis van Zelzate. Ik kan dit soort simpele kunst wel waarderen.
wikipedia schrijft over haar: Zelzate en Mietje Stroel
De “ware verloofde” van Manneke Pis woont in Zelzate.
Zelzate ligt aan de grens tussen België en Zeeuws-Vlaanderen, aan het Zeekanaal Gent-Terneuzen. Volgens de legende was ze op het “Zelzaats stort”, te vondeling gelegd. Een smokkelaar heeft haar gevonden en grootgebracht op het vuilnisbelt. Ze stond bekend als : “het meisje dat plaste waar het haar paste”
Nu staat deze vondelinge als standbeeldje vlak voor het gemeentehuis.
Na Zelzate ga ik voor mijn gevoel verkeerd, maar deze keer besluit ik toch maar om de GPS te volgen. Het is zondag en ik passeer prachtige Vlaamse dorpen zoals Kaprijke en dan rij ik nog enige tijd op met een aangespannen paarden tour tocht. Als ik bij Veldzicht de grens passeer herken ik ineens huizen en een weg die ik in 2010 met een rondje Nederland heb gefietst.
De eerstvolgende plaats is IJzendijke. De bijnaam voor IJzendijke is Petit Paris. Waar die bijnaam vandaan komt is onzeker. IJzendijk is een stad met een rijke geschiedenis.
Ik moet nodig weer wat eten op voorraad, maar het is nog maar de vraag of de winkels hier op zondag open zijn. Zowaar de Jumbo is open en ik kan de voorraad aanvullen. Op het stadsplein eet ik het nodige en ga dan door het polderland via Klakbaan naar Breskens. Bij de pont blijkt dat ik 40 minuten moet wachten voor ik kan over varen.
Gelukkig is de aankomst in Vlissingen afgestemd op het vertrek van de trein. Het station ligt op een paar honderd meter van de haven en ik heb voldoende tijd om een kaartje te komen voor de bijna 3 uur durende reis van Vlissingen naar Duiven.
Drie dagen fietsen en 3 uur terug reizen. Maar dan beleef je wel wat!
…………………………………………………………………………………………………………………………………….
26-05-2016
Duiven-’s Herenbergh- Azewijn-IJzerloo- Bocholt-Emmerich-Duiven
123 km
Fuchs
De weersverwachting is prima en zo vertrek ik om 08:15 uur voor een tocht van ca. 120 km.
Gisteren heb ik Marja de Bruin in Azewijn via facebook een bericht gestuurd, om haar te vragen of het leuk is al ik bij haar langs kom. Vrijwel direct kreeg ik antwoord dat ze het bezoek zeer op prijs stelt. Marja woont met haar partner op een boerderij in Azewijn en heeft een stoeterij met Schwartswalder Fuchs paarden. Ze woont er al een paar jaar en ik ben nog nooit op bezoek geweest.
Mijn route gaat vanaf ons huis naar de snelfietsroute langs het spoor naar Zevenaar. Wat mij een aantal weken geleden gebeurde is ook nu weer oorzaak van mijn eerste stop. Ik heb een spijkerbroek aan met een broekomslag. De omslag haak achter de ketting beschermer en de blikken beschermer trek ik helemaal krom. De trappers willen niet meer rond en zo sta ik al na een paar km stil om de beschermer weer terug te buigen. De eerste poging werkt nog niet goed omdat de trapper langs de beschermer schuurt. Na nog een stop en flink buigwerk loopt alles weer goed. De tocht gaat via Zevenaar, naar Babberich waar een auto toetert en een jonge vrouw zwaait. Ik denk dat het Margret, de dochter van een vriend is, want ze zwaait uitbundig. Na een half uur fietsen passeer ik de grens met Duitsland. Als je het niet weet, dan zou je niet denken, dat hier vroeger de grenscontrole was. Nu zie je het aan de borden langs de weg. De wegen zijn een lust voor het oog met de bloeiende fluitekruid.
In Elten wil ik bij de supermarkt wat eten voor onderweg meenemen, maar de winkel zit nog dicht. Met gemak klim ik de Elterberg op. De kracht in de benen is de laatste tijd door het traplopen bij hotel van der Valk een stuk beter. Met nog niet eens het kleinste verzet klim ik naar boven en passeer de A12 waar het auto verkeer twee rijen dik naar Nederland gaat. Via Stokken en ’s Herenberg kom ik in Lengel. Ik bel Marja omdat ik geen adres heb. Ze geeft het adres door en via Googlemaps zit ik de route uit en ben na 2,6 km bij de Stoeterij. We gaan eerst koffie drinken. In huis zit opa van 92 jaar. Ik geef hem een hand maar hij zegt niets. Tijdens het koffie drinken pakt hij regelmatig een suikerklontje en eet het op. Na de koffie kijken we bij de paarden. We lopen tussen de Schwartzwalder Fuchs hengsten en merries die nog in de stal met een kleine buitenuitloop staan. Ze mogen de wei in.
Ze gaan in galop de wei in en voor mij is het tijd om verder te gaan.
Via Ulft trek ik binnendoor en kom in Sinderen bij een prachtig kerkje, de Anthoniuskapel. Vroeger stond er ook nog een kasteel bij.
Als ik in IJzerloo aankom wil ik bij manege het Hoftijzer langs. Ik tref Eddy de eigenaar en hij nodigt mij uit op de Koffie. ca 15 jaar geleden hebben we bij de toen nog kleine manege op de minicamping gestaan. Ook bij eerdere bezoeken kreeg ik altijd een gastvrij onthaal. Het is 12:00 uur en heb ca 50 km gereden. Na 2 km passeer ik weer de grens en gaat het in Duitsland verder.
Ik wil nog naar Bocholt waar ik om 13:15 uur bij Andreas Giesler kom. Andreas trof ik in de trein van Arnhem naar Utrecht. Andreas praat goed Nederlands en ons gesprek was zo mooi dat hij mij uitnodigde om eens langs te komen op een fietstocht. En zo sta ik op goed geluk bij hem voor de deur. Hij woont aan de rand van Bocholt tegen het bos in een mooi, vrijstaand huis.
De herkenning en de verrassing is groot als hij de deur open doet. Ik moet binnen komen. Andreas is alleen thuis. Zijn vrouw is met een Italiaanse vriendin naar de Amalfi-kust ten zuiden van Napels. Als ik vertel dat ik voor onderweg nog eten moet halen zegt hij dat alle winkels dicht zitten. Het is Scramentsdag op zijn Duits Frohenlichname. Het is een Christelijke feestdag. Nu is het mij ook duidelijk waarom er bij Elten zoveel auto’s op de snelweg naar Nederland reden. Andreas maakt wat te eten en we drinken een glas wijn. Voor onderweg krijg ik nog roggebrood mee. Om 14:30 uur vertrek ik want Andreas moet naar de fysio.
In Bocholt fiets ik door het Centrum op maak op het plein bij het oude Raadhuis wat foto’s. De terrassen zitten met dit mooie weer vol.
Ik moet verder want het is nog 60 km naar Duiven. Via Emmerich en Tolkamer fiets ik een bekende route naar Duiven en 20:00 uur ben ik na 123 km thuis.
………………………………………………………………………………………………………………………………..
13-05-2016
Arnhem- Hoenderlo, Beekbergen, Klarenbeek, Hal, Eerbeek, Imbos, Onzalige bossen. Posbank, Velp, Duiven.
78 km
Om 9:30 uur begin ik met een ‘benen op tafel’ overleg van de omgevingsdienst in Arnhem. Samen met vier andere bestuurders zijn wij het dagelijks bestuur van de ODRA (Omgevingsdienst Arnhem). De dienst met 120 personeelsleden voert voor gemeenten milieucontroles op vergunningen uit. Wij bestaan nu drie jaar en in die tijd hebben we een goede dienst opgezet; financieel hebben we de zaken op orde. Vanmorgen praten met een collega wethouder, een gedeputeerde van de provincie en de directeur. De wethouder van Arnhem is met een motie van wantrouwen uit de politiek gestapt en een andere collega kon vandaag niet. We bespreken de toekomst van de organisatie.
Om 10:45 uur zijn we klaar. Mijn fiets met de bepakking staat buiten in het zicht van de portier. Toch ben ik weer blij als ik mijn fiets zie staan.
Mijn kleding tijdens de vergadering paste niet bij dit soort bijeenkomsten. Gelukkig weten ze dat ik een fietser ben en een tocht ga maken. Vanmorgen ben ik naar Arnhem gefietst en nu ben ik zo op weg door de stad naar de Apeldoornseweg. Het is een klim naar ca 80 m hoogte. Heel makkelijk fiets ik naar boven en ga achter het Nederlands Openlucht Museum naar de fietsroute onder het verkeersknooppunt Waterberg. In de bossen bij de Koningshei loopt een vrouw. Duidelijk is ze aan het trainen voor de Vierdaagse. Ik groet haar en ik doe de gok en zeg: “aan het trainen voor de Vierdaagse?” Voor de veertiende keer zegt ze. Ik zeg dat ik de eerste dag in Elst op het podium sta en haar zal begroeten. Onze tempo’s verschillen zodanig dat ik snel verder fiets naar de Deelenseweg. Het vliegveld Deelen is niet meer in gebruik. In de zestiger en zeventiger jaren kwam ik er vaak om met een heli naar vossen met een zender te zoeken. In een paar uur tijd kon je de halve Veluwe afzoeken. En menig vos heb ik zo snel terug kunnen vinden. Op de kop van Deelen is nu een museum. Ik ben er nog nooit in geweest. Bij boer van Roekel op de kop van Deelen zijn ze een tent aan het bouwen en ik vermoed dat het voor een fietsvierdaagse is.
Ik fiets langs de Hooge Veluwe en het Deelerwoud, plaatsen waar ik bij nacht en ontij vele uren heb doorgebracht. Elke plek heeft wel een verhaal en die gaan weer door mijn gedachten.
In Hoenderloo besluit ik eerst maar boodschappen voor vandaag te halen. Er moet ergens een Spar winkel zijn, maar ik weet niet meer precies waar. Ik vraag een man en de zegt dat ik 2 straten verder rechts moet. Ik herken de winkel, maar weet niet wanneer ik er eerder was.
Hoenderloo is een echt vakantie dorp op Veluwe er zijn veel campings en restaurants. Via de Miggelbrinkweg en daarna de Berg en Dal weg fiets ik door de bossen naar Beekbergen. Voor Beekbergen liggen in de bossen veel kapitale villa’s in het bos. Rijke mensen? Maakt mij niet uit. Ik voel mij rijk op mijn fiets en een perfecte gezondheid. In Beekbergen vind ik een picknicktafel en begin aan mijn broodje kaas. Tegen over mij is bevoorrading van Hotel de Smittenberg gaande. Een chauffeur brengt uit een koelwagen karren weg. het maakt mij niet uit ik sleep mijn eten mee in de fietstassen. Bij de Picknicktafel staan foto’s van de evacuatie van mensen die in 1944 van Arnhem naar Apeldoorn moesten.
Na Beekbergen komt de spoorlijn Dieren-Apeldoorn en direct over het spoor is de Veluwsche_Stoomtrein_Maatschappij
Het is een museum met allemaal oude treinen. Ik fiets het terrein op maar wordt door een man gewezen op het bord , verboden te fietsen. Ik geef hem gelijk en maak een verontschuldiging. Ik moet direct denken aan een oud conducteur op de trein. Dit zijn de regels en daar moet u zich aan houden. Mijn bezoek beperkt zich tot 100 m op het terrein en een paar foto’s
Door naar Klarenbeek. Daar ben al vaker geweest en daarom door naar Hall. De plaatsnamen met beek geeft aan dat er veel beken van de Veluwe in dit gebied uitkomen.
Bij Hall geeft mijn routeplanner een zandweg aan. Ik laat mij verleiden en begin een tocht over hobbel en mulle zandpaden. Zo kom ik bij toeval in een prachtig veengebied bij Hall en Eerbeek. Ik fiets door het gebied over de Mestweg. Na nog een paar zandwegen passeer ik het Apeldoorns-Dierenkanaal en kom in Eerbeek. Ik verbaas mij over de vele papierfabrieken. Deze fabrieken hadden vroeger veel water nodig en bij de beken van Eerbeek, Klarenbeek en Beekbergen vonden ze de beken en veel schoon water.
Nu fiets ik door bekend terrein in de Imbos over de Imboslaan. Half deze weg woonde Roelsema. Een preparateur met een godsdienst ‘afwijkiing’ Wikipedia geeft aan: De ark van Noach, het huis van Roeleveld. In en rond het huis, ver buiten Eerbeek in de Imbos, werd in mei 1981 de verzameling van 250.000 geprepareerde dieren, in enkele hutten en ondergrondse bunkers aangetroffen. Johan Roeleveld (1912-1988)verklaarde van God de opdracht te hebben gekregen om evenals Noach van alle diersoorten exemplaren bij elkaar te zoeken, voor het geval de wereld ten onder zou gaan. Later is het pand door Natuurmonumenten aangekocht en gesloopt.
Bij zijn huis ging je links en kwam je bij het Naturistenterrein van Gelre. Het huis van Roeleveld is er niet meer, maar de camping van de naturisten herken ik nog. Ooit ben ik daar uitgenodigd om over mijn werk in de biologie te vertellen. Die avond werden ook de prijzen van een sportwedstrijd uitgereikt. De eerste prijs was een zwembroek en dat bij de naturisten. Gevoel voor humor.
Op de Imbosweg kom ik een echtpaar uit Goes in Zeeland tegen. Ze hebben nu 2 dagen een fietstocht van 25 km gemaakt en ze beklagen zich over de bergen. Ja, bergen. Maar als je uit Zeeland komt is alles wat hoger is dan een dijk, een berg.
Na de lange Juffer passeer ik de Carolinahoeve en kom bij Koepel de kaap en de Posbank. Hier is Duiven weer in zicht.
Via de bossen van Beekhuizen kom ik over de Herikhuizerweg en daar vind ik het Elfenweitje met picknicktafel. Heerlijk rustig kook ik mijn Spaghetti. Ik ben volledig tot rust gekomen en ga op weg naar Duiven.
…………………………………………………………………………………………
05-05-2016
Estafetteloop Wageningen-Duiven
met bevrijdingsvuur
62 km
We starten 4 mei 2016 om 21:30 uur in de hal van het gemeentehuis. We kunnen wat drinken, een lunchpakket, fruit of snoep pakken. Om 22:00 uur geeft Rob Jansen het vertrek aan.
Mijn fiets ligt bij collega Hermie Lorijn op de auto van de gemeente. We hebben twee kleine auto’s van de gemeente om de lopers voor en achter de groep te begeleiden. Gery Steven is bestuurder van de 2e auto. Dan volgen nog 6 busjes met in totaal 32 lopers van de FROS vrienden. FROSstaat voor Fun Running One Sunday.
Een loopgroep uit Duiven die vorig jaar voor het eerst het vuur in Wageningen heeft opgehaald. Samen met de burgemeester hebben we toen om 05:00 uur de lopers aan de gemeentegrens opgehaald. Ik vond het zo’n mooi idee, dat ik vorig jaar al heb gezegd;”volgend jaar fiets ik de hele route mee. Nu is het zover. Ik heb vanmiddag kort geslapen, maar om 19:00 uur moest het college van Duiven in de kerk van Duiven zijn voor de Dodenherdenking op 4 mei. Na de oecumenische-kerkdienst gaan we in met de muziek met stille trom naar het 4 mei herdenkingskruis om bloemen en kransen te leggen.
Nu een goed uur later ben ik op weg naar Wageningen. Om 22:30 uur zijn we in Wageningen en lopen samen naar de tent voor de aanmelding en het maken van de groepsfoto. Om 23:20 uur zij we daar mee klaar. Als loopgroep ziet FROS er perfect uit. Vorig jaar hebben ze een subsidie voor shirts, jacks en de organisatie gekregen. Van de vele groepen uit heel Nederland is FROS een in het oog springende loopgroep. Na de foto gaan we naar het 5 mei plein in het Centrum. Om 24:00 begint de ceremonie op het plein en om 00:50 uur krijgen wij het voor. Veel loop en fietsgroepen die nog ver in Nederland moet zijn ons bij het ophalen van het vuur voor gegaan.
Zelf ben ik 0:45 uur al naar de auto en busjes starten we es gegaan. Mijn fiets staat klaar en ik heb mijn helm met knipperlicht op en een geel jasje aan. Om 01:15 uur komt het vuur en starten we met de eerste groep.
De eerste groep loopt 6 km naar de militaire begraafplaats op de Grebbeberg. Onderweg worden we ingehaald door een groep op Tandemfietsen en soms kleine loopgroepjes bij in het donker op het fietspad. Wij hebben voor de groep een wagen van de gemeente met zwaailicht en daar achter ook een wagen met zwaailicht. Zelf fiets ik links voor de lopers en kijk in mij fietsspiegel of ons auto’s passeren en tussen de auto’s met zwaailicht willen kruipen. De lopers hebben een snelheid van 10 tot 11 km. Een snelheid die ik prima kan volhouden. Om 02:00 uur komen we aan en bij de busjes staan de volgende groepen die gaan lopen ons met applaus op te wachten. Het is koud vannacht, maar dit geeft een warm gevoel.
Met alle lopers legt collega wethouder Sjef van Groningen een krans bij de ingang van de begraafplaats. Een mooi en vreemd moment om hier zo midden in de nacht in het donker te staan. Het is zo donker dat ik geen foto’s kan maken.
Na deze korte onderbreking gaan we verder naar Rhenen en Achterberg. Ik heb last van koude voeten. De snelheid van 9 km per uur is niet zodanig dat ik warm word. Via de Rijndijk lopen we terug naar Wageningen waar we om 02:55 uur, na 10,6 km,de 2e lopers wissel hebben. We worden met applaus ontvangen en de volgende groep neemt de fakkel over. Nu op weg naar Renkum. Het wordt een moeilijke etappe. De slaap slaat toe, maar de koude houdt mij wakker. Op weg naar Oosterbeek hoor ik de vogels fluiten. Duidelijk een teken dat het weer dag gaat worden. Toch komen we nog in het donker aan op de Airborne oorlogsbegraafplaats in Oosterbeek. In het donker mag ik samen met alle lopers bloemen leggen op de begraafplaats. Het is 4.50 uur en we hebben 22 km afgelegd. Helaas heeft een van de loopsters in een kuiltje haar enkel verzwikt. Ze moet langs het ziekenhuis en haar enkel wordt ingepakt en ze krijgt een flinke verdoving voor de pijn.
We lopen achter op tijdschema en nemen een kortere route van Oosterbeek naar Arnhem. Vis de Amsterdamseweg dalen we of naar het centrum van Arnhem. In Arnhem leggen we 5:55 uur een krans bij het monument bij de John Frostburg op het Airborneplein.
Nu beginnen we aan de laatste etappe naar Westervoort waar we om 6:45 uur. Bij het oorlogsmonument aan de IJssel zijn. Na het leggen van bloemen menen we afscheid van de Westervoortse Loopgroep en gaan door naar Duiven.
Via Loo en Groessen komen we na 62 km om 08:17 uur bij het monument aan de Dort tot Medlerstraat waar we het bevrijdingsvuur overhandigen aan college wethouder en Loco-burgemeester Sjef van Groningen, die met de fakkel de schaal met het bevrijdingsvuur aan steekt.
Na deze laatste plechtigheid gaan we samen in het Droohuis ontbijten en dan snel een paar uur slapen. ’s Middags is er weer een bevrijdingsprogramma in het centrum.
…………………………………………………………………………….
22 april 2016
Duiven-Arnhem fiets 11 km
Arnhem-Schiphol trein
Schiphol – Castricum fiets 77 km
totaal 77 km
23 april 20016
Castricum – Broerdijk
70 km
Net als mijn vorige tocht ga ik ook nu eerst weer naar de vergadering van de ODRA, maar nu voor de vergadering van het algemeen bestuur. Gelukkig zijn de collega’s het eens met de aanpassingen op de begroting en met een uur kan ik al weg naar het station in Arnhem.
Er staat een man met een fiets en ik vraag waar hij er uit moet. Hij gaat naar Amsterdam en ik moet in Utrecht overstappen, dus plaats ik mijn fiets tegen zijn fiets. Daarna gaan we naast elkaar zitten en voor we er erg in hebben, hebben we een prachtig gesprek. Andreas komt uit Duitsland Bocholt ongeveer 10 km over de grens bij Aalten in de Achterhoek en hij praat feilloos Nederlands. We blijken de zelfde passie voor fietsen te hebben en de reis is te kort om elkaar alles te vertellen. We wisselen visitekaartjes uit en Andreas benadrukt dat ik eens in Bocholt op bezoek moet komen.
Om 12.15 uur sta ik in de aankomsthal van Schiphol en ik besluit om daar maar een eigen krentenbol te eten. De fiets met tassen staat naast mij. De bewaking door politie en marechaussee is nadrukkelijk aanwezig. Twee agenten wachten op een honden begeleider de blijkbaar een hond op opleiding heeft. Er is een soort koker die men bij een van de mensen op de banken verstopt. Of er drugs in zitten weet ik niet. Dan krijgt de hond opdracht om aan de lijn langs de mensen te snuffelen. Feilloos inspecteert de hond snel de mensen. Een van de agenten geeft aanwijzingen en zegt tegen de mensen rustig blijven zitten en niet op hond reageren. En daar zit ik dan met mijn krentenbol. Zelfs daar heeft de hond geen interesse voor en na een korte snuffel loopt hij al naar de volgende persoon. Na drie rijen vindt de hond de koker. Het is nog een jonge hond en het afgeven van de koker vind hij nog niet leuk.
Buiten de aankomsthal staan de bussen naar de Keukenhof. Drommen buitenlanders stappen in om de keukenhof te bezoeken. Ik fiets naar Hoofddorp daar fiets ik voor het eerst over een overdekt fietspad. Het is maar 500 m, maar toch een overdekt.
Achter Hoofddorp langs kom ik in het Haarlemermeerpark, waar in 2002 de Floriade was.
Ik herken nog een de waterplas een aantal markante gebouwen die nu de functie van een restaurant hebben. Verder is het terrein van de Cruquiushoeve wat epilepsiecentrum is, bij de boerderij wil ik het terrein verlaten. Mijn route is met een hek afgesloten en ik moet iemand vragen waar ik het terrein af kan. Een klein hekje naast de boerderij is de uitgang en zo kom ik bij het historische gemaal Cruquius.
Het stukje door Heemstede naar Pierre van de Pol heb ik al vaker gereden. Het is nu een jaar geleden dat ik hem heb gesproken. Pierre is 82 jaar en zijn gezondheid is niet meer optimaal.
Hij is gestopt met het maken van Pollebollen. Zijn laatste werk zou een Pollebol van Andre Rieu zijn. De viool heeft Pierre klaar maar de rest zal niet meer lukken. Een creatief mens die door de leeftijd wordt beperkt. Jammer. Samen met zijn vrouw drinken we koffie en dan moet ik weer gaan. In Heemstede kom ik bij een rijwielhandel nog een super Pollebol van Pierre tegen. Zo herkenbaar. Daar moet mijn fiets mee op de foto!
Nu ga ik op zoek naar de Erebegraafplaats in Bloemendaal. Ondanks mijn GPS route fiets ik nog een keer verkeerd maar kom na gewoon de weg vragen wel op de juiste route. Bijna een kilometer van de weg ligt in de duinen de begraafplaats. Er is blijkbaar een officiële bijeenkomst geweest en ik zie nog veel mensen en een partytent. Een dame met de badge van directeur vraag ik de weg en ze geeft aan waar ik de fiets kan zetten. waarop ik zeg dat ik de fiets met tassen niet daar onbeheerd durf te laten staan en wel verder loop.
Bij de trappen naar de begraafplaats zet ik de fiets neer en kom in gesprek met een man de net van de begraafplaats komt. Hij vertelt mij dat vandaag een app van de Erebegraafplaats in gebruik is genomen. Ik zeg tegen man van ca 75 jaar met duidelijke trekken van joodse afkomst dat in deze regio veel verzet tegen de Duitsers is geweest. Hij bestrijdt dat, want ook in andere plaatsen in Nederland was het verzet. Hij vraagt waar ik vandaan kom en geef aan uit Duiven en dan wil hij weten hoe wij met de grens en de Duitsers omgaan. Voor ons is de grens geen grens. Als we naar Duitsland willen doen we dat en we leven vredig naast elkaar. Hij vaagt zich af hoe dat was toen de Duitsers in 1940 Nederland bezetten. We constateren dat vrienden heel snel vijanden kunnen worden. Bijna drie kwartier bespreken we het verzet en hoe het kan dat mensen zo snel veranderen. Aan zijn verhalen en feitenkennis lijkt het mij dat hij en historicus is. Weer een prachtig mens ontmoet.
Ik ga de trappen op naar de begraafplaats want ik wil het graf van Hannie Schaftbezoek. Het is niet moeilijk te vinden, want gisteravond vond ik op internet dat haar graf in vak 22 ligt. Op het graf liggen bloemen en een krans. Voor mij staat deze vrouw voor alle vrouwen die in het verzet zaten. Ik neem een moment van stilte bij haar graf. Haar sterfdatum is een paar dagen geleden.
Erebegraafplaats Bloemendaal
Erebegraafplaats graf.Hannie Schaft
Na de Erebegraafplaats ga ik bij het bezoekerscentrum de PWN ( Provinciale Waterleidingduinen Noord-Holland) in en fiets over de LF1 . Onderweg zie ik een prachtige eik en maak foto’s van deze boom waar je goed kunt zien hoe de wortels in de
grond lopen.
Bij Santpoort-Zuid kom ik de duinen uit en op de achtergrond staat de ruïne van kasteel Brederode.
Nu ga ik door Santpoort-Noord naar Velzerbroek om het kantoor van de PWN eens te bekijken. Een kennis van mij is daar directeur geworden en ze was heel enthousiast over haar nieuwe kantoor. Ze was vandaag niet op kantoor, anders hadden we zeker samen wat gedronken en weer eens bijgepraat.
De route naar het Noordzeekanaal is goed te vinden en als ik bij Velzen bij de pont aan kom, kan ik er zo op fietsen en sta 10 minuten later aan de overkant. Via de fabrieksterreinen van de staalfabrieken van Cores zoek ik mijn weg naar Wijk aan Zee. Waar ik de LF1 weer op pak. Onderweg door de duinen kom ik langs de Kruisberg waarvan ik de huizen nog zowaar na 40 jaar herken. Onze student Jaap Mulder (uit mijn tijd bij het Rijksinstituut voor Natuurbeheer) deed hier onderzoek naar vossen Jaap Mulder . De tocht door de duinen geeft rust maar het is tijd om de camping in Castricum op te zoeken. Om 18:40 uur kom ik op de camping. Om het inschrijven wat eenvoudiger te maken geef ik mijn visitekaartje en als de boerin ziet dat er Santiago de Compostela op staat wil ze niet dat ik betaal. Ik leen haar even mijn bril om te laten zien dat ik niet nu, maar al 2008 op weg naar Santiago was. Ze zegt dat pelgrims naar Santiago gratis mogen overnachten.
Op de camping zoek ik een plaatsje. Ruimte zat. Op het veldje staat een oude brandweerwagen met aanhanger die als een soort camper is omgebouwd. Al snel kom ik in contact met Dré die haar hond uit laat. Ron en Dé hebben hun huis verkocht en gaan met de brandweerauto op pad naar het zuiden. Ze hebben nog geen vaste plannen, maar ze gaan. Ze wachten nog op de afhandeling van een paar zaken en de levering van een grote Tipitent die ze over de wagen kunnen zetten. Ik kan het zo goed begrijpen. Alle zekerheden loslaten en gaan, zonder te weten waarheen.
Leven zoals het op je pad komt!
Ron en Dé on the Way
23 april 2016
Mooi verkeerd.
In alle rust begin ik. Ondanks dat ik gisteravond al vroeg moest gaan slapen, omdat het donker werd, heb ik de hele nacht door geslapen. Eigenlijk wil ik in Castricum naar het museum, naar dat is op zaterdag pas om 11:00 uur open en dat kost mij te veel tijd om de route van vandaag af te maken. Na Castricum eens goed bekeken te hebben zoek ik de route naar de duinen. Het is zaterdagmorgen en er zijn veel groepen met wandelaars en fietsers in de duinen.
Ik heb mijn eigen route uitgezet, maar deze gaat toch voor een deel over de landelijke fietsroute LF1b naar Den Helder. Onderweg kom ik langs een kudde Wisenten, die met hun grote hoorns heel imposant zijn, maar geen enkele belangstelling voor mij hebben. Ze staan of liggen soms gewoon op het fietspad en maken geen aanstalten om in beweging te komen.
Na een prachtige tocht kom ik bij Egmond aan zee. Even kijk ik op het strand en vraag mij af of je over het strand naar Schoorl zou kunnen fietsen. Ik durf het niet aan en begin aan mijn route door de duinen. Het is een onverhard
pad langs volkstuintjes waar men op zaterdag flink aan het werk is. Het pad loopt een 3 km de duinen in en onderweg hoor ik een man zeggen het loopt dood. Toch ga ik door tot ik bij een klaphekje kom waarbij staat;’voetpad naar Schoorl’. Nu weet ik het zeker, het loopt dood. Ik moet weer terug en kom nog een bordje ‘doodlopend voetpad’ tegen, naar voor fietsers hebben ze blijkbaar geen bordje.
Ik maak mij er niet druk over en ga terug. Nu pas ik ook de route maar aan en fiets naar Alkmaar en dan naar Broek op Langedijk waar ik de route bij Heerhogowaard weer op pak. Het is koud en bij Opdam zie ik een heftige bij aankomen en besluit eerst maar boodschappen te doen in Opdam. Als ik klaar ben is de bui bijna voorbij en vervolg mijn route naar Berkhout bij Wognum, waar ik Letty Wilmink wil bezoeken. Op een van mij zwerftocht zag ik bij haar trekpaarden in de paardenbak lopen en wij kwamen aan de praat. Dat contact is via Facebook gebleven en ik vind het een prachtige vrouw met een groot hart voor alle dieren. Ik Twijfel of ik wel op de goede route zit. maar dan ineens zie ik de paardenbak waar 2 meisje aan het rijden zijn.
Letty heb ik vanmorgen een berichtje gestuurd en zij en haar man ontvangen mij hartelijk. De tijd vliegt omdat we over van alles en nog wat, maar vooral over dieren praten. Wat hebben we veel gemeen.
Na een uur moet ik echt verder om nog redelijk op tijd op een camping in Broerdijk te zijn.
Na Wognum kom ik langs prachtige bollen velden. Een vergezicht en een gele tulp tussen alle rode tulpen doet mij bedenken dat er altijd wel iets of iemand is die anders wil zijn.
………………………………………………………………………………………………………….
08 april 2016
Duiven-Arnhem fiets 11 km
Arnhem-Zwolle trein
Zwolle – Oosterzee Buren fiets 66 km
totaal 77 km
09 april 20016
Oosterzee Buren – Groningen
Trein Groningen-Duiven.
110 km
Totaal 2 dagen 187 km .
2016-04-08
Vergadering ODRA
Op zich is het een wat vreemde combinatie; vergaderen en fietsen. Toch heb ik een vergadering van de ODRA (Omgevingsdienst Regio Arnhem). Met vier andere wethouders en een gedeputeerde (wethouder van de provincie) vormen we het bestuur van een organisatie met 120 personeelsleden.
Om 08:15 uur fiets ik Duiven uit. Alles is ingepakt, net als een reis van 4 weken. Ruim op tijd kom ik bij het stadskantoor in Arnhem. Uit voorzorg neem ik alle tassen maar binnen en laat de fiets voor de ingang staan. De dames van de balie informeer ik dat mijn fiets daar staat. Ze zullen er op letten.
We bespreken de begroting en dan gaat het niet om de kosten een overnachting , van € 6,10 op een camping. We zetten een aantal posten van de begroting op de kop en laten de directeur met het probleem zitten. Om 11:30 uur fiets ik naar station Arnhem. De dagkaartjes voor de fiets, ad € 6,00 heb is gisteren al gekocht. Daarmee mag de fiets een hele dag met de trein reizen.
O, mee toch!
Ik ben ongemerkt in een stilte coupe gaan zitten, omdat ik dan beter zicht op de fiets heb. Men is met de mobiel of laptop bezig, maar dan gaat een telefoon. Iedereen is stil; dat doe je niet in een stilte coupe. En man, ca 35 jaar, neemt op en praat met een iets te luide stem. Het is dood stil de coup. Dan horen we woorden en geluiden die genoeg zeggen. Het is weer stil, op het snikken van de man na. Het was niet veel wat we hoorden; Och nee toch!! Waar hebben ze hem gevonden?” Dat was genoeg om te beseffen dat hij een heel nare melding kreeg.
Een paar zinnen en woorden die mij aangrijpen. Ik hoor nog :”schat ik hou van je. Ik ben nu bij Zutphen en kom zo snel mogelijk maar huis”. Daarna snikken. Hij zit een stoel verder en kan hen gedeeltelijk zien. Ik sta in dubio! Moet ik bij hen gaan zitten en troosten. Laat ik mij er niet mee bemoeien, het zo privé, gaat door mijn gedachten, maar een stem in mij wil medeleven tonen. Ik weet genoeg er is iemand, een man uit zijn naaste familie of kennissenkring overleden. Ik worstel met de vraag wat te doen? Bij Zwolle sta ik op en ga naar hem toe; Ik wens je sterkte, en zeg denk:”denk goed na, vergeet niet je spullen en vergeet niet uit te checken”.Hij zegt “dank je wel en onze blikken hebben niet meer woorden nodig.
De conducteur, roept om: “Denk bij het verlaten van de trein aan uw bagage en vergeet niet uit te checken. Wij wensen u nog een prettige dag. Hoe goed bedoeld, komen deze woorden pijnlijk over. We verlaten de trein en wisselen een snel blik met een knikje.
Dit bleef mij nog lang bij. Ook de jonge vrouw van ca 30 jaar in de trein. Zo kwam van achteren aanlopen geeft een briefje loopt en direct door. Aandachtig lees ik het briefje. ‘Ik ben een alleenstaande moeder met twee kinderen en heb op dit moment geen werk. Misschien heeft u een paar centen voor mij of wilt u zakdoeken kopen. De tekst staat ook in het Engels op het briefje. Mijn gevoelsradertjes, die bij de snikkende man al op scherp stonden, beginnen nog sneller te werken. Hier klopt iets niet! Maar wat! Even later komt ze terug,. Ze komt weer van achteren en ik kan haar niet aankijken. Ik geef het briefje niet terug. De snikkende man heeft het briefje en de zakdoeken niet aangepakt. Iets verder in de coupe geeft iemand de jonge vrouw geld. Dan stel ik mij zelf wat vragen. Als je geen werk en inkomen hebt, wel twee kinderen en je wilt bedelen, of zakdoekjes verkopen, om wat geld te verdienen; waarom krijg je geen uitkering, waarom doe je dit in de trein. Je moet eerst een kaartje kopen en dan maar hopen dat mensen wat kopen of geld geven. Hier klopt iets niet. Ik ben nog lang met de man bezig. De bedelende vrouw is snel vergeten . Buiten het station zet ik de GPS aan en dan is het opletten om de stad uit te rijden naar de Mastenbroekerpolder.
Eenmaal buiten de stad ga ik op in de natuur. In de bermen bloeien de planten, maar dan ineens zie ik een vreemde kleine eend. Zwarte kop met onder de kop wit en grijs op de flanken. Ik heb in mijn werk in het biologisch onderzoek veel eenden gezien, maar deze is nieuw. Dit moet ik nog eens opzoeken.
De weg van Zwolle naar Mastenbroek is kaarsrecht. De boerderijen staan op een soort terpje en de tuinen staan vol met Narcissen. Bij het dorp Mastenbroek besluit ik 2 km links af te slaan. Ik heb een jaar geleden in hotel van de Valk een man ontmoet die vertelde dat hij een aannemers/grondwerk bedrijf had en hij nodigde mij uit om eens langs te komen als ik in de buurt was. De naam Visscher wist ik nog en ik heb het gisteren op Google opgezocht. Na 2 km ploeteren tegen de wind kom ik bij het bedrijf. Ik zou niet meer weten hoe hij er uit zag, maar ik wil hem verrassen. Een personeelslid vraag ik of meneer Visscher aanwezig is. “Wij hebben er twee, welke moet je hebben”, vraagt hij. Dat weet ik niet. Dan moet ik ze zien.” De eerste Visscher geeft een enkele herkenning. De tweede herken ik direct. Garjan Visscher kan mij niet plaatsen, maar als ik zeg dat ik de wethouder uit Duiven ben en hij mij heeft uitgenodigd voor de koffie begint het te dagen. We gaan aan de koffie en ik vertel dat ik de uitnodiging nooit ben vergeten. Garjan vertelt over zijn reis naar Afrika en de beklimming van de Kilimanjaro tot op 6 km hoog. Prachtig verhalen hoor ik waar ik zo aan zou willen beginnen. Na een half uur neem ik afscheid en ik maak nog een selfie met ons beiden.
Ik moet terug naar de dijk van Kampen naar Genemuiden. Ik kom achter langs een kassencomplex en dan naar de dijk. Aan het begin van het pad ligt grof afval met een matras. Ook hier dumpt men afval om niet te betalen.
Het is tijd om op een bankje wat te eten. Een jongen en meisje, beiden met de fiets staan op 10 m afstand. Ze komen uit school en praten nog even bij. Een snelle kus en dan gaan ze ieder hun eigen weg en ik naar Genemuiden.
Bij Genemuiden vraag ik een fietsende scholier naar de supermarkt. Hij weet het prima uit te leggen. Ik vraag of hij van school komt. Ja, hij zit in Kampen op school en fietst elke dag 16 km naar Kampen en ’s middags weer terug. Dit zijn echte Hollandse kinderen; met weer en wind op de fiets.
Ik heb nu voldoende eten en drinken tot morgen en wat maakt het uit waar ik kom. Vreemd dat je altijd een knagend gevoel hebt op welke plek je zult overnachten. Het maakt eigenlijk niets uit, want ik heb eten en drinken en mijn tentje. Meer heb ik niet nodig.
Eerst moet ik met de pont over het Zwarte Water. Ik fiets 15:15 uur als eerste de pont op. De pontbaas vraagt of ik links op de fietsstrook wil gaan staan. Geen probleem. De pont raakt vol en daar na gaat de tocht naar Vollenhove. De grote kerk Nicolaas in Vollenhove vormt een geheel met het oude raadhuis wat een restaurant is geworden. De oude vissersplaatsen, aan wat vroeger voor de afsluiting, de Zuiderzee was, hebben allemaal nog het karakter van een oude havenplaats.
Via fietspaden in de gebieden net achter de oude zeedijk en fiets ik naar Blokzijl.
Blokzijl is zo’n oude vissersplaats met haven. In de haven praat ik met een booteigenaar, Men is bezig met het vervangen van de oude steigers die totaal verrot zijn. De booteigenaar is er wel gelukkig mee. Ik heb weer het beeld van deze prachtige oude haven en ga nu naar de Weerribben.
Bij het dorpje Baarlo verlaat ik de dijk en vind bij de begraafplaats een bankje. Rustig eet ik hier wat en ik heb het idee om nog naar Ossenzijl te gaan. Na Baarlo kom ik in het gehucht Nederland.
Bij het plaatsnaambord maak ik foto’s en plaats ze op Faceboook. Ik ben in Nederland, maar waar in NL. Vrijwel direct komen de reacties en een aantal zijn juist. Iets verder is een vrouw in de tuin gras aan het maaien en ik vraag haar hoeveel inwoner Nederland heeft. “Aan de onzin doe ik niet meer mee”: zegt ze. Het dringt pas later tot mij door dat dit in het buurtschap Nederland een veel gestelde vraag is!
Via Kalenberg fiets ik over een smal fietspad met ontelbare brugjes naar Ossenzijl. Dit is pas een echt veengebied. De huizen aan het fietspad zijn alleen te voet of met de fiets bereikbaar. Aan de overzijde van het kanaal Kalenberg-Noord ligt wel een weg. Soms zie bij de huizen een bootje liggen en hebben ze aan de overzijde een auto staan. Ik ben de enige fiets op de LF 22. Ossenzijl is de volgende plaats welke ook op toerisme is gericht. Er is een hotel annex camping maar het is pas 17:30 uur, dus ik fiets nog maar even door naar Scherpenzeel. Daar moet ook weer een camping zijn maar het ziet er zo troosteloos uit, dat ik ook hier besluit om door te fietsen naar Oosterzee-Boven aan het Tjuikermeer waar ik 18:45 uur na 77 km aan kom. De camping heeft veel vaste standplaatsen en het tenten en caravan deel staat leeg. Als ik wat rond kijk komt een man en vrouw en die het beheer over de camping hebben. De camping is een soort belangenvereniging. Ik betaal € 6.10 voor een standplaats. Van de beheerder krijg ik nog een plasticstoel en de picknicktafel is op 25 m van mijn tentje bij het pad, wat langs de haven en het Tjuikermeer loopt. Het is 19:45 uur en ik begin mijn potje spaghetti te koken. Mensen uit het dorp komen over het pad om de hond uit te laten. Mijn Spaghetti kookt. De zon gaat onder met prachtige kleuren en ik geniet. Wat wil een mens nog meer.
Rond 21:00 uur is het donker en ga in de slaapzak en slaap prima
2016-04-09
Gisteren heb ik op Facebook aangegeven dat ik in Oosterzee-Boven sta en ik krijg een berichtje van Fred C. dat zijn broer daar aan de Heerenstraat woont. Ik stuur een berichtje, dat ik hem wel een kaartje met de groet de bus zal gooien. En zo ga ik om 09:00 uur op zoek naar de Heerenstraat het huis is tegenover de openbare school.
Via Buren kom ik op de provinciale weg naar Woudsend. Ik ga het dorp niet in omdat ik het ken. In een bushokje neem ik om 9:45 uur mijn ontbijt. Op een maïsakker loopt een man met een metaaldetector. Soms graaft hij en wrijft iets met de handen schoon. Ik weet niet wat hij vindt.
Nu kom ik in Sneek en via een nieuwbouwwijk moet ik onder een snelweg door en dan over een kanaal en slinger, slinger onder het Houkesleat aquaduct en dan langs het Sneekermeer. Het is een prachtig fietspad via de Groenedijk en natuurgebied de Grote Potten langs de randen van het Sneekermeer. Op zaterdagmorgen is het druk met wandelaars en fietsers. Kilometers fiets ik eenzaam tot ik in Akkerum kom. In het begin van het dorp staat een soort begijnhof. Prachtige bejaardenhuisjes in de bouwstijl rond 1900. Ik passeer de spoorlijn van Leeuwarden naar Zwolle.
Aan andere kant van het spoor ligt Nes met een markante watertoren. Een projectontwikkelaar wil hier een hotel met 2 kamers van maken. Op internet vind ik de volgende informatie: In de watertoren van Nes bij Akkrum moeten twee luxe hotelkamers komen. Dat is het plan van project-ontwikkelaar Merward Sijperda uit Sneek. Op dit moment heeft de karakteristieke toren geen functie. Sijperda wil het eerdere waterreservoir verbouwen tot twee hotelkamers.
Het is niet de eerste keer dat er wordt gesproken over een nieuwe bestemming van de toren. Al in 2007 probeert Sijperda zijn hotelplannen van de grond te krijgen. De inwoners van Akkrum en Nes staan niet te springen om een hotel in de toren, omdat ze zich zorgen maken over hun eigen privacy.
Net voor de watertoren is een begraafplaats en dat is een mooie gelegenheid om mijn fles met water te vullen. Op de begraafplaats ligt een steen van het klooster wat hier ooit heeft gestaan. De begraafplaats is nog een overblijfsel van dit klooster en de rijke historie. De terp, waarop de klokkenstoel staat, is een overblijfsel van het Nesserklooster. Het klooster is rond 1243 door de Duitse Orde gesticht. De kloosterlingen zijn erg belangrijk voor Nes en omgeving geweest. Het klooster had daar vele gronden in eigendom. Het klooster is aan het begin van de 17e eeuw verdwenen. De kloosterkerk is wel langer blijven bestaan. Toen de kerk ook in verval raakte, is ook deze afgebroken.
Fietsend door de velden zie ik de Doelhoef kerk in Aldeboarn. De toren staat scheef. Via internet vind ik de volgende anekdote; In 1723 werd de toren van de toenmalige turfstenen kerk uit de 13e eeuw getroffen door de bliksem.De hoogste toren van Friesland stond op dat moment in Tzum. De inwoners van Aldeboarn (Boarnsters) wilden een nog hogere toren bouwen.Met een touw gingen ze de toren van Tzum opmeten. Terwijl de Boarnsters een glaasje gingen drinken, sneden de Tzummers een stuk van het touw af. Vandaar de bijnaam de “Tuorkemjitters” (torenmeters).
Mogelijk heeft dat, gevolgen gehad voor de bouw van de toren en dat hij daarom scheef staat ? Ik fiets verder naar de Friese Wouden naar Beetsterzwaag. Het landschap is nu totaal anders, niet meer de open vlaktes maar overal bosjes. In Eureterp haal ik nog wat eten. In het parkje zitten een man en vrouw en ze volgen mij. Als ik passeer steekt de man de duim op. Bewondering. Ik zwaai terug. Het is nog een flink eind naar Roden en dan naar Rodenwolde waar een prachtig tolhuis staat met de tarieven van weleer.
In het dorp vind ik de Jacobskerk en een molen in bedrijf. Groningen is in zicht en precies 17:00 uur sta ik na 110 km bij het station. Een kwartier later rijden we naar Zwolle en ben om 21.15 uur weer in Duiven. Twee dagen, maar toch. Wat een ervaringen en indrukken.
https://nl.wikipedia.org/wiki/Kilimanjaro_(berg)
…………………………………………………………………………………………………………………………
26 maart 2016
113,4 km km
Duiven-Deventer-Duiven
Foto’s van eerste tocht van 2016.
Eindelijk weer op pad
Het is kwart voor zeven als de wekker in mijn i-Phone afgaat. Mijn vrouw heb ik gisteren al op de hoogte stelt dat ik vroeg weg wil. Ze weet wel dat daar niet veel aan te praten is en na een snelle groet zit ik om 07:10 uur op de fiets. Gisteren heb ik de fietstassen ingepakt net of dat ik 14 dagen zou gaan fietsen. Het is de eerste test in 2016 en dan wil je graag weten of alles werkt en je alles bij je hebt.
Ik ben nog niet in de nevel de straat uit of het eerste pech dient zich aan. Mijn spijkerbroek heeft aan de pijpen omslagen en die haakt onder de kettingbeschermer. Geheel verbogen schuurt de beschermer langs de ketting. De beschermer is van aluminium en ik kan haar weer in de juiste vorm buigen. Toch gebeurt het nog twee keer voor ik het dorp uit ben, op weg naar Doesburg over de Giesbeeksestraat. Die volg ik niet helemaal , halfweg ik fiets over de Zesroedenstraat langs de voormalige proefboerderij van het IMAG (Instituut voor Mechanisatie,Arbeid en Gebouwen) uit Wageningen. Hier midden in het ‘Broek’ op de laagste plaats en de meest zware kleigrond, had men een veeteeltbedrijf. Begin jaren 90 van de vorige eeuw zag ik hier de eerste melkrobot als onderzoekobject. Met verbazing keek ik hoe de robot de spenen zocht en begon te melken. Toen nog proef en nu bij heel veel boeren al gewoon. Wat ook vernieuwend was was de loopstal. Daarvoor stonden de koeien in de winter vast op stal. Hier liepen de koeien los en gingen uit eigen beweging, gelokt door brokken, naar de melkmachine.
Bij Bingerden ga ik de dijk op naar Beinum bij Doesburg. Het is nog zo rustig dat de ganzen op het fietspad op de dijk zitten. In de nevel is de kerk van Doesburg te zien en de zon prikt bleek al door de nevel. De eerste wandelaars laten op de dijk bij Beinum de hond uit. Het gaat een mooie dag worden. Met een stevige wind in de rug ben ik binnen een uur in Doesburg.
Het oude stadshart van deze Hanze en garnizoensstad ademt het verleden met mooi panden aan de Koepoortstraat en in het Doesburg centrum , de Waag en het gemeentehuis, waar ik menig keer een vergadering had.Nog moet ik denken aan de afbeelding van het Salomonsoordeel, boven de openhaard van de raadszaal.
Het is nog stil op straat en ik fiets via de IJsselbrug die in onderhoud is naar Dieren en wordt welkom geheten door het plaatsnaambord wat is opgefleurd met een Roze fiets omdat de Giro d Italia door deze gemeente komt. Dieren, waar de Gazelle fietsfabriek staat, heeft wat met fietsen. Door het oude dorp fiets ik naar Spankeren en ga via binnenwegen en soms een zandweggetjes richting Klarenbeek.
Met verbazing zie ik het plaatsje Hall. Stil en bijna verlaten ligt het in het groen tussen de velden.
Een aantal moeders staat klaar, maar het is mij niet duidelijk waarvoor. Later zie ik mannen met het opbouwen van een Paasvuur . Morgen gaat de brand er in en wordt de traditie uit het oosten van het land in stand gehouden.
Er is meer niet duidelijk. Klein-Amsterdam zie ik op een officieel bebouwde kom bord, maar ik zie maar twee boerderijen. Dat is echt klein en er is geen enkele vergelijking met Amsterdam. Toch is het een officiële plaatsnaam. Ik denk dat het leuk zou zijn om als buurtschap een jumelage met Amsterdam aan te gaan.
Nog meer verrassing kom ik tegen met het jachthuis Het Leusveld bij Klarenbeek.
Er zijn nog uitgestrekte bossen. Het Leusveld te Brummen was van oorsprong een boerderij met de bijbehorende landbouwgronden en bossen. De boerderij stond op een andere plaats dan de plek waar het huidige landhuis staat. De omgeving lijkt of de tijd heeft stil gestaan. Toch wil ik verder en ik ben ongeveer 2 km van Klarenbeek. Het is iets van mijn geplande route, maar ik ken daar een Plus supermarkt en daar wil eerst boodschappen doen. Het is zo’n gezellige buurtwinkel voor de gehele bevolking. En dat is te merken. Iedereen kent elkaar. In het Saksisch dialect worden de nieuwtjes uit gewisseld. Nu mijn voorraad eten en drinken weer op peil is ga ik naar Bussloo, een grote recreatie plas vlak bij Twello. Eerst kom ik langs het Thermen en Wellness centrum van Bussloo met sauna, beautycentrum en hotel. Het is er al heel druk.
Iets verder kom ik op het naturistenterrein met gazon tot aan het water. Met 15 graden is hier nog niemand in zijn blootje te vinden. Ik fiets wat door en vind een picknicktafel direct aan het water. Meer dan een uur zit ik in alle stilte aan de tafel. Af en toe komen wandelaars met honden voorbij. De honden komen bij de tafel snuffelen want ze ruiken eten. De wandelaars groeten. Dit is mijn Wellness, rust en natuur,
Op de waterplas is een Fuutenpaar aan het baltsen. Met veel geluid verklaren ze elkaar de liefde. Het voorjaar zit in de lucht. Het baltsen is als de Matthaüs Passion, de opstanding van het voorjaar en het doorgeven van leven.
Meer dan een uur geniet ik van de rust, maar het is 11:40 uur en ik heb nu ca 45 km gefietst. Via het buitengebied van Voorst kom ik bij de brug van Deventer.
Snel een rondje door de oude stad via de Bergweg naar de Bergkerk. prachtige oude straatjes waar de historie nog van de panden is af te lezen.
Nu begin ik echt aan de terugweg en merk al dat het niet vanzelf zal gaan. Een stevige wind tegen doet de snelheid tot ca 12 km per uur dalen. Op het industrieterrein vind ik een prachtige ‘zonnebloem’ bestaande uit zonnepanelen.
Wat een leuke bloem zo midden tussen alle industrie. Onderweg in de bermen heb ik ook veel bloemen gezien, meeste Narcissen . Tegenwoordig zijn de polletjes met Narcissen in de berm in het voorjaar heel gewoon en ze fleuren de bermen leuk op. Ik bedenk dat er langs de bermen in Nederland, misschien wel meer Narcissen bloeien als op de bollenvelden.
Buiten Deventer wil ik door de uiterwaarden. Voor een deel lukt dat en ik passer prachtige grote villa’s met uitzicht op de IJssel. Dan houdt het zandpad ineens op en kom ik voor een hek met een slot er op. Ik moet terug naar de Provinciale weg naar Gorssel. Ik ploeter voort tegen de wind en fiets door Gorssel. Bij wat winkels staan twee prachtige banken van eikenhouten planken. Weer neem ik rust en na enige tijd komt een man vragen of een lange tocht aan het fietsen ben met zoveel bepakking.
Ik leg hem uit dat het een dagtocht is en gewoon het gevoel wil hebben, zoals altijd, op langere tochten. Ik vertel hem over mijn reis naar Santiago en dan vertelt hij dat hij dat graag met zijn vrouw zou willen fietsen, als ze over een jaar met pensioen gaan. Ik geef hem maar een advies;”Er is altijd wel een excuus om het niet te doen. Maar ik zeg gewoon doen”. Nu vraagt de man hoe ik kook en voor ik er erg in heb ben ik bezig met een privé voorlichting en staat mijn benzinebrander op de bank. De man en vrouw komen uit Zoeterwoude en ik vertel ze dat ik daar in de buurt op een boerencamping heb gestaan en dat mij de tekst op de kerk zo aan spreekt. Neem de tijd. Neem de tijd voor je zelf. Neem de tijd voor een ander en tijd voor GOD.
Die tekst is van pastoor van der Plas. Hij is overleden, vertelt de vrouw. Ik denk dat ik zijn gezegde laat voortleven. De camping die ik “daar ken en alleen kan aanduiden met ‘dam’, blijkt Rustdam in Buurtwijk te zijn. Van de boer en boerin weten ze ook nog details. Zij is met haar zus naar Santiago gefietst weet ik. Ik verbaas mij over het feit dat de wereld maar zo klein is.
Ik moet verder naar Zutphen en dan richting Baak en Toldijk. Dat laatste stuk eist zijn tol bij Toldijk door de sterke tegenwind. In een bushokje eet ik om weer wat energie op te doen en blijf bijna een uur zitten. Dan fiets ik in de luwte van de bossen van Laag Keppel naar Drempt en Angerloo. Het begint langzaam donker te worden en de wind eist weer zijn tol. De vermoeidheid slaat toe en toch geniet ik van de avondlucht met prachtige kleuren, met op de voorgrond de windmolens in Duiven en de afvalverbrander. Ik kom om 19:30 uur na 113 km thuis.
De bank in de kamer is de volgende rustplaats na een mooie dag!!
Diverse links met informatie over de bezochte plaatsen of bijzonderheden;
Hanze stad Doesburg
Giro d Italia
Hall.
Het Paasvuur
Het Leusveld
Het dorp Klarenbeek
Recreatieplas Bussloo
Hanze stad Deventer
Gorssel
Duiven
Klein Amsterdam bij Voorst