15-nov-2007,
Duiven – Emmerich- ’s Heerenbergh – Duiven
Tijd 4:00:40 uur Gemiddelde 16,6 km
Afstand 66,7 km
Langs de Rijn.
Na het lezen van het boek Trappen naar Santiago van Guus en Nel Schipper, laat het mij niet meer los. Ja, ik heb er goed over nagedacht. Ik wil een uitdaging. Het heeft mij altijd aangesproken. Ik ga naar Santiago. Ik heb heel veel tijd aan mijn werk en anderen besteed. Nu wil ik eens een paar weken met mij zelf op pad. Ik moet trainen, kilometers maken.
Vandaag begin ik thuis.
Het eerste stukje gaat naar Loo. Daar kan ik aansluiten op het fietspad langs de Rijn. Pannerden en dan door de uiterwaarden naar de Waal. Ondanks de herfst is het een prachtig gebied waarvan je kunt genieten. Bij de Waal begint een traject tot Tuindorp, wat ik niet ken. Een pad loopt naar het voetveer naar Millingen.
Meestal is het zomers heel druk, nu vaart het pontje maar vijf keer per dag. Het is net 13.05 uur geweest en het pontje ligt aan de overkant. De volgende overvaart is om 15 uur. Dan maar richting Tolkamer. Ik kom langs het recreatiegebied De Bijland, met stranden en campings. Nu is alles verlaten. Dan komt Tuindorp in beeld. Prachtig zo een klein dorpje pal achter de dijk. Het dorp is rond 1920 gebouwd door scheepswerf De Hoop, als huisvesting voor de aangetrokken Poolse arbeiders. Deze vertrokken weer snel en daarna is het blijven bestaan als wijk van het dorp Tolkamer.
Tolkamer
Bijna tegen Tuindorp ligt Tolkamer, vroeger de grensovergang voor de schippers op de Rijn. Hier was de douane de baas. Nu vaart alles voorbij. Op de Europakade in Tolkamer, heb je altijd een mooi zicht op de scheepvaart op de Rijn. De rit gaat verder over de dijk naar Spijk, de laatste plaats op Nederlands grondgebied. Hier was een oom van mij baas op de steenfabriek Hollandsch-Duitsch. Daar mocht ik rond 1960 wel eens op vakantie.
Naar Duitsland
Nu gaat de dijk over in een fietspad op Duits gebied. Vreemd dat de Duitsers het fietspad onder aan de dijkvoet leggen. Je zit tegen de dijk aan te kijken. Niet erg vriendelijk voor de fietsers. Bij Emmerich gaat het fietspad over in een weg rond een recreatiehaven. Daarna moet ik bij de hangbrug over de weg naar Kleef. In het centrum van Emmerich pak ik de route langs de Rijn weer op. Emmerich heeft de Rijn promenade prachtig opgeknapt.
Maar ja, nu in november is het rustig. Er loopt een fietspad over de promenade en daar maak ik gebruik van. Ik heb er nu goed 30 km op zitten en alles wat ik verder rijd moet ik ook weer terug. Ik besluit richting ’s Herenberg te gaan. Dan merk je hoe dicht beide plaatsen aan elkaar grenzen. Na de autosnelweg A3 komt de grens en dan ben je in ’s Heerenbergh.
Huis Bergh
Midden in de oude stadje ’s Heerenbergh ligt het prachtige Huis Bergh. Het is gezellig druk in het stadje. Nu gaat het heuvel op naar Beek. De heuvels van Montforland zijn niet echt hoog, maar ik merk nu dat ik nog conditie tekort kom. Als ik in de kleinste versnelling rijd moet ik nog te zwaar trappen. Hier is het aantal versnelling van mijn fiets onvoldoende. Daar moet nog wat aan gebeuren. Hoe, weet ik niet. Beek, Didam, Zevenaar loopt goed en om 18.00 uur kom ik thuis. Mijn eerste grotere tocht zit er op. Er moet nog wel wat gebeuren aan; de conditie, de fiets en de kleding. De zadelpijn begon al na vijf km, dat belooft niet veel goeds. Heuvel op was moeizaam, dat belooft ook niet veel goeds. Toch wil ik door.
………………………………………………………………………
28 november 2007,
Duiven -Leersum – Duiven.
Tijd 5:48:03 uur Gemiddelde 16,4 km
Afstand 95,7 km
De start
Vorige week heb ik al op de computer naar de weersverwachting gekeken. Woensdag leek wel gunstig. Wel een kans op regen maar dan wel een lichte kans. Zoon Henk zou vandaag in Den Haag zijn en we hebben er nog even over gehad of ik met hem terug zou rijden. We hebben echter geen afspraken gemaakt. De dagen ervoor heb ik al wat kaartonderzoek gedaan. Ook heb ik op Google Earth de route bekeken. Mijn voornemen stond vast en vanmorgen om 9.05 uur vertrok ik uit de poort naast het huis.
Je begint in de wetenschap dat het vandaag veel kilometers gereden worden. Alles wat ik heen fiets, moet ook weer terug. Het is koud met een temperatuur van ca. 6-8 graden. Ik heb de handschoenen van Wil gekregen. Stoer ga ik op weg, zonder ze aan te doen. Die stoerheid is snel voorbij. Het is koud aan de handen en ver voorbij Wageningen, trek ik ze rond het middaguur pas uit.
De route door het Horsterpark en langs het spoor is een verplicht nummer. De eerste spieren begin je dan te voelen. Maar de ervaring van de vorige tochten zegt; dat gaat wel over. Ook het achterwerk laat zich weer voelen. Dat belooft niet veel goeds. In Arnhem staan de eerste drugsverslaafden al voor de deur van de methadonpost. Dan kun je toch maar beter een fietsverslaving hebben. Het is wel de vraag of je daar weer vanaf komt. Door Arnhem constateer ik dat het met de aandacht voor de fiets weer slecht gesteld is. Ter hoogte van de busstalling in Arnhem is men een kantoorgebouw aan het bouwen. Een gedeelte van de rijbaan voor auto’s is met bakens afgezet. Het fietspad heeft men maar bij de bouwplaats getrokken. Containers met vuil staan half op het fietspad, maar nog erger is de kwaliteit van het fietspad. De zware kranen of containers drukken de tegels schots en scheef of kapot. Ik manoeuvreer er handig omheen. De banden heb ik vanmorgen flink opgepompt en dan is een dergelijk oneffen fietspad goed te merken. Ik hobbel netjes over de oneffenheden. Ik laat Arnhem achter mij en via de Klingelbeekseweg ga ik naar Oosterbeek -Laag.
De luchtlanding
Een prachtig uitzicht over de Rijn bij de spoorbrug doet mij denken aan de Engelse militairen de in de slag om Arnhem voor onze bevrijding hebben gestreden. Het kerkje in Oosterbeek – Laag roept ook die herinneringen op. De domineeswoning ernaast en iets verder het pad naar de Rijn, waar ik ooit van een ooggetuige, kolonel van Woerden van de commando’s, tekst en uitleg kreeg over de terugtocht. De onzekerheid en de spanning bij de militairen of men zonder te worden waargenomen over de Rijn kon terugtrekken. In het donker liep men van Hotel Hartenstein naar beneden naar de Rijn.
Kasteel Doorwerth
De spieren komen los en het loopt lekker. Ik geniet van de frisse lucht. Mijn route loopt onder langs de Duno, maar bij Kasteel Doorwerth besluit ik toch ineens van de route af te gaan. Waarom niet. Later denk je; Had ik daar maar even gekeken. Bij het kasteel is de poort achter de ophaalbrug open. Prachtig zo’n kasteel met rijke historie.
(kasteel Doorwerth)
Ik ga over de ophaalbrug de binnenplaats op. Geen mens te zien. Al dit moois allemaal voor mij.
Op de kaart stond het als een rood streepje. Nu weet ik dat je die paden beter niet kunt gebruiken. Het blijkt een ruiterpad door het bos. Van een pad is nauwelijks sprake. Het is een kapot getrapt zandpad. Gelukkig niet meer dan een kilometer. Mijn vrouw had mij gevraagd even bij de zus van Theo Peelen in Renkum aan te gaan. Het is rond 10.30 uur en op zich een mooie tijd om even te stoppen. Wil de zus van Theo is in de tuin aan het werk. Bij het hek spreek ik haar aan. Ze herkent me niet. Ik zet mijn pet af en zeg dat ze de groeten van Theo moet hebben. Ze komt dichter bij want ze weet nog steeds niet wie het is. Dan is er de herkenning en klinkt de gebruikelijke vraag: “Hoe kom jij hier”. En dat terwijl je de fiets in de hand hebt.
Koffie koek en vragen waarom, wanneer, hoe kom je op het idee. Ik vertel het maar weer. Na ca. 45 minuten wordt het toch tijd om te vertrekken. Ze zwaait me uit of ik al de tocht naar Santiago ga beginnen. Bij de bocht kijk ik nog een laatste keer om. Ze staat er nog. Het zal op haar wel een diepe indruk maken. In haar huis staan overal Mariabeelden en uitingen van haar geloof. Ik heb beloofd voor haar een kaarsje in Santiago op te steken. Dat zijn er al twee want op verzoek van de buurvrouw moet ik er ook een voor haar man Hans opsteken. Ik zal het maar in mijn notitieboekje schrijven.
Soldaat Mol
De route gaat niet over de Wageningseberg. Onder de berg loopt een fietspad en langs de rivier laat je Wageningen totaal liggen. Over de Grebbedijk kom ik bij de Grebbeberg. Mijn eerste echte klim naar boven. Het gaat zonder problemen. Het gaat niet hard, maar ik hoef niet af te stappen. Vorige week heb ik achter een nieuw tandwiel gemonteerd. In plaats van 17 tanden, heb ik nu 19 tanden achter. Dus in het kleine verzet twee versnellingen extra. Ondank het koude weer krijg ik het heet. De rits van de jas gaat open. Boven stop ik bij de oorlogsbegraafplaats van Nederlandse militairen die in 1940 bij het binnen vallen van de Duitsers zijn gevallen. Soldaat Mol 1914 -1940. Zesentwintig jaar. Te jong om te sterven, voor een dergelijk stomme bult met zand, die wij een berg noemen. En met hem sneuvelden velen.
Even lopen doet goed. De spieren zijn los en de zadelpijn is minder. Nu de volgende etappe naar Leersum. Het Owehands dierenpark voorbij, centrum van Rhenen voorbij, de tabaksschuren en landhuizen in Elst Utrecht, ik fiets er aan voorbij. Amerongen het kasteel en de renovatie van een beukenlaan. De naam van der Haar, groenvoorziening uit Wekerom staat erbij. Toch nog iets bekends.
Het is bijna 12.30 uur en er staat bijna 50 km op mijn teller als ik in Leersum aan kom. Bij het VVV koop ik een kaart van Utrecht. Ik moest maar eens pauze maken. Ik moet ook nog terug. Zondag had ik al het adres van Tinie en Toon Driessen opgezocht. Ik weet alleen niet of ze thuis zijn. Ik vind het adres, maar kan het juiste huisnummer niet vinden. Voor Albert Hein bel ik de familie en ik blijk bij hen onder het raam te staan. Een hartelijke ontvangst en broodmaaltijd worden mijn deel. Ik moet tekst en uitleg geven over mijn voorgenomen fietstocht. Men schut het hoofd. Waar begin je aan. Ik kan het begrijpen, want wie mij in het verleden vroeg waarom ik altijd met de auto kwam, kreeg steevast als antwoord; “Ik heb een heel dure auto en die moet je wel gebruiken.” De terugreis naar Duiven loopt voorspoedig en mijn eerste rit van 100 km sluit ik in het donker, om 17.30 uur af.
………………………………………………………………………
06-december 2007
Amsterdam – Duiven
tijd 6:32:04 uur. Gemiddelde 16,2 km. Max snelh. 33 km
98 km
De natte tocht.
Ik had al een paar dagen toegeleefd naar de fietstocht van Amsterdam naar Duiven. Maandag 3 december zou ik gaan. Maar de voorspellingen waren storm en regen. Met tegenzin heb ik het uitgesteld. Vijf december, Sinterklaasavond. Het stormt, de wind giert door de bomen. De weersvoorspellingen zijn slecht. De buien radar geeft tegen het middaguur regen en windkracht 4-5 en aan de kust 6-7. Wil probeert mij laat op de avond nog van het idee af te krijgen. Dit is mijn laatste kans voor de winter en ik heb zoon Henk al gewaarschuwd om mee te rijden naar zijn werk in Amsterdam.
Ik slaap slecht en om zes uur piept de wekker van de telefoon. Gisteravond had ik alles ingepakt en de fiets staat in de gang. Twee sneeën brood en ik ben om 6.15 uur op de fiets naar zoon Henk. Fiets in de auto en om 6.30 uur gaan we ons op weg naar Amsterdam. Ik constateer dat economisch Nederland al volop in de weer is. Bij Velp loopt het verkeer op de A12 al taai. Gelukkig gaat het daarna tot bijna bij Amsterdam goed. Even een kop koffie en 8.30 uur stap ik op het zadel van mijn Gazelle met twee Hemabanden en 7 versnellingen.
Een lekke band.
Net buiten Diemen, wat is dat? De voorband begint leeg te lopen. Vier km heb ik gereden en ben net 25 minuten onderweg. Vijftig meter verder is een viaduct. Ik loop er heen en de hersencellen werken al volop. Wat te doen? Eerst maar eens over de band voelen of er iets in zit. Ja hoor, ik voel een verhoging. Laat ik de plek eerst aftekenen op de velg. Met een viltstift zit ik een pijltje op de velg, daarna trek ik een driehoekige glassplinter uit de band. Die bewaar ik in mijn portemonnee. Mijn eerste lekke band. Mijn reparatiesetje is nog nieuw. De plaats des onheil in de binnenband wordt netjes opgeschuurd en met Sulution ingesmeerd.
Even wachten en de plakker kan er op. Dan komt nog een klusje, het oppompen van de band met het handpompje. Een wandelende voorbijganger spreekt wat meelevende woorden, maar ik geef aan dat het probleem bijna over is. Vijftien minuten later stap ik weer op de fiets richting Weesp. De wind trekt aan en mijn achterwerk begint al op te spelen. Dat belooft niet veel goeds. De tocht voert langs de Vecht. Er staan bunkers in de weilanden van fort Uitermeer gebouwd in 1934.Bij een boerderij stop ik voor een foto.
Boven op een bunker hebben ze een verlichte kerstster geplaatst. Oorlog en vrede. Het is bijna 10 uur en het begint te regenen. Ik trek toch weer te laat de regenbroek aan. De knieën zijn al nat. De regenjas vind ik nog niets.
Naarden – Hilversum, fiets ik op de verkeersborden, want mijn kaart begint pas bij Hilversum. Als ik daar ben, weet ik niet waar ik zit. Dan maar de TomTom aan. feilloos brengt mij de TomTom door Hilversum richting Soestdijk. Ik vind de route op de wegenkaart en de TomTom kan weer uit. Het regent pijpenstelen. Het doet me weinig en ik trap lekker door, het achterwerk went weer aan het zadel. Langs Kasteel Soestdijk. Toch nog even stoppen voor een foto. Er lopen ondanks het slechte weer veel bezoekers in de tuinen van Soestdijk. Tegen 12.00 uur bereik ik Amersfoort. Ik ga even bij mijn schoonzus Gerrie Kelderman aan. Ik krijg een hartelijke ontvangst en moet allerhande vragen beantwoorden. Wat, wanneer, hoelang. De datum staat vast het zal 25 juli worden, op de naamdag van de heilige Jacobus. Na drie koppen koffie en twee boterhammen heb ik bijna een uur rust gehad. Ik moet weer verder.
Mooi dom!
In Amersfoort ging het mis. Ik moet met de fiets van een paar trappen af. In het midden is een gootje van ca. ander halve meter lengte voor de banden. Ik probeer op de fiets door het gootje naar beneden te rijden. Dan gaat het fout. Ik val! Rol over de trappen en kom met mijn hoofd tegen een muurtje. Mijn knie doet zeer, mijn hoofd is nogal hard tegen de muur gekomen. Ik krabbel overeind en raap mijn fiets op. Dat belooft niet veel goeds. De voorband loopt aan. Zal hier de reis al eindigen? Ik vind het probleem. De rem loopt aan! Gelukkig, geen slag in het wiel. Ik maak de rem vrij en kijk of er niets is blijven liggen. Maxima zei van een uitspraak van Willem Alexander; “dat was een beetje dom”! Dit was niet een beetje dom! Dit was gewoon stom.
De knie speelt tijdens de eerste kilometers op. Het is troosteloos weer en de route op de kaart ben ik ook weer kwijt. TomTom helpt mij om door Leusden te rijden. De Heilweg, de Postweg het kan niet meer missen. Buiten Leusden gaat de TomTom uit. Het blijft maar regen en de gemiddelde snelheid zakt.
Via Lunteren bereik ik Ede. Ik verstuur mijn derde SMS aan Henk, Jolanda en Wil. Ze sturen een SMS of ze me moeten ophalen. Niets daarvan, ik trap de kilometers zonder problemen weg. Ondanks de regen zit ik soms te zingen. Mij kan niets deren. Met uitzondering van mijn achterwerk. De nieuwe fietsbroek met zeemlerenkruis helpt daar ook niet 100%. Bij van de Valk op Papendal maak ik een 15 minuten stop voor een drankje. Het personeel bekijkt de verzopen ‘kat’ terughoudend. Weer buiten besluit ik een paar honderd meter te lopen met de fiets aan de hand.
Er zijn nog goede mensen!
Er stopt een auto. Een jonge man vraagt of ik pech heb en mij kan meenemen. Ik leg hem de situatie uit en bedank hem met een opgestoken duim. Er zijn toch nog mensen die aan de medemens denken. Op de Amsterdamseweg in Arnhem gaat het lekker bult af. Door de stad en dan de laatste kilometers langs het spoor naar Duiven. Bijna thuis belt mijn vrouw Wil om de laatste stand te horen. “Waar ben je en hoelang duurt het nog“. Met de telefoon in de hand rij ik de oprit op, het is 17:00 uur.
De natte kleren blijven in de schuur. De kletsnatte schoenen en sokken blijven voor de deur liggen. Ondanks het regenpak ben ik toch nat. De sokken waren bij Hilversum al doornat. De schoenen blijken niet echt waterdicht. Daar moet nog een oplossing voor komen. Ik ben ook vergeten om foto’s te maken. Voldaan ga ik aan tafel en daarna onder de douche. Een klets natte dag en een ervaring rijker. Ik voel mij voldaan. De winterrust kan beginnen.
………………………………………………………………………