2017 Nice-Eijsden
1250 km
Planning
20 juni; Vliegen Schiphol – Nice
Ooit hebben we met de auto met kleine caravan, de route Napoléon van Grenoble naar Cannes door de Alpen gereden. Nu ben ik voornemens om vanaf Nice naar Nederland te fietsen.
Eerst en beetje geschiedenis voor ik vertrek, iedereen kent immers wel Napoléon Bonaparte en zijn Slag bij Waterloo in 1815, maar de historiek van zijn gelijknamige route is vast niet bij iedereen zo bekend. Na zijn nederlaag in Rusland in 1812 en de Slag bij Leipzig in 1814 valt hij uit gratie en wordt de keizer verbannen naar het kleine eilandje Elba. Hij zal daar niet lang blijven aangezien zijn veroveringsdrang groter is dan zijn vakantiezucht. Met enkele aanhangers landt hij op 1 maart 1815 in Golf Juan. Omdat hij vijanden heeft in het Rhônedal beslist hij om door de Alpen te trekken naar Grenoble en zo naar Lyon en Paris. Dat lukt hem zo goed dat hij 6 dagen later zegevierend Paris binnentrekt.
Ik ga niet naar Parijs, maar naar Nederland.
Direct de tweede dag al heftig, van de kust naar Castellane met passen tot 1150 m hoog. Met mijn fietservaring en de conditie die ik nu heb, moet het te doen zijn. Toch blijft het circa 1250 km om van het Vliegveld Nice op de fiets in Eijsden te komen.
De reis.
De voorbereidingen zijn goed. De uitrusting is in orde en het vliegtuig van Eindhoven naar Nice voor 100 euro, inclusief fiets a 40 euro, besproken.
Waarom Nice? In 1995 heb ik met het gezin in de auto en de caravan er achter eens de Route Napoleon gereden van Grenoble naar Nice. Op de camping trof ik een man die thuis een rechte streep op de kaart trok, van zijn vertrekplaats naar zijn woonplaats. Hij fietste dan langs die lijn naar huis. Het verhaal is mij altijd bij gebleven en ik heb ook die lijn getrokken. Vanaf Nice omdat Transavia vanaf Eindhoven daarheen vliegt.
Januari van dit jaar heb ik de reis geboekt en ben begonnen met het zoeken naar de geschikte route. In totaal, met 14 etappes moet ik in Eijsden in Nederland kunnen zijn. Ik kom dan aan een gemiddelde van ca 85 km per dag. Of ik het zal halen is van veel factoren afhankelijk. Ziekte, pech met de fiets is natuurlijk altijd een onbekende factor. Tegenslagen heb je elke reis wel, maar daar moet je een oplossing voor zoeken. De instelling; Ik zie wel, is de juiste. Niet druk maken over problemen die mogelijk kunnen komen. Als het zo ver is zie ik wel. Dan moet je soms ook je planning daarop aanpassen.
20 juni 2017 Nuland -Eindhoven
40 km
Eindhoven-Nice , vliegtuig
Nice- Villeneuve-Loubet
11 km
Totaal 51 km
Vertrek
Het is zover. Ik ben al vroeg wakker maar val weer in slaap. Maar 7:15 uur moet ik er uit. Na het eten begin ik met het inpakken van de auto. Mijn Kleinzoon brengt mij met de auto naar Nuland en vanaf daar begin ik te fietsen. De tassen heb ik volgens mijn paklijst de voorgaande dagen al ingepakt. Als laatste gaat de fiets achter op de auto. Ik neem afscheid van mijn vrouw die zoals gewoonlijk zegt; ‘Je kunt je nog bedenken’. Maar als dat niet helpt ,wenst ze mij een goede en veilige reis.
Het is 09:45 en als mijn kleinzoon Jurre,van 19 jaar, thuis in Duiven ophaal. Ik vraag hem of hij wil rijden. Hij is net wakker en laat het aan mij over. Vorig jaar toen hij net zijn rijbewijs had wilde hij altijd rijden. Zo zetten we koers naar Nuland. Vanaf hotel van der Valk heb ik een route van 40 km naar het vliegveld uitgezet. Op de parkeerplaats wordt de fiets met de tassen behangen en een paar gasten vragen waar de reis heen gaat. “Naar Eindhoven vliegveld , dan naar Nice en vanaf daar fiets ik naar Nederland.” Men kijkt met bewondering. De vrouw zegt, “dat zou ik ook graag willen doen, maar ik moet nog werken.” Ja dat heb ik er op zitten. Ik zwaai nog een keer naar mijn kleinzoon en dan begint een tocht van 9 maanden voorbereiding.
Om 11 uur fiets ik weg. Nog maar net van de parkeerplaats word ik door een fietser aangesproken. Hij stond mij al op te wachten. Hij vraagt ook waar de reis heen gaat,” Nice zeg ik. Ben jij ook naar Santiago de Compostella geweest”, vraagt hij. Ik bevestig het. Hij kijkt verbaasd en vraagt hoe ik heet.” Henk Nijland. ” Zie je wel”, zegt hij, “ik dacht het al! Ik ben Theo Boomers en we hebben in 2008 vanaf Schaik tot Helvoirt samen gefietst.” Dat is toeval. Direct herinner ik mij details. Ik had hem niet meer herkend, maar dat zou kunnen, want hij was 40 kg afgevallen. Hij herkende mij aan de uitrusting met de rode fietstassen. Negen jaar later treffen wij elkaar weer. Ik geef hem mijn kaartje en zullen nog contact hebben. Wat een toeval!
Nog geen kilometer weg rij ik op het fietspad door glasscherven van een kapot bierflesje. Ik hou de banden in de gaten, maar de antilek banden bewijzen zich weer. Geen lekke band. Via kleine dorpen kom ik in Veghel en daar koop ik bij Albert Heijn krentenbollen, kaas en melk. Rustig neem ik de tijd om bij AH koffie te drinken. De krentenbollen zijn voor vanmiddag en morgenvroeg als ik weer vroeg op de fiets zit. Ik stap weer op de fiets en vervolg mijn route. Twee kilometer verder zie ik ineens de kaarsenfabriek van Bolsius die ook op de heenweg ook zag. Dan dringt het tot mij door dat ik niet heb opgelet en gewoon de route terug aan het fietsen ben. Dat schiet niet op! Ik draai om en moet lachen als ik AH weer passeer.
In Nijnsel gaat de route langs de natuurcamping de Graspol. Ik besluit eens langs te gaan. Op het terras zit de eigenaresse Aurora met haar dochter. Aurora herkent mij direct. In 2015 was ik op de terugweg van de Liberation Route op de camping en vorig jaar op de terugweg van Rome vanaf het vliegveld Eindhoven ook. Na de limonade vertrek ik. Het is 29 graden en dan kun je wel wat vocht gebruiken.
Op drie kilometer voor het vliegveld maak ik de krentenbollen met kaas klaar en fiets dan het laatste stukje naar het vliegveld. Om 15:00 uur kom ik aan en ga midden in de hal ga op mijn krukje zitten. Ik heb een bagage wagentje en begin de fiets te ontmantelen. Alles wat van ijzer of scherp is gaat in de verzamelzak, die als bagage in het vliegtuig gaat.
Ik heb dan maar één stuk ruimbagage. Mensen kijken met belangstelling. Ik haal de trappers en de spiegel van de fiets en laat de banden leeglopen. De GPS-houder gaat er af en het stuur draai ik een halve slag. Daarna gaat de fiets in een hoes. Binnen een uur ben ik klaar en moet dan nog een uur wachten voor de verzamelzak kan worden afgegeven. Voor de fiets krijg ik stickers die op de fietshoes moeten. Daarna moet ik de fiets bij de balie voor grote stukken afgeven. Twee mannen nemen de fiets in ontvangst. Een van de mannen begint in de hoes te kijken en zegt,”ik kan niets zien. Je moet de fiets eerst uitpakken.” Ik protesteer en zeg dat ik al drie keer eerder op de zelfde wijze uit Eindhoven ben vertrokken. De tweede man zegt dat de fiets toch door de röntgen gaat en dan zien ze wel of er verkeerde dingen in zitten. Ik mag de fiets afgeven en zeg hem er voorzichtig mee te zijn, omdat ik nog van Nice naar Nederland moet terug fietsen.
Na de controle kan ik vanuit de vertrekhal, de vliegtuigen zien en ik probeer te kijken of ik mijn fiets in een bagagewagentje zie. Mijn grootste angst is altijd, dat ik wel weg ga, naar de fiets in Eindhoven blijft. Bij het instappen zie onder het vliegtuig door mijn fiets in de hoes staan. Die gaat mee! Dat is een geruststelling. We vertrekken op tijd en gaan 20:00 uur de lucht in. Via Maastricht, Genève gaat het naar Nice. Ik zie de besneeuwde toppen van de Alpen. 21:25 uur landden we. In goed anderhalf uur ben ik in Nice. Nu heb ik 14 dagen nodig om terug te fietsen. Wij vliegen vanuit het westen aan en landden op de landingsbanen die eigenlijk in zee liggen.
Na het uitstappen is het wachten op de bagage en daarna op de fiets. Bijna 22:00 uur komt de verzamelzak met de tassen en direct daarna op een andere band de fiets. Ik begin de fiets op te tuigen. Ik heb haast, om 23:00 uur gaat poort van de camping dicht. In een half uur fiks ik het en stap in het donker op de fiets. Zowaar er is een echt fietspad. Ik moet nog 11 km fietsen naar de camping. Ik trap als een gek om op tijd te zijn. Het 23:05 uur als ik in het bos bij de camping kom. Te laat!, Het hek zit dicht. 100 m verder is nog een camping in het bos maar ook daar zit het hek dicht.
Mijn eerste probleem! Wat nu? Ik verken het bos in de omgeving van de poort. Op 50 m van de poort vind ik een plekje om de tent tussen wat struiken te zetten. Om 24:00 uur lig ik in mijn tentje en de fiets ligt er naast en zit vast aan de tent. Om 00:30 uur schrik ik wakker. Zie zwaailichten door het tentdoek. Even later bij de poort hoor ik het lawaai van de vrachtwagen. De glascontainers bij de poort worden met veel lawaai geleegd. De rest van nacht blijft het rustig en om 06:00 uur begin ik mijn tentje in te pakken. Een eerst trimmer in het bos kijkt wat vreemd. Een goed begin!!. Wat gaat dag twee brengen?
————————————————————————————————–
woensdag 21 juni 2017
Dag 2
Villeneuve-Loubet – Cannes- Grasse- Saint Vallier – de Thiey.
46 km
Nu begint het echt
Het is vijf uur en ik hoor de vogels in het bos al fluiten. Ik vind het nog te vroeg en draai me nog een keer om op het slaapmatje. Om zes uur is de slaap echt voorbij en buiten de tent bekijk ik het bos in de omgeving van het camping hek. Ik stond in het Parc Vaugenier een bosgebied met twee campings. Vlak voor mijn tentje staat een klimtoestel. Een enkele trimmer loopt al over het bospad langs mijn tentje. Wassen en toilet is er vanmorgen niet bij. Rustig pak ik alles in en om 07:00 uur zit ik op de fiets. Op de kaart heb ik gezien dat in het park een waterkraan is. Al snel heb ik de kraan gevonden en kan ik mij wassen, maar vooral de bidons vullen met water. Anderhalve liter water neem ik mee.
Nu begint de tocht langs de kustweg richting Cannes. De banden van de fiets heb ik gisteren met een handpompje opgepompt, net genoeg om te fietsen, maar te zacht voor de hele tocht. Mijn banden hebben een autoventiel en ik ben op zoek naar een benzinestation om de banden op te pompen, maar ook een halve liter benzine voor het kooktoestel. Al snel zie ik rond 07:30 uur mensen bij een pompstation. Ik vraag een halve liter loodvrije benzine en 5 bar lucht in de banden. Voor 1 euro ben ik klaar en kan weer meer dan een week koken en op harde banden fietsen. De uitrusting is weer op peil. De weg langs de kust begint al drukker te worden In mijn gele fietsshirt val ik goed op.
Zwemmen
Bij Antibes- Juan les Pin kom ik echt langs het strand. Er is daar bij strekdam 4 een publiek strand. Tegen het huisje van de strandwacht zet ik mijn fiets en trek mijn zwembroek aan. Om 8:00 uur neem ik een duik in de Middellandse zee. Heerlijk dit vroege zeebad. Om 8:30 uur komen de jongeren, allemaal begin twintigers, van de strandbewaking. Ze halen alle spullen van de Bay Watch uit het huisje en het lijkt of ik midden in de serie Bay Watch zit. Alleen Pamela Anderson zie ik niet. De jongeren gaan eerst op de grond oefeningen doen. De telefoon met een muziekje ligt in het midden en de jongeren liggen lang uit rond de telefoon. In het muziek klinkt regelmatig Up en Down en dan drukken ze zich op de handen op tot Down klinkt . Vier jongens en een meisje doen mee. Ik voel geen enkele behoefte om er aan mee te doen. Daarna neemt ieder zijn uitkijkpost in. Ik vraag ze nog wel een foto te maken en 40 minuten later ben ik op weg naar Quai Napoléon, de haven van Cannes. Hier liggen Luxe jachten aan de kade.
De kade is met een slagboom afgesloten, maar met de fiets kan ik er langs. Het personeel is aan het schoonmaken en op een jacht zit een man en vrouw op het achterdek aan het ontbijt. Ik knik vriendelijk tegen iedereen en niemand stuurt mij weg.
In deze baai is Napoléon op 1 maart 1815 vanuit zijn ballingschap op Elba aan land gekomen en door de bergen, wat men nu de Route Napoléon noemt, naar Parijs gereden. Er moet een herdenkingsplaquette aan de haven staan en daar wil ik mijn Route Napoléon starten. Na enig zoeken vind ik de Plaquette en maak een aantal foto’s.
De tocht gaat verder door de hoofd winkelstraat van Cannes. Ik zie winkels waar je zeker geen inkopen onder de 100 euro kunt doen. Nu heb ik daar ook geen behoefte aan, want ik heb al genoeg gewicht bij mij. Langs het station is het druk en ik moet goed opletten. Dan zit ik op de weg naar Grasse en direct gaat het gestaag omhoog. Het is de eerste test van de beenspieren. De klim van 6 tot 9% . Onderweg in Mouans-Sartoux vind een Lidl en daar doe ik inkopen. Melk, kaas, ananasdrank en bananen. Ik moet regelmatig eten en drinken, want de temperatuur is al boven de 20 graden. Aan de route tot Grasse zijn zeer veel parfumfabriekjes. Ik zweet al weer prima en zou best een fris geurtje kunnen gebruiken. Om 12:20 uur ben ik in Grasse en fiets door de stad. Nu gaat het 8 tot 10% omhoog naar de Col de Pilon 780 m. Ik moet regelmatig stoppen als ik mijn hart in de borst voel kloppen. Ik stop dan een minuut en dan zakt de hartslag weer naar normaal. Dan fiets ik weer 400 tot 500 m en maak ik weer een stop. Regelmatig spreek ik mij zelf moed in; “even doorzetten tot dat verkeersbord”, of een ander markant punt.
Voorbij het zwembad is een parkeerplaats en geniet ik van het uitzicht op Grasse en de Middellandse zee. Ik ben tevreden. Het is zwaar maar ik kan het.
Vanaf Grasse is het 16 km omhoog naar de camping in Vallier de Thiey. Ik haal de col de Pilon op 875 m hoogte en kom om 15:00 uur op de camping. Ik krijg een plek op een klein vlak plateau. Mijn buurvrouw die in een stacaravan woont begint direct in het Frans een verhaal. Sorry, ik spreek alleen Engels en Duits. Direct schakelt ze over in een vlekkeloos hoog Duits. Ze vertelt dat haar hond van 17 jaar gisteren een hartinfarct heeft gekregen. De hond loopt wat moeilijk maar leeft nog. Ik krijg alle details te horen. In de tussentijd praat ze tegen de hond Frans. Als ik het verhaal onderbreek en vraag hoe ze zo goed Duits spreekt, vertelt ze mij dat ze in het vroegere Oost Duitsland is geboren en nog vier talen spreekt. Ik vraag haar ook of er een campingwinkel is. Ja hoor, bij de ingang van de camping. Als ik daar heen ga , of ik dan gekookte Ham voor de hond wil meebrengen. In de winkel hebben ze fruit, groeten en worst , maar geen gekookte Ham. Ik heb mijn boodschappen en moet de buurvrouw teleurstellen.
Bij het bezoek aan het toiletgebouw wat de dame van de camping aanwees, schrik ik. Wat een oude kapotte en smerige troep. Kapot en vuil! Dit kan niet waar zijn! Als ik de trapje langs het gebouw af loop kom ik bij een nieuw gedeelte. Dit ziet er goed en verzorgt uit.
Het is tijd om mijn eerst maaltijd bij mijn tentje te koken. Het is het bekende maal van spaghetti, courgette, paprika, vlees (worst) en kaas. Dit geheel op smaak gemaakt met kruiden en tomaten ketchup . Ik eet er heerlijk van en om half tien duik ik mijn tentje in. De eerste bergetappe heb ik doorstaan. Het was met 46 km een korte maar wel heftige rit. Het lichaam heeft een top prestatie geleverd. Geen spier of andere pijn, morgen verder omhoog naar Pas de la Faye op 981 en col de Valfeniere op 1169 m. Morgen zal ook wel lukken.
————————————————————————-
Donderdag 22 juni 2017
Dag 3
Saint-Valier- De Thiey naar Castellane
55,6 km.
Berg op
De derde dag is in theorie de zwaarste route. Bewust heb ik de eerste dagen korte routes gepland. Ik ga nu van Saint-Valier – De Thiey naar Castellane 56 km. Met onderweg vier bergtoppen.
Die ook de naam van Cols hebben. De eerste col begint direct na het dorp. Als ik om 07 uur van de camping rij gaat het eerst naar beneden. In het dorp zie ik hoog tegen de berg al auto’s rijden. Daar zal ik ook wel heen moeten. Ik moet 5 km fietsen voor ik bij de eerste top ben Col de La Faye op 980 m. Het gaat 5 tot 7 % omhoog. Het is nog lekker koel maar ben door het klimmen snel op temperatuur. Om de kilometer stop ik en heb een prachtig uitzicht op het dorp waar ik vandaan kom. Ik heb een vrij constant tempo van 6,4 km per uur. Toch doe ik er nog twee uur over om boven te komen. Om 09:10 uur ben ik op de parkeerplaats en zit de eerste col er op. Nu gaat het 2,5 km berg af naar het dal Vallon Nans.
Daar begint de volgende klim. Er zijn prachtige vergezichten met wolken in het dal. De snelheid berg af beperk ik tot 40 km per uur. Het is hard genoeg. Omdat ik zoveel moeite heb moeten doen om boven te komen, wil ik nu ook genieten van de afdaling. Onderweg passeer ik weer een parfumfabriekje en je merkt echt dat deze route is ingesteld op toeristen.
Puffen
De volgende bergtop ligt op 27 km van mijn vertrekpunt. Het is col de Valferriére op 1169 m. De eerste motorrijders zijn al weer op de route en ze scheuren als gekken door de bochten. Terwijl ik weer aan het puffen ben, maakt een tegemoet rijdende motorrijder op de motor trappende fietsbewegingen. Die denkt natuurlijk, die ik gek, neem een motor. Col de Valferriére is mijn tweede bevalling vandaag. Ik heb berg op zo zitten puffen, dat het veel op een bevalling begint te lijken.
Toch heb ik ook wel oog voor het landschap. Rechts van mij gaan de rotsen hoog op. Links gaat de afgrond stijl naar beneden. Dat het voor motorrijders gevaarlijk is bewijzen de vele herdenkingsplaatsen met een foto en bloemen. Vaak nog jonge mensen. Zelf moet ik natuurlijk ook oppassen. De auto’s maar ook vrachtwagen passeren op minder dan een meter. Ik heb weer mijn witte trui aan om goed op te vallen.
De eerste plaats in de bergen is Escranolles. Hier heeft men de weg geasfalteerd en men is lijnen aan het trekken. Heel vaak asfalteert men als de tour de Frans er langs komt. In het dorpje wil ik wat eten halen. Maar helaas het enige winkeltje langs de weg zit dicht.
Na de col kom ik in Séranon. Bij een benzine station let ik niet op en kom op een verhoogde stoep. Met een klap kom ik weer op de weg. Gelukkig ging het goed, maar voor het zelfde geld lig je plat. Ik fiets nu in een breed dal met veel landbouw en het is redelijk vlak. Voorbij het dorp zie om 11:30 uur een groente- en fruitwinkel. Ik koop Nectarines, bananen en tegen mijn principe 1,5 liter flessenwater. Het water komt uit de koeling en kost ca 1,20 euro. Ik moet wel, want de temperatuur loopt al op naar de 30 graden en mijn water is op. Ik heb ca 32 km gereden en het gaat goed. Nu nog de col en dan naar Castellane. Je wend aan het klimmen en Col de Luens op 1054 m laat ik ook achter mij. Nu gaat het licht berg af naar de George du Verdon en Castellane, waar ik om 13:0O uur al aan kom. Rechts ligt hoog op een uitstekende berg een kerkje. Castellane is zeer toeristisch. Automobilisten, motorrijders en andere toeristen bevolken de terrassen. Ik ga eerst op zoek naar de camping. De camping bestaat voor 90 % uit stacaravans. Veelal in gebruik bij mensen die in de omgeving werken. Bij een caravan staan meerder lege bierkratten. Daar moet ik niet bij gaan staan. Dat kan vanavond wel eens geluidsoverlast geven. De camping eigenaar zei dat ik zelf maar een plaats moest zoeken.
Ik zoek een plek met schaduw. Als ik de tent heb opgezet en ingericht besluit ik eerst naar eens de douche op te zoeken. Die zien er prima uit en daarna ga ik op de fiets naar het dorp op zoek naar een supermarkt. Het is nogal zoeken in het dorp, maar ik vind een kleine winkel waar ze alles hebben. Na twee bergetappes beloon ik mij zelf met een fles wijn. Terug op de camping begin ik met koken en geniet in de zon van mijn wijntje. Voor ik er erg in heb is de dag al weer voorbij. De gebruikelijke tijd van 21:30 uur is het bedtijd. Ik hoor in de stacaravans de mensen vrij luid praten en lachen, maar val toch in slaap.
————————————————————————————–
vrijdag 23 juni 2017
Dag 4
Castellane naar Sisteron
92 km
Om 06:30 uur fiets ik van de camping af. Er blijkt geen water te zijn. De camping eigenaar snapt het ook niet. Dan heb ik alleen nog water van gisteren. Ik moet zien dat ik onderweg zo snel mogelijk weer water krijg. Buiten het dorp Castellane gaat het direct weer berg op. Ik heb het nog koud en doe een extra vest aan. Nu heb ik het warm en kan in een tempo van ca 6 km per uur de berg op. Het is 10 km naar de top en 8:21 uur ben ik boven op de Col des Léques op 1146 m. Gelukkig vond ik onderweg een plek waar water uit een slang kwam.
Er hing een bordje bij bron Eau de Sourc La Festoule. Het was heerlijk helder en koud water. Beide flessen zijn weer vol en ik kan verder door de bergen. Het is nu echt een slingerweg door de bergen. Geen bossen meer, maar kale rotsen en hoog opgaande bergen in lagen. Ik kom nu in de kloof, de Taulanne. Clue de Taulanne . De weg is bochtig langs de bergwand en links ligt in de diepte de kloof. Ik voel mij nietig en klein in dit prachtige stukje Alpen.
Ik neem de tijd om foto’s te maken. Juist in dit deel, is een soort poort in de bergen uitgehakt. Er was geen ruimte voor de weg.
De rotsen aan de andere kant van de kloof liggen in schuine lagen. Dit is echt genieten en de weg loopt ook langzaam af. Ik voel mij als een mier tussen grote stenen.
Bij Chatéuoure let ik niet goed op en had ik links af gemoeten. Nu moet ik naar Digne les Bains over de brug van de La Bleone. Daar kom ik weer op de route N85. Het is 11:35 uur en heb ca 50 km gereden. In een Carrefour winkel haal ik mijn boodschappen. Het moet het wel de rest van de middag meenemen, maar ik vind het zekerder. Je weet nooit of er nog een winkel aan de route is. Nu op de weg naar Sisteron. Het is wel de N85 , maar ook erg druk met vrachtverkeer en personen auto’s. Na 55 km bij Mallemoisson les Grillons is er langs de weg een klein parkje. Hier neem ik meer tijd voor de middag maaltijd. Tot zover is het zeer voorspoedig verlopen. Naar Sisteron is het langs de rivier redelijk vlak en dat schiet op. In het dal is een groot landbouw gebied. Er is zelf een kunstmatig kanaal waar het water hoog in staat. Uit het kanaal haalt men water voor de beregeningsinstallaties. Aan het einde van het kanaal is een stuwmeer bij Chateau -Arnoux -Saint Auban. In het dal is ook een elektriciteitscentrale aan de rivier Le Durance. Deze rivier loopt nog door naar Sisteron.
In het centrum ga ik een bij het VVV vragen naar de camping. De dame aan de balie schrijft de naam op en geeft een beschrijving die mij niet duidelijk is. Ik fiets langs de rivier, maar waar ik over de brug moet lukt het niet om bij de brug te komen. Via smalle straatjes zoek ik de weg naar de brug. De camping ligt 3 a 4 km buiten de stad aan de rivier. Les Pres Hauts heet de camping, waar ik om 15:15 uur aan kom, na 92,5 km. Ook hier mag ik weer een plek uitzoeken en ik krijg een gratis internet aansluiting. Het douchen vervang ik nu door het zwembad. Ik heb het bad voor mij zelf. Het is heerlijk verkoelend na de warme tocht met middagtemperaturen rond de 30 graden. De middag maak ik vol met zwemmen en internet. Bij controle van de fiets constateer ik dat er een spaak in het achterwiel, aan de kant van de tandwielen kapot is. Waarschijnlijk gisteren geknapt toen ik per ongeluk ik de stoep reed.
Het is vrijdag en morgen moet ik toch maatregelen nemen. Ik heb wel spaken bij mij, maar voor het plaatsen van de spaak is speciaal gereedschap nodig. Die nacht slaap ik slecht. Ik ben teveel met de spaak bezig. Het risico is te groot om met een kapotte spaak de bergen in te gaan. Hopelijk vind ik op de route in Cap een fietsenmaker.
———————————————————————————————
zaterdag 24 juni 2017
Dag 5
Sisteron naar Gap
56 km
Fietsenmaker
Ik fiets al weer vroeg de poort uit. De slagboom zit nog dicht maar ik kan er zo langs op. Eerst fiets ik terug naar Sisteron waar ik de route weer op pak. Dat een spaak mist is niet te merken, maar ik ben bang dat de belasting voor de andere spaken te groot gaat worden en dan heb ik zo meer spaken kapot. Na een redelijk vlakke rit van bijna 50 km kom ik in Gap. Een grote stad. Ik moet op het verkeer letten, maar ik let ook nog op de winkels of ik een fietsenmaker kan vinden.
Ja, dan zie ik links van de weg een winkel met opschrift Espace Velo. Daar moet ik zijn. De deur staat open en dan begint het. De eigenaar is met een fiets aan het sleutelen. In het Engels vertel ik het probleem en zeg dat ik zelf spaken heb. Maandag zegt hij, dan wil hij mij wel helpen. Ik vertel zo goed mogelijk dat ik van Nice via de route Napoleon naar Nederland fiets. Ik geef hem mijn kaartje met op de achterkant alle routes die ik sinds 2008 heb gereden. Blijkbaar maakt het indruk. Ik vraag hem of hij dan de cassette er af kan halen. Daar is speciaal gereedschap voor nodig. Dan kan ik zelf wel de spaak er wel in krijgen.
Dat is akkoord en ik zet voor de zaak de fiets op de kop. De spaken zitten onder het zadel in de buis Het zadel moeten er eerst af. Het wiel heb ik er zo uit. Uit voorzorg leg ik mijn tassen in de winkel en ik heb al redelijk smerige handen. Wat er is gebeurt weet ik niet, maar blijkbaar heeft de fietsenmaker op mijn website gekeken, want als ik terug kom, met de spaak al weer in het wiel, is hij zeer behulpzaam. Hij neemt de fiets over en begint er nu zelf aan. De derailleur afstellen verzorgt hij. De ketting loopt niet naar zijn zin en als hij de loopwieltje iets wil verbuigen knapt de hele derailleur er af. Ik schik, maar laat niets merken. Het is maar een klein stuk metaal wat kapot is, maar wel speciaal voor de Track fiets. Hij zoekt in zijn voorraad, maar niets heeft de juiste maat. Hij kijkt op internet en zegt dat hij direct na de middag bij zijn collega, die Track fietsen heeft, het onderdeel zal ophalen. Hij doet de zaak op slot en zegt dat hij om 14:00 uur weer terug zal zijn.
Ik loop de stad in en bij een bar drink ik een groot glas Cola. Ik zal de plannen voor vandaag moeten bijstellen. Ik had vanmiddag de Col Bayard willen beklimmen, maar ik moet nu zien dat een groter probleem wordt opgelost.
Merci
Als ik om 14:15 terug kom in de rijwielzaak, vertelt hij mij dat zijn collega maar 1 stuks van het onderdeel had. Het is zo specifiek. Hij vertelt dat je eigenlijk altijd zo’n onderdeel mee moet hebben. Vooral in het vliegtuig zou het kunnen beschadigen. Het klusje is nu in een klein uur klaar ik. Zelfs de wielen met de nieuwe spaken gaat hij nog uitlijnen en de versnelling wordt perfect afgesteld. Ik hoef alleen het onderdeel te betalen. Ik weet niet hoe vaak ik merci heb gezegd. Ik maak nog een foto van ons beiden. Hij schrijft zijn naam, Olivier Leduc in mijn boekje.
Ik beloof hem de foto op te sturen als ik in Nederland ben. Tevreden fiets ik weg door de stad. Op de GPS zoek ik een supermarkt en haal eten voor vandaag, maar ook voorraad voor morgen. Het risico dat op zondag geen winkels open zijn wil ik niet lopen.
In Gap begint de weg omhoog te lopen naar de Col de Bayard op 1228 m. Nu de fiets weer goed is, lijk ik wel vleugels te krijgen en trap zonder probleem 5 km de berg op naar 907 m hoogte, waar ik camping Napoleon vind. Het is 15:45 uur en ik heb toch nog 56 km gefietst.
Nog net op tijd heb ik mijn eten klaar. Dan begint het te regenen en een heftig onweer barst los. In mijn tentje eet ik mijn Spaghetti. Na het eten ga ik maar slapen. Iets anders is bij dit onweer niet mogelijk. Het wordt een lange nacht. Van het onweer trek ik mij niets aan. Ik ben er in mijn tentje niet bang voor. Morgen de rest van de Col. De fiets is weer goed, dus ook dat moet lukken. Misschien kan ik de kilometers die ik vandaan heb gemist morgen weer inhalen. We zien wel.
————————————————————————-
zondag 25 juni 2017
Dag 6
Gap – Grenoble – Coublevie
131 km
De laatste echte Col
Gisteravond moest ik vroeg naar bed vanwege het onweer. Dat merk je ’s morgens, want om 05:00 uur ben ik wakker en wat heb je aan wakker liggen. Het lichaam wil weer bewegen. Het is een soort verslaving. Bewegen. Ik heb wel eens gehoord dat je Hipothalimus Endorfine aanmaakt een hormoon in je hersenen die een prettig gevoel geeft. Het voorkomt ook stress en een burnout.
Toch vind ik het vreemd, want met 20 kg bagage de berg op trappen is niet prettig. Ja, als je boven komt is er wel weer dat Ýes’ gevoel. Ik heb het weer gehaald.
Om 6:00 uur fiets ik van de camping. Ik zit nu op 900 m hoogte en col de Bayard is met 1246 m de hoogte col in de Route Napoleon. Het is maar 346 m hoger, maar wel 5 km omhoog. Al snel heb ik weer het juiste ritme. Toch doe ik er een uur en een kwartier over. De hoogste top heb ik gehaald. In theorie moet het nu naar beneden gaan. Het geeft vertrouwen. Opa van 73 jaar haalt het wel, als er geen gekke dingen gebeuren. Ik heb nu 305 km in totaal gereden.
Het berg af is maar beperkt, er zit veel vals plat in. Dat wil zeggen bergje op en af. Dat het zondag is kun je al vroeg merken. De motoren scheuren al weer door de bochten. Een nieuwe categorie zijn de antieke sportauto’s. Meestal Engelse tweezitters met een open kap. De hele meute haalt mij in. Na 35 km zie ik ze weer, in Corps bij een Renault garage. Daar zullen ze op zondag niet veel aan hebben. Met veel interesse kijken ze allemaal onder de motorkap van en kapotte auto. Ik moet verder. Steeds weer berg op en dan weer een stukje na beneden.
Na Corps gaat het echt 10 km berg af naar Grenoble. Een heerlijk gevoel. Bij Laffrey kom ik langs het gelijknamige meer. Hier staat in een soort parkje een beeld van Napoleon te paard.
De N85 loopt nog door naar Grenoble, maar voor de stad staat een bordje, dat het fietspad van de weg af gaat. Ik rij volledig op de GPS en kom door smalle paadjes ineens op de hoofdweg naar het centrum van Grenoble. Wat een gigantische stad, omgeven door hoge bergen! Na 4 km stad moet ik de rivier de Isére over steken. Op de brede avenue door de stad, loopt in het midden een grasbaan met tramrails. Bij de brug moet het verkeer links. Met een klap zie ik een auto de trambaan oprijden. De donkere bestuurder heft in de auto de armen op. Die heeft in de gaten dat hij verkeerd zit. Mogelijk rijdt hij normaal altijd met de tram.
Ik ben blij dat hij niet aan mijn kant verkeerd ging. Het is 16:00 uur en ik zit op 110 km. Ik voel mij nog prima en probeer nog wat kilometers te maken.
De burg over ga ik door de voorsteden langs de rivier over de D1075. Bij La Buise, na 120 km begin ik toch op te raken en zoek op de GPS naar een camping. Vier km verder is een camping Municipale. Wat ik niet weet is dat het 4 km omhoog de berg op gaat. Na 3 km berg op is de ‘batterij’ leeg en geef ik het op. Ik ga niet weer omhoog en draai om. Ik zie wel wat ik doe. Ik heb een leuk parkje gezien, daar kan ik mogelijk vannacht overnachten. Ik vind daar aan de rand van het parkje een WC en zelfs nog een waterkraan. Het is wel druk in het parkje. Eerst maar eens wat te eten zoeken. De GPS geeft weer uitkomst en ik rij naar Mc Donalds in Voiron. Nu moet je niet iedere dag Hamburgers eten, want dan kom je de Posbank bij Rheden nog niet op. Maar één dag kan wel. Via een computerscherm moet ik de bestelling opgeven. Het kost veel moeite om het te snappen, maar met afkijken bij de buren krijg ik het snel door. Er zit zelfs een knop op met Nederlandse taal. Weer wat geleerd. Na de Hamburger ga ik terug naar het park.
Als ik het sportterrein La Sure van Coublevie passeer vind ik dat ook wel een geschikte plaats om te overnachten. Een klein hek staat open en achter op het terrein tegen donkere struiken zet ik mijn groene tentje op. Naast het kleine hek zit een groot hek. Dit is de oprijlaan naar de Middenschool Maison familiale Rarale. Ik was de laan eerst op gefietst, maar heb uiteindelijk het kleine hek genomen.
Vanaf mijn tentje kan ik het hek zien. Het is 21:00 uur als ik bij mijn tentje zit en een man op de fiets over de oprijlaan komt. Hij sluit hoorbaar de hekken en doet ze op slot. Bedenkelijk kijk ik rond. Heb ik weer; zit ik opgesloten. Hoe kom ik morgen van dit voetbalveld. Ik zie wel en ga slapen.
De volgende morgen 05:30 uur begin ik in te pakken. Ik heb nog geen plan hoe ik van het sportveld af kan komen, omdat het rondom in de hekken staat. Om 06:00 stopt er een busje bij het grote hek. Een man met een grote papieren zak loopt naar het tweede hek. Het is de bakker die broodjes komt brengen. Ik ga hem vragen hoe ik er uit kan. Hij praat alleen Frans maar hij laat mij de afstandsbediening zien. Ja, daar heb ik niets aan. Ik moet dat eerste hek door. Ik loop met hem mee en hij wijst mij, dat je naast het hek om een grote steen heen kunt. Dat moet lukken. Als ik alles heb ingepakt en naar het grote hek loop zie ik dat het kleine hek, waar ik gisteravond door kwam, nog gewoon open staat. Dat kleine hek was ik totaal vergeten. Ik zat niet opgesloten. Ik maakte mij zorgen om niets. Maar dat heb je soms. Ik kan de vrijheid weer tegemoet.
———————————————————————————————
Maandag 26 juli 2017
Dag 7
Coublevie, Bourg en Bresse, Viriat
133 km
In vrijheid fiets ik het poortje van het voetbalveld door. Eerst moet ik terug maar de Mc Donalds weer ik gisteravond was. Op de rotonde neem ik de verkeerde afslag en na een kilometer vind ik het vreemd, dat de route op mijn GPS nog niet in beeld is. Ik zoom wat uit op de GPS en merk dat ik de verkeerde kant op ga. Draaien en terug naar de rotonde. Daar staat een richtingaanwijzer met levensgroot Bourg en Bresse de via de D1075. Al snel zit ik op de route en fiets de stad uit. Het gaat weer gestaag omhoog in tegenovergestelde richting staat een kilometers lange file de stad in. De stilstaande automobilisten kijken naar de zwoegende fietser. Ja ik ga niet snel, maar in ieder geval sneller als stilstaande auto’s op deze maandag morgen
Bij Chirens ligt aan de andere kant van een berg de eerder geplande camping die ik gisteren nog wilde halen. De weg gaat berg op en gaat over op een onverharde weg. Ik neem een besluit. Niet over een onverharde weg. Ik ga terug naar de D1075 dan weet ik zeker dat ik naar Bourg en Bresse ga. Maar ook die route klimt weer lekker. Dit is mijn maandagmorgen gym. Bij Les Abret ga ik bij Lidl eten halen. De bekende voorraad van melk, kaas, broodjes, worst en fruit sla ik in. Brandstof voor het lichaam.
Ondanks dat het een hoofdweg is, is niet echt druk. Het is een glooiend landschap en ik ga nu richting Rhône dal. Rond de middag ben ik in Morestel en had ik een andere toeristische route naar de Rhône. De D1075 naar Bourg en Bresse loopt ook naar de Rhone en ik besluit de weg te volgen. Om Sault-Brenaz passeer ik de Rhône. De Rhône loopt naar de Middellandse Zee in het zuiden. Meer naar het noorden is de Saome , Moesel en de Maas die monden in De Atlantische oceaan of Noordzee via de Rijn. Ik moet dus nog naar een ander dal. Vanaf Sault-Brenaz loopt en mooi fietspad langs de Rhone.
Zelfs een kasteel staat aan de andere oever. Helaas moet ik na 5 km al weer van het fietspad af naar de D1075. Het is 15:00 uur en zit al op 75 km. Ik besluit door te fietsen naar Bourg en Bresse. Daar zit ik weer in mijn dagplanning. Op de route zijn geen echt bijzondere dingen te zien. Het schiet lekker op, het is wel vreemd want het is een vierbaansweg met in het midden vangrails. 10 km voor Bourg en Bresse meen ik bij een rotonde een bord autoweg te zien. Ik neem een afslag eerder maar toch twijfel ik na een hoop kleine slingerwegen besluit verder op naar de D1075 terug te gaan. Bij deze oprit staan geen verboden voor fietsers en zo kom ik in Bourg en Bresse. De camping municipale ligt dicht bij het centrum. Maar dan komt de verrassing na 125 km. De poort van de camping zit dicht. Het bord met meer Franse tekst is mij duidelijk. Ik vraag een meisje naar een andere camping maar ze weet allen dat deze camping al een jaar dicht zit. Ik raap weer alle moed bij elkaar. In de GPS ga ik op zoek naar een camping. Op vijf kilometer is een boerencamping. Dat moet dan maar. De GPS brengt mij via landelijk gebied van Viriat bij de kleine boeren camping in Ghiem Bon Repos. Er staat één caravan en een camper. De boer zegt dat zes euro voldoende is. Hij maakt mij wel duidelijk dat de kalveren vannacht veel lawaai zullen maken. Ze zijn voor het eerst bij de moeder weg. Ach, ik slaap wel. Na een perfecte douche en wassen en scheren voel ik mij herboren; Toch heb ik 133 km gereden.
Bij de camper zie ik een vrouw. Het lijkt of ze alleen is. Regelmatig zie ik haar kijken. Ik sta ca 30 m verder onder de bomen. Ik verwacht dat ze nog wel wil weten wie ik ben. Na enige tijd komt ze van het toilet terug en bij mij langs. Ze spreekt mij in het Frans aan. Ik probeer Engels en Duits, maar ook dat wil niet. Ik maak duidelijk dat ik van Nice naar Nederland fiets. Dat is haar wel duidelijk. Dan vraagt ze une caffe. Nou dat versta ik wel. Ik word op de koffie uitgenodigd. Maar hoe gaan we praten. Vorig jaar lukte het in Italië om met alleen Italiaans sprekende campingburen met Google translate, elkaar het nodige duidelijk te maken. Ik ga aan de koffie en als ze een gesprek wil beginnen pak ik de mobiele telefoon en spreek op Google translate de tekst in het Nederlands in. Daarna krijgt zij de telefoon en de telefoon geeft de tekst in het Frans. Zo voeren we hele gesprekken. Ze heet Brigitte en leeft in de camper en trekt in de zomer door Frankrijk. Ze heeft wel een dochter, is 58 jaar en alleenstaand. Met de vertalingen over mijn woonplaats Duiven heeft ze moeite, steeds hoort ze Duiven. Ik maak haar duidelijk dat het de naam van mijn woonplaats is. Ik had haar al een kaartje met mijn gegevens gegeven en de website heeft ze ook al bekeken. Na de koffie komt een soort pruimenlikeur op tafel en dan wordt het daarna best gezellig, maar toch tijd om de slaapmat op te zoeken. We maken nog een Selfie en ik bedank Brigitte voor de gastvrijheid. Wat een leuk contact.
De kalveren roepen de hele nacht om hun moeder. Toch kan ik wel slapen.
———————————————————————————————
Dinsdag 27 juni 2017
Dag 8
Viriat -Bon Repos – Beaune
119 km
Hitte
Als ik ’s morgens vertrek probeer ik de route naar Bourg en Bresse terug te rijden. Na een paar kilometer herken ik niets van de route die ik gisteren heb gereden. De nieuwe route naar Beaune zit al in de GPS. Als ik de kaart uitzoom blijkt dat ik naar het oosten rij en ik moet naar het westen.
Na vijf km ben ik op de route en zeker al 10 km voorbij Bourg en Bresse. Het is de D79 een een kaarsrechte weg. In Saint Julien-Ressouze haal ik eten in een kleine winkel en ga in het parkje op een bank zitten. Een vrouw in een passerende auto kijkt zo lang dat de heftig moet bijsturen om een boom te ontwijken. Blijkbaar komen hier geen vreemdelingen. Schoolkinderen lopen hand in hand in een rij. Ze hebben een geel hesje aan en lopen naar een bus. De meeste kinderen hebben een hoedje tegen de zon op. Dat zegt genoeg voor weerverwachting voor vandaag. Het zal wel weer erg warm worden. De kinderen hebben een schoolreisje.
Ik heb een fietstochtje. Het is maar wat je leuk vindt.
Ik fiets in een landbouwgebied in de omgeving van de rivier la Saone. In de plaats Manteny wordt mijn aandacht getrokken door een super groot standbeeld van een haan. Waarom een haan. De haan is geschonken door de plaatselijke metaalfabriek; Jacquette Metaal Service. De super grote haan.
Onderweg kom ik ook steeds meer versierde rotondes met fietsen tegen. De Tour de France zal door de dorpen komen. Ik weet dat de tour in juli van start gaat, maar weet niet de route. Ik hoop ze voor te blijven.
De zon brand er lekker op los en mijn water is op. In de plaats Suisery zie ik iemand bij een terras. Ik wil het kleine pleintje op rijden en heb de bidon al in de hand. Ik sta ze goed als stil. Als ik door het evenwicht raak val ik gewoon om. De dame komt aanrennen en bij het overeind krabbelen laat ik de bidon zien en zeg aqua. Ik maak duidelijk dat ik niets heb en ze vult de fles. Ik kan weer fietsen en vooral veel zweten. De fles is al snel leeg en onderweg vraag ik nog een keer om water. Steeds krijg ik heerlijk koud water. Zo werk je op een dag wel 2,5 liter water en een liter melk weg.
Om 16:00 uur ben ik aan de rand van Beaune. Ik zoek de Carrefour winkel en haal eten voor vanavond en morgenvroeg. Dan ga ik in het centrum op zoek naar de camping Les Cent Vignes. Ik kook mijn eten en drink in deze wijnstreek een glas wijn.
Mijn buren zijn een man en vrouw uit Leiderdorp. Ze hebben samen naar Santiago de Compostella en ook naar Rome gefietst. Veel bekende dingen halen we als herinnering op.
Ook vanavond moet ik weer op tijd naar bed. Er is regen en onweer vanavond en vannacht.
———————————————————————————————
Woensdag 28 juni 2017
Dag 9
Beaune – Villegusien-le- Lac
119 km
Nog maar net buiten Beaune beginnen de wijngaarden. De meeste wijngaarden liggen vanuit Beaune gezien links van de N974 en de wijngaarden lopen ook tegen de bergen aan. Het is de Côte-d’Or in Bourgondië en hier komen top wijnen vandaan. Rechts van de weg is de grond blijkbaar minder geschikt en zijn de wijngaarden minder groot. Overal staan busjes in de wijngaarden en zie je mensen bezig. Wat ze doen is mij niet duidelijk. Het is wel handwerk en men werkt in groepje. Wat mij opvalt is dat alle busjes wit zijn. De busjes staan de hele dag in het open veld. Wit stoot warmte af. Of de busjes daarom wit zijn?
Nuits- Saint- Georges is 6 juli de aankomst plaats van de 7e etappe van de tour de France.
Overal zie je al aankondigingen en prachtige versieringen langs het parcours. Buiten de stad is de aankomst plaats, herkenbaar aan een zeer grote wielrenner.
De volgende grote stad is Dijon. Het is altijd goed opletten als je midden door de stad moet. Je moet op de route en het verkeer letten. De stad in gaat via een poort en daarna ben ik al direct in het centrum. De route loopt door de hoofd winkelstraat, maar het is vroeg en niet druk. Bij het uitrijden van de stad, even niet opgelet en ik zit niet meer op de route. Dus gewoon een km terug fietsen en daar goed kijken welke kant ik op moet. Nu kom ik in een streek met onafzienbare graanvelden. In het plaatsje Lux is het tijd voor de middagmaaltijd. Het riviertje heeft een kleine waterval en er is ook een watermolen. Een heerlijke rustige plaatsje om te eten. Daarna verder over zeer rustige wegen. Er is ook een route langs het kanaal Canal de la Marne a la Saone (Het Kanaal loopt van de Champagne en Bourgogne)
Ik fiets over het jaagpad van sluis naar sluis. Het is vrij vlak en maar er is wel verval en om de paar km is een sluis. Toch verlaat ik het jaagpad weer en fiets door het heuvelland en de korenvelden. Onderweg naar Villegusien-le-Lac is men met groot materiaal bezig met het leggen van een pijplijn. Overal staan grote machines en de sleuf waar de leiding in ligt is wel 5 meter diep.
Bij het dorp Villegusien-le-Lac kom ik bij een stuwmeer waar een camping moet zijn. Bij aankomst blijkt de camping redelijk vol te staan met Nederlanders, die een vaste staanplaats hebben. Eind van de middag komen overal bij de caravans auto’s. Het zijn de mannen van Hak die aan de pijpleiding werken. Als ik eens navraag doe blijken de Nederlanders veel ervaring op dit gebied te hebben. Een van de medewerkers heeft het hele gezin met twee kleine kinderen bij zich. Hij zegt dat het nu nog kan. In september moeten de kinderen naar school en dan kunnen zijn vrouw en de kinderen niet meer mee. De meeste mannen reizen met het vorderen dan de pijpleiding mee. En zo sta ik op een Franse camping rondom in de Nederlanders. Ook vanavond wegens een regenbui mijn eten in de tent moeten opeten.
———————————————————————————————
Donderdag 29 juni 2017
Dag 10
Villegusien-le-Lac naar
96 km
Mijn tentje moet ik nat inpakken en het weer ziet er dreigend uit. Het zal wel een regendag worden. Direct na de camping begint het al te klimmen en te regen. In de loop van de dag ook nog onweer.
De eerste grote plaats waar ik door kom is Langres. Nu kom ik over flinke heuvels en langs Montigny le Roi, een plaats waar wij vroeger vaak onze eerste stop vanuit Nederland op een camping maakten. Eigenlijk is over deze route niet veel te zeggen. Een leuk landschappelijk gebied met veel heuvels en de hele dag klimmen en dalen. Na Neufchatteau moet ik naar Greux, een klein dorpje naar een camping municipaal.
Wat een prettige verrassing is deze kleine camping. Er staat op het open veld 1 caravan en een klein tentje. Er is geen beheerder, maar dat heb je wel vaker op dit soort kleine campings. Ik zoek een plekje uit en ga mijn tentje opzetten. Het toiletgebouw is zeer goed verzorgd en ziet leuk en fris uit met veel blauwe verf. Zo kan het dus ook. Bij het tentje zie ik een fietser en aan alles is te zien dat het een Nederlander is. Wij zoeken contact. Het is Bert Hartog en hij komt uit Zeeland. Hij is al sinds mei in Frankrijk. Heeft ergens een camper staan en fietst dan met zijn tentje routes door een bepaalde streek. Ook voor morgen heeft hij al een route in de gedachten. Wij besluiten in het plaatselijke café een pilsje te drinken en eens bij te praten. Wij blijken veel gemeen te hebben. Ook hij trekt na zijn pensioen, op de fiets alleen door het land. Hij heeft zich een nieuwe fiets met Roloffnaaf aangeschaft en geniet van de vrijheid.
We spreken af om na deze tocht nog eens contact op te nemen.
————————————————————————————-
vrijdag 30 juni 2017
Dag 10
Greux – Thionville.
133 km.
De morgen begint een stuk vlak naar Maxey -sur- Meuse. Het begin van de Maas wat hier nog maar een klein stroompje is.
Het dal uit is weer met een pittige beklimming. Aan de ander kant van de berg kom ik in het gebied van de Moezel. De eerste grote plaats is Toul met een prachtige De Saint-Étienne-kathedraal in soort fort. Toul is een vestingstad, gelegen aan de rivier de Moezel. Het heeft 17.400 inwoners en de gemeente heeft een oppervlakte van 30,6 km². Op zich is de stad kleiner als Duiven met de 26.000 inwoners. Wij hebben echter geen kathedraal, alhoewel de kerk in Groessen noemen we de Kathedraal van de Liemers.
In alle rust geniet ik van een middagmaaltijd en dan moet ik verder langs de Moezel naar Metz. Onderweg zie ik een gebied met wel 20 ha zonnepanelen. Nog nooit heb ik zo’n groot gebied met zonnepanelen gezien.
Over het fietspad langs de Moezel kom in Metz bij de gemeente camping. De parkeerplaatsen voor de camping zijn gevuld met rond trekkende mensen. Op zich niets mis mee, maar het ziet er onverzorgd uit. De camping ligt achter een groot hek. Daar heb ik al een keer slechte ervaringen mee. Bij het inschrijven wil ik direct betalen, maar dat kan niet. Ik kan pas morgenvroeg vanaf 06:30 uur betalen en vanaf die tijd gaat de poort open. Eerder kan men niet de camping af. Ik vermoed dat ik ook mijn pas moet afgeven en dat doe ik niet. Het geheel staat mij zodanig tegen dat ik alles terugvraag en weer vertrek. Ik wil niet op deze camping staan. Ik wil niet in de gevangenis achter het hek.
In Thionville, dat is 30 km verder, ken ik een prima camping. Dan nog maar twee uur fietsen langs de Moezel. Het is vlak en er loopt een fietspad. Ongeveer 4 km buiten Metz dient zich een probleem aan. De versnellingskabel voor de achterste tandwielen werkt niet meer. De kabel blijkt gebroken te zijn. Dat probleem moet ik nu ook nog oplossen. Ik heb wel een kabel bij mij, maar met het beperkte gereedschap lukt het niet. Fietsen is ook niet te doen, omdat de schakelaar in de zwaarste stand gaat staan. Als ik de schakelaar in de middenstand kan krijgen lukt het wel om te fietsen ik trek de kapotte kabel aan, dat de geleider op het midden tandwiel staat. Zowaar ik kan weer fietsen en met de voorste tandwielen zodanig schakelen dat ik verder kan. Onderweg vraag ik naar een fietsenmaker, maar het is vrijdagmiddag 17:30 uur. Dat wordt niets. Dus trap ik door naar Thionville. De eigenaresse van de camping begroet mij vriendelijk en geef mijn paspoort en mijn visitekaartje. Dat kent ze mij nog uit 2015 toen ik de Liberationroute fietste en ook op de camping stond. Ze vraagt waar ik nu vandaan kom. Als ik vertel dat ik uit Nice via de Route Napoleon tot hier ben gekomen en door wil naar Nederland, komt het gastenboek voor bijzondere mensen voor de dag. Mijn kaartje gaat daarin met de datum en de gereden route. Dat is nog eens een ontvangst. Ik krijg een mooi plekje. Voor ik daarheen ga vraag ik om een fietsenmaker. Ze zet een kruisje op de plattegrond van Thionville en ze zegt dat hij mij morgen zeker zal helpen. Dat moet dan meer eerst gebeuren voor ik verder fiets naar Luxemburg. Dan moet de versnelling wel goed werken, want daar zijn nog pittige heuvels.
het was een dag met flinke heuvels en tegenslag, maar toch heb ik 142 km gereden. Ik verbaas mij over de conditie. Echt moe ben ik niet.
———————————————————————————————
Zaterdag 1 juli 2017
Dag 11
Thionville- Ettelbruck
71 km
Fietsenmaker
Zoals gebruikelijk ben ik vroeg wakker. Het regent en om 08:00 uur fiets ik langs de Moezel, 3 km naar het zuiden van de stad. De camping mevrouw heeft het prima aangegeven en zonder problemen vind ik de fietsen speciaalzaak. Het bordje op de deur maakt duidelijk dat ze op zaterdag pas om 09:30 uur open gaan. Ik pak mijn krukje en zo zit ik in de regen voor de fietsenwinkel te wachten. Naast de winkel is een dierenartsen praktijk. Die begint om 09:00 uur, maar daar heb ik niets aan. Om ca. 09:20 uur komt een jongeman en even later een oudere man. Hij vraagt buiten naar het probleem en geeft aan dat het oké is, maar eerst moet binnen alles verkoop klaar worden gemaakt. Precies 09:30 uur kan ik naar binnen en binnen 10 minuten weet hij het klusje te klaren. Ik sta al weer met de duim omhoog en vertel van mijn tocht en geeft hem een visitekaartje. De bewondering stijgt. Ook de eigenaar die iets later binnen komt wordt van tocht in kennis gesteld. Ook hij kijkt mij in bewondering aan. Ik kijk met bewondering naar de prijs van 7,70 euro voor de nieuwe versnellingskabel. Ze draaien nog snel een paar dopje op de ventielen, want die waren weg. Daarna zet ik iedereen op de foto en bedank ze hartelijk.
Om 10 uur fiets ik door de Thionville op weg naar Luxemburg stad. De weg is voor mij een bekende route. In Luxemburg gaat mijn route op de GPS door het diepe ravijn. Ik durf het echter niet aan en blijf in de stad fietsen, zo dicht mogelijk langs het ravijn. Ik kom weer door hartje van de stad. Bij een kruispunt waar ik op het groene verkeerslicht moet wachten, staat aan de overkant een saxofonist te muziek te maken. Ik maak bewegingen op de fiets op de maat van de muziek. Hij vindt het prachtig en haalt voor mij extra tonen uit de saxofoon. En met een extra riedel van hem en een ferme armzwaai van mij ga ik verder. Dat is leuk. Na de stad loopt er een fietsroute langs de rivier. Soms houdt het fietspad op en is het zoeken waar de route verder gaat, maar als je maar in het dal blijft en let op de spoorbaan die langs de rivier loopt kom je wel weer goed uit.
Bij Hunsdorf aan de fietsroute, piste cyclable de l’Alzett, is er een verrassing. Langs het fietspad staan een 10 tot 15 houten beelden. Er staan bordjes met de namen van de kunstenaar bij, maar ook de naam van het kunstwerk. Ik neem alle tijd en bekijk de kunstwerken. Het meest ben ik onder de indruk van twee mensen onder een paraplu en dat gemaakt uit een boomstam.
Na 71 km kom ik in Ettelbruck, na een gigantische laatste klim op de camping. Echter de tocht zou 102 km zijn, maar gisteren heb ik van Metz naar Thionville nog 33 km extra gereden. Het is rustig op de camping. Ik sta alleen en bij het inschrijven meent de Nederlandse eigenaar mij nog te herkennen uit 2010. Klinkt leuk, maar ik geloof er niets van. Zo bijzonder ben ik niet. Of wel?
———————————————————————————
Zondag 2 juli 2017.
Dag 12
Etterbruck (L) naar Vielsalm (B)
70 km
Verboden
Om 06:45 uur fiets ik van de camping en daarna door het verlaten centrum van de stad. De route gaat naar de N7. Net als jaren geleden kom ik ook nu bij de N7 een bord, verboden voor fietsers tegen. Een alternatief wordt niet aangegeven. Ik besluit toch de weg op te gaan en bij volgende afritten te kijken of daar bij de oprit ook een bord verboden voor fietsen staat. Na 15 km kom ik bij een afrit en zowaar er staat bij de oprit geen verbodsbord meer. Het kan ook bijna niet anders want verder op kom ik door kleine dorpjes. De rest van de dag blijf ik tot de Belgische grens op de N7. Ik weet een supermarkt en die is op zondagmorgen open. Ik heb weer verse broodjes, melk en fruit. Onderweg zie ik steeds meer borden met aankondiging van de Tour de Franse. Na het passeren van de Belgische grens staan er zelfs borden dat de weg morgen vanaf de middag is afgesloten en het verboden is langs de weg te parkeren. Als ik het later eens op internet na kijk blijkt men morgen in Verviers te starten en mijn route via Francourshamps loopt precies over de route, die de tour morgen in omgekeerde richting maakt.
Ik moet morgen voor de start door Verviers zijn. In de loop van de middag kom ik in Vielsalm. Het zoeken van de camping is een probleem. Volgens de GPS ben ik er vlak bij. Toch kan ik geen zijweg vinden. Na wat rond rijden vraag ik een voorbijganger. Hij zegt dat ik na een parkeerplaats links moet. Uit voorzorg laat ik in de GPS de route naar de camping meedraaien. Zowaar vind ik een klein wegje en in het dal een camping die voor 99 % uit vaste staanplaatsen bestaat. Er is niemand in de receptie en het restaurant zit ook dicht. Een van de vaste gasten zegt dat de eigenaar niet zal komen. Op zijn aanwijzingen zet de tent daar maar bij een stacaravan. Ik heb weer wifi en de toiletten zijn prima. Voor de douche heb je speciale munten nodig en die heb ik niet. Gelukkig stond ik nog niet in mijn blootje onder de douche. Dat wordt dus vandaag wassen met koud water. Het is zo. De buren van de stacaravan, een stel van ca 40 jaar met een aantal kinderen, nodigen nu uit op de koffie. Ze komen uit Luik en praten Frans. De man praat een enkel woord Nederlands. Zijn hobby is vissen. Veel meer kom ik niet te weten. De kinderen lopen in en uit en ik weet niet meer of ze bij deze ouders in de stacaravan met veel aanbouwtenten wonen. Om 20 uur heb ik nog steeds niemand in de receptie gezien, dus werd het een goedkope overnachting.
———————————————————————————————
Maandag 3 juli 2017
Dag 13
Vielsalm – Eijsden.
81 km.
Het is een korte etappe van 78 km. Al snel herken ik weer delen van de route die ik eerder eens heb gefietst. Toch is het best gezellig langs de route. Het is pas 8:00 uur en overal staan al campers langs de route en men is ook tenten aan het inrichten, veelal wel voorzien van een tapinstallatie. Vanaf Tri-Ponts kan ik over een oude spoordijk waar men een fietsroute van gemaakt heeft. Dat schiet goed op want, de oude spoorbaan is vlak. Bij Stavelot moet ik richting Francourchamps. Waar ik dan voor kom te staan had ik niet meer verwacht. Het is volgens de gegevens, die ik later op internet op zoek, als volgt omschreven. Vanaf Stavelot is de Col de la Haute Levée 3.6 km lang. Over deze afstand overbrug je 202 hoogtemeters. Het gemiddelde stijgingspercentage van de klim is 5.6 %. In het begin steil en de klim blijft duren. Niet aangenaam om op te rijden. Als fietser wordt je van de weg gedrukt. Het vals plat achteraan de klim weegt zwaar.
Dat het zo zwaar was merkte ik direct. Het was niet te fietsen. Ik moest het gehele traject lopen. In het midden van de weg zijn betonnen elementen in bochten geplaatst, om het verkeer van boven af, af te remmen. In de Alpen heb ik het nodige moeten klimmen, naar steeds kon ik nog fietsen. Dit wordt mij echter te gek en het grootste deel moet ik lopen. Boven is gelukkig een rechte vlakke weg naar Francourchamps. Daar kom ik ook weer op route van de Tour. Nu zitten er echt al mensen op stoeltjes langs de weg en als ik in mijn gele trui langs kom fietsen, wel in de verkeerde richting, krijg ik spontaan toejuichingen. Ook steeds meer politie en andere parcoursbewakers kom ik tegen. Als ik flink door fiets moet ik om 11 uur voorbij Vervier zijn.
Bij het plaatsje Polleur merk ik iets aan mijn achterband. Wat sinds 2008 niet meer is gebeurd, heb ik nu. Een lekke band. Ik moet stoppen haal de tassen van de fiets en zet de fiets op de kop. De vraag is ik kan ik het lek vinden. Ik bedenk dat ik nog water heb en als ik dat in mijn kook pannetje doe komt de binnenband onder water en moet het lek te vinden zijn. Binnen 10 minuten is de buitenband er af en zelfs zonder water is het lek snel gevonden. Het zit op de lasnaad van de band.
Ik maak de plek schoon en doe er een plakker op. Nu moet ik de band met de handpomp oppompen. Dat lukt redelijk en 16 minuten later om 09:43 uur fiets ik al weer. Ik kom een benzinepomp tegen waar ik de band op de juiste spanning breng.
Bij Jehanster staan agenten op de weg. Ik heb de keuze, links of rechts. Ik doe nog een nutteloze poging om rechtdoor te gaan, maar de agenten zijn onverbiddelijk. Nu heb ik geen route meer. Op de GPS zoek ik een route om toch bij Verviers te komen. Bij het naderen van de binnenstad blijkt het uit veiligheidsoverwegingen een vesting te zijn. Er zijn roadblocks en controles. Met mijn fiets met tassen eraan hoef ik het niet te proberen om daar voorbij te komen. Ik zoek maar weer een andere route. In een klein parkje staan banken, daar sta ik hoog en kijk op de plek waar de tour karavaan vertrekt. De reclamewagen gaan met veel geluid op weg. Renners heb ik nog niet gezien. Ik probeer zo dicht mogelijk langs de afgesloten wegen naar het zuiden van Verviers te komen. Als ik weer op agenten stuit vraag ik hoe ik in Dison kan komen.
De agent zegt dat ik langs de tour karavaan moet rijden en dan bij de rotonde links. En zo kom ik langs de auto’s van de ploegleiders en de bussen van de ploegen. Zo dichtbij had ik niet verwacht en iedereen is vriendelijk. Bij de rotonde ga ik weg uit de heksenketel van de Tour. Nu het laatste stuk weg naar Eijsden. Het is 13:30 uur als in Nederland kom. Ik maak een foto.
Mijn tour 2017 van Nice naar Nederland zit er op. Ik ben trots. Ik kan het op mijn leeftijd nog. De tegenslagen heb ik overwonnen. De pijntjes en vermoeidheid ben ik al vergeten. 1250 km heb ik in 13 etappes gereden. Om 14:00 uur stap ik in Eijsden op de trein, via Maasticht, Eindhoven, ’s Hertogenbosch en Arnhem kom ik in Duiven.
Thuis krijg ik schone kleren en moet wel eerst onder de douche. Al het zweet en tegenslagen spoel ik er af. De Alpen laat ik achter mij, maar blijven als onuitwisbare herinnering. Nu moet ik weer aanpassen en sociaal zijn. Het gewone leven gaat weer beginnen. ’s Avond stap ik onwennig in bed, slaap goed, maar ben wel weer om vijf uur wakker. Een mooie tijd om de hele tocht nog eens te overdenken.
22 juni tot 3 juli 2017. Route de Napoleon van Nice naar Grenoble en dan naar Nederland, 1250 km. Duizenden auto’s de mij op minder dan een meter zijn gepasseerd. Vele drukke steden die ik met ben gepasseerd. Het heb het zonder kleerscheuren volbracht. Opa van 73 jaar kan het nog en is vitaal oud.
Al mijn wasgoed na 14 dagen fietsen.